de reis van de prins in f jaar 162$.
Gedachten en vragen rond een verslag,'n gedicht van
Constantijn Huygens, over de inspectiereis van
Frederik Hendrik langs enkele "Noordbrabantse"
vest i ngen
In juli 1625 viel Breda in Spaanse handen. Daardoor
bezat de "Republiek van de Zeven Verenigde
Provinciën" in het tegenwoordige Noord-Brabant
niets meer, dan een kleine reeks vestingen aan de
west- en noordwestrandBergen op ZoomSteenbergen
Willemstad en Geertruidenberg;een serie egelstellin
gen gelegen aan Schel deVolkerak en Biesbos, die"de
vijand"moei1ijk kon innemen, omdat ze via hun havens
van het nodige konden worden voorzien,
Prins Frederik Hendrik en de Staten Generaal wilden
deze laatste vestingen op "Brabantse"grond moderni
seren en uitbreiden; daaraan werd in de jaren 1627
en 28 hard gewerkt.De prins wenste bovendien in de
ze streek een steviger voet-aan-de-grond:een kunst
matig,door forten beveiligd, eiland.
Het gebied tussen Steenberqen-Berqen op Zoom en
Tholen leende zich daarvoor uitstekend,Door de
sluis bij Steenbergen te openen, liep een terrein
bijna tot aan Bergen op Zoom onder water en ont
stond er tussen dit "nieuwe meer" en de stad een
moeras. Daarin dienden forten te worden gebouwd.
De vestingswerken van de stad zelf,sloten met de
Schelde en het Volkerak de verdedigingsring
Het zo ontstane "Hollandse Bruggehoofd" beveiligde
bovendien de Bergse haven en de noordelijk omwal
ling; een vijandelijke aanval zou alleen nog vanuit
het zuiden mogelijk zijn. (1).
Het "Castra Pinsii".
Er bestaat een topografische kaart (2), van Bergen
op Zoom en Steenbergen en de nieuwe werken aldaar
ontworpen door Franciscus van Schoten, hoogleraar
in de wiskunde aan de universiteit van Leiden. Ze
toont het onder -water- gezette land tussen Steenber
gen en Bergen op Zoom en de nieuwe forten in het
moeras bij laatstgenoemde stad.
Ze laat ook zien, dat vlak achter dit moeras-ten
noorden van de Steenbergse Poort-,een groot solda-
tenkamp lag,omwald en van verdedigingswerken voorzien;
het Quartier van Pinsen, of het "Castra Pinsii'.' Hier
verbleven de "delvers", de mannen die de forten moes
ten aanleggen, in vier barakken-kampen waarin zij
naar eigen nationaliteit waren ondergebracht; in to
taal 38 vendels. Als die,volgens de normen van die
tijd, vollediq zijn geweest, zouden er een 3^00 man
verbleven hebben.
Tussen de onderkomens voor de soldaten, ziet men dat
van hun hoogste officieren:"Colonel Pinsen en de
Majoor Brederode".
Willem Pynssen van der Aa,
gouverneur van de vest 1ng "Reesaan de Rijn,tussen
Emmerik en Wezel) werd niet alleen door zijn solda
ten,maar ook door de Bergse magistraat naar de ogen
gezien. Deze laatste "vereerde"hemin verband met
14
15