"boven in de komrand fijn grint en even daarbuiten grof
zand. Deze kommen kunnen dus in eerste instantie ont
staan zijn als smeltwaterkommen. Het smeltwater afkom
stig van het landijs kolktè deze gaten uit» Het grove
materiaal kwam weer meteen tot afzetting 'het f^jne gxxnt
in de rand van de kommen) en het minder fijne materiaal
kon ver&erweg afgezet worden.
Conclusie; Het doorbraakdal te Bergen op Zoom, het tre-
denreliëf in de bovenloop van het Grebbedal en aan de
Peeberg te Ossendrecht, de kleine kolkgaten in de Ou—
wervelden en de in reeksen optredende meerbodems tus
sen Bergen op Zoom en Vouw, waarin men in de bovenrand
fijn grint aantreft, wijzen allemaal op een ontstaan tij
dens een landijsbedekking.
H.J.M. Thiadens.
(1)
(2)
K. Slootmans: Bergen op Zoom, een stad als een huis.
1977 Zaltbommel} vierde herziene druk. Waarin op
pag. 18 een hoogtekaart van Bergen op Zoom.
Br. H.A, Visscher: Sporen van het landijs in Neder
land, in Wetensch, Meded. K.N.N.V, nr. 117» jsn.
1977» in samenwerking met de Nederlandse Geologische
Vereniging.
Br. H.J. van Borssers Het landschap van Westelijk
Noordbrabant. Middelharnis 1956, P* 47 e.v.
(5)
STAD EN LAND VAN
BERGEN OP ZOOM
Mini waterschans, jaargang 9» no. 1
GESCHIEDKUNDIGE KRING
FAUSTO NUMINE
BERGA VICTRIX