pen dreef,"maar 't scheen en Dordt stond vast(8).
De voorspoed moet het stijven".De prins overnacht
te er.
Dinsdag 5 september.
Windstil weerBiesbosMerwede en Maas leken gevlakt
marmerZeilen kon dus niet;er moest geroeid worden.
Zo bereikte de vloot Geert ru i denberg ("Sint-Truyen-
Bergh").Een deel van de manschappenonder de graaf
van Mansfeit, ging vissen op zalm en steur,(9)"die
maanden na de dag onthield de mensengeur"De prins
"onthaelde" zich op '"t hooge huys". Daarna,in de na
middag, inspecteerde hij de nieuw gegraven vestings-
werken ten westen en het "bemetselen" van de wallen
ten oosten van de stad; werkzaamheden zo noodzakelijk,
"danck hebb' bedroeft Breda",de stad nu zo ver weg,
zo verlangend naar haar Heer (10),die ook nu "om
Eer te velde kwam, maar Eer van welbewaeren".(11
Woensdag 6 september.
Voor de zon opkwam liep de vlootmet de zalm-en
steurvissers) de haven binnen.
Donderdag 7 september.
Ondanks tegenwind zeilde men uit en bereikte men nog
vóór het invallen van de nacht Willemstad (Will ems
eigen stad, die men nu met recht die van Frederik kan
noemen;want aan het vermaken van de vesting geeft die
evenveel geld uit, als Prins Willem destijds aan de
aanleg ervan besteedde). Met vermaak keek de Prins
naar dit vermaken, om daarna naar bed te gaan.
Vrijdag 8 september,
Toen het eb werd "gebood hij schip en schuit het anker
uit,het zeil op, de kiel ter haven uit" met bestem
ming Steenbergen, d'eertijds Steenen-bergh"12)
nu gelegen in het "nieuwe dal van het water".
Enkele uren later stond de prins aan de oever van
dit nieuwe meer en hij "verstond" het voordelige
verlies aan land,waar de ploeg nu voor het plat
boomd schuitje had plaatsgemaakt,en de tarwe voor
"b i es en 1i es".
Zaterdag 9 september.
In de namiddag ging de prins het meer bevaren. Ter
wijl we dit deden, moesten we denken aan Lei den,hoe
dat "eens stervens-ree" het manna bij de wei zag na
ken over zee.Nu naakten wij bij de wei en zagen de
zandtaarten"het aer-
dige geback", van de
forten MoermontPinsen
en Rovere. De "Bergen
aen" deTTToom" schenen
er maar kleintjes bij.
(13).SI uwe Sp i nol a
doortrapte genuees)
had j i j deze aanleg
maar kunnen verwezen
lijken vóór Maurits je
troepen de Bergen"uyt
quam boenen"(1A)je
roem zou nu bergenhoog
zijn en de miljoenen,
die Madrids schatkist
nu te kort komt,zouden
er nog als bergen bij
liggen; zelf zou je zo
ver van de schande
zijn, als je nu van
hi er bent.(15).
Schade en schande heb
ben je wijs gemaakt en
je bent gaan rusten.
De "kostelicke" ves
tingwerken, die je
naar an gravures van
CorntUs va n %ittz ntffcyt i
20
21
PRINS FR.EDER.IK HENPRHC,f6^.