5. Bevindingen van de Kascommissie. De kascommissie voor het Kring-jaar 1979» "bestaande uit de heren M.J. Yenselaar en A.C. Meijlink, heeft ten huize van de penningmeester, de Heer H.B. Ydo, al het nodige ingezien en nagezien waaruit mocht blijken, dat het beheer van de financiële middelen alleen al qua accuratesse en zorgvuldigheid alle vertrouwen verdient en dat de verantwoording haars- inziens in alle opzichten correct en waarheidsge trouw is. De Commissie doet de ledenvergadering het voorstel, de penningmeester voor het betreffende jaar waar- deringsvol décharge te verlenen. De Kascommissie 19 maart 1980 De vergadering benoemde de Heren A.C. Meijlink en J.K.H. Verdorde tot commissieleden; de voorzitter dankte de Heer M. Yenselaar voor de twee jaren, dat hij lid van de commissie is geweest. 6. Verkiezing Kascommissie 1980. M.J. Yenselaar 7. Rondvraag. Mevrouw de Hoei informeerde nsar de taken die de (niet aan het woord geweest zijnde) bestuursleden vervulden. De voorzitter vertelde daarop dat - Mejuffrouw Joosen assistent-secretaris is; - de heer van Bladel, als P.T.T.-employé zich verdienstelijk maakt door de verzendingen voor de Kring te behartigen. - de heer van Hiftrik de jaarlijkse een-dags ex cursie organiseert. De Heer J. van Dort.meende in t verslag van de secretaris een behoorlijk gemopper gehoord te heb ben op Brabants Heem; hij vroeg om wat begrip voor de Stichting, omdat die gezien overbelasting en ziekten van de bestuursleden soms moeilijk zit. (De secretaris wilde nog zeggen, dat 't maar mop peren was op 't lief, maar daarvoor kreeg hij amper de kans, want) de heer van Dort stelde voor, om in De Water schans eens stukjes op te nemen uit de lokale kranten van b.v. 'n 20 jaar geleden, waarop de Voorzitter zei, dat dat wel n*s 'n goed idee kon blijken te zijn. Ka de sluiting waren we gezellig bij elkaar; politieke, maat schappelijke en godsdienstige verschillen, die ons in het dagelijkse leven soms scheiden, vielen weg. Had hij kunnen spreken, de bruine kluizenaar van uit zyn bruine 18e eeuws—schilderij, hij had gezegd: TTbi caritas et amor, ibi Deus est. 16 17

Periodieken

De Waterschans | 1980 | | pagina 10