DE KERK v.d. H.H. MARTELAREN VAN GORKUM GESLOTEN door Willem van Ham Jaarlijks werden meer lantaarns omgebouwd, zodat er slechts één lantaarnopsteker nodig was. In 1927 waren er nog slechts 7 electrische lantaarns, terwijl er 362 gaslan taarns waren, waarvan er 312 automatisch werden ontstoken. In de jaren 1928 en 1929 werd het aantal electrische met 36 uitgebreid, met de plaatsing in de buurt van het Bolwerk en omgeving. Door de propaganda om ook de huisverwarming te regelen via gaskachels, probeerde men de terugloop in de gasafgifte wat tegen te gaan. Die terugloop was het gevolg van de crisisperiode in de dertiger jaren. Pas in 1931 kwam die terugloop tot staan. Het gasbedrijf was inmiddels gegroeid tot een bedrijf met 71 personeelsleden. Na de Tweede Wereldoorlog werd in den lande het zogenaamde mijngas populair. Vanuit de staatsmijnen werd een leidingenstelsel aangelegd, waarop de diverse ge meenten konden aansluiten. In Bergen op Zoom viel in 1948 het besluit om met de ei gen gasproduktie te stoppen en een aansluiting te maken op het net van de staatsmij nen. De voorbereidingen voor de bouw van een nieuwe gashouder, de bekende bol, werden getroffen. Ook het kantoor en de werkplaatsen werden uitgebreid en wel in 1949. De werkplaats aan de Zuidzijde Haven, ter plaatse van de Poort van 's-Lands Welvaren, werd met een verdieping en een kap verhoogd. De aansluiting op het net van de staatmijnen werd in 1951 een feit, dat gepaard ging met een officiële overgangs-plechtigheid op 4 april. Het was voor Gemeentebedrijven aanleiding om feest te vieren. De straatverlichting middels gaslantaarns raakte uit de gratie. Er waren ultimo 1955 nog 317 gaslantaarns in gebruik. Langzaamaan begon men deze door electrische te vervangen, wat tot 1966 duurde! De laatste twee gaslantaarns stonden in de Hoogstraat. L.J.M. SAROLEA, DIREKTEUR 1955 - 1961 Toen Tieman per 1 september 1955, na een direkteursschap van 35 jaar met pensioen ging, kon hij opgevolgd worden door L.J.M. Sarolea, die al lange tijd als stafmede werker aan de Dienst Gemeentebedrijven verbonden was. In 1957 ging men ook over op de verhuur van geysers. Enkele jaren later werd een nieuwe bolgashouder gebouwd met een totale onhoud van 17.000 m3. Bij zijn afscheid als direkteur was het totale personeelsbestand inmiddels gegroeid tot 114. ING. G. BECHERER, DIREKTEUR 1962 -1979 Grootse veranderingen vonden plaats in de periode dat Becherer het roer van Ge meentebedrijven in handen had. In 1965 werd het pand Lievevrouwestraat 20 gehuurd voor het onderbrengen van de direktie en administratie. De dienst was immers uit de beperkte ruimte aan de Zuidzij de Haven gegroeid. In datzelfde jaar begonnen de voorbereidingen voor de overschakeling van het mijn- gas op het aardgasnet. Voor de voorlichting aan het publiek werd er in het nieuwe kantoorgebouw aan de Lievevrouwestraat een tentoonstelling ingericht. De overschakeling op het aardgas had ook gevolgen voor de gaslantaarns, die voor die soort gas niet geschikt waren. In 1965 werden 189 gaslantaarns weggehaald. De definitieve overschakeling op het aardgas vond in 1967 plaats. Per 1 januari 1967 werd ook het gasbedrijf van Halsteren overgenomen. In de jaren 1974 -1975 werden nieuwe gebouwen opgetrokken op het terrein van Gemeentebe drijven om zowel de technische diensten als de magazijnen onder te brengen. De panden Zuidzijde Haven 27 - 29 en 31 werden in 1978 gerestaureerd om er de ad ministratie in onder te brengen. 12 De dienst was inmiddels uitgebreid met een afdeling voor de Centrale Antenne Inrich ting en recentelijk met de Stadsverwarming. In 1979 werd G. Becherer opgevolgd door ir. A.M.A. Roesink. Met een symposium over het biogas kon Gemeentebedrijven haar 125-jarig jubileum vieren. Het begin van een nieuw tijdperk, met aandacht voor het milieu, waarbij bio gas de bron voor de stadsverwarming kan zijn. Deze zomer gingen de deuren van de kerk van de Heilige Martelaren van Gorkum aan Bolwerk Zuid voorgoed dicht. Hiermee kwam een einde aan meer dan 75 jaar paro chieleven voor de roomskatholieke inwoners van de vroegere Halsterse wijken de Poort, Tuinwijk, en de Bergse wijken de Zandstraat, Noordzijde Haven en omgeving en de stadswijk tussen Noordsingel en Zoom. Op de problematiek van de kerksluiting kunnen we hier niet ingaan. Bij het te verwachten verdwijnen van een vertrouwd on derdeel van het stadsbeeld verdient het de moeite dieper op de geschiedenis van de kerk en zijn omgeving in te gaan. Reeds in 1903 wees de bisschop van Breda een van de kapelaans van de parochie van de H. Maagd, H.P.W. Vermeulen, aan om de oprichting van de parochie voor te be reiden. In september 1904 zijn de bouwtekeningen van kerk en pastorie, van de hand van de architecten M. Vergouwen te Roosendaal en Q. Horsten te Bergen op Zoom afgeleverd. Het kerkgebouw was in februari 1906 voor gebruik gereed en in mei van het jaar erna door de bisschop van Breda, P. Leyten, gewijd. Het gemeentebestuur gaf bouwvergunningen, waardoor een waar parochiecentrum ging ontstaan. In 1904 voor een pastorie; in 1908 voor de eerste 4 klassen van de Aloysiusschool, in 1911 tot aan de Noordsingel uitgebreid; in 1912 een zusterklooster met de Gerardus Majellaschool tegenover de kerk (het schoolgebouw aan de Noord singel) en in 1933 de Sint Agnesschool aan de P. Turcqstraat. Het kerkbestuur ver kreeg in 1913 bouwvergunning voor het bouwen van een voorgevel met toren en de votiekapel, in 1932 voor een patronaatsgebouw. De wegtrekkende duitse troepen hebben in oktober 1944 deze toren door middel van springstoffen vernield. Een noodgevel bleef tot 1961 staan: toen is een nieuwe fa cade gebouwd, waarin tevens de klokken konden worden opgehangen, naar plannen van de architecten Th. Taen te Utrecht en Th. Nix te Rotterdam. De op de gevel aan gebrachte plastiek, die de Martelaren van Gorkum moest voorstellen, was niet voor iedereen duidelijk en het geheel deed weinig harmonisch aan t.o.v. het overige kerk gebouw. De oude gevel met het sierlijke roosvenster bleef men node missen. 13

Periodieken

De Waterschans | 1983 | | pagina 8