Het gezag van Beekman heeft voor meer dan een halve eeuw aan alle twijfel een ein
de gemaakt. M. Weijers maakte een speciale publikatie over de "Hooge rand van Ber
gen op Zoom", waarbij de nadruk viel op het zuidwestelijk deel daarvan. 24) M.
Schönfeld volgde Beekman na in enige publikaties 25) en ook Korneel Slootmans en
J.B. van Loon lieten zich door diens standpunt volledig overtuigen, zodat dit in
de regionale historie stevig verankerd leek. 26)
Tot zover de schrijvers over de elementen van de stadsnaam. Wat komt er nu over de
totale betekenis van de naam uit? De oudste uitleg is: "haven of nederzetting van
schippers aan de mond van het riviertje de Zoom"; de tweede, bijna even oud, was
die van "plaats op, in en omringd door hoge bergen aan de kant of Zoom van Bra
bant, het strand van de Schelde". De achttiende eeuw bracht de interpretatie: plaats
op enige bergen of heuvels, aan of bij moerassige, veenachtige gronden. Beekman
tenslotte vestigde voor lang tijd de opinie, dat gedacht moet worden aan een plaats
op en bij heuvels, op de hoge Zoom van het dilivium.
De lezer heeft misschien bij de verslaggever enige terughoudendheid bespeurd: in
een slotartikeltje zal hij trachten een persoonlijke opinie naar voren brengen.
VOETNOTEN.
1) G. Braun en F. Hogenberg, Civitates Orbis Terrarum III, Keulen 1581, krt. 14
(met tekst op achterzijde).
2) S. van Leeuwen, Batavia lllustrata.I, 's-Gravenhage 1685, 1216.
3) J.B. Faure, Historie abregée de Berg-op-Zoom, 's-Gravenhage 1761, 5 e.v.
4) H. Levelt, De stad Bergen op Zoom in verleden en heden, Amsterdam 1924, 8.
5) A.A. Beekman, "De naamsafleiding van Bergen op Zoom", in: Tijdschrift Aar
drijkskundig Genootschap 42, (1925), 1-8.
6) Jac. Baselis, De obsdione Bergopzomii, Bergen op Zoom 1603, inleiding, (ad
lectorem).
7) Joan Blaeu, Toonneel der Steden van de Vereenighde Nederlanden, Amster
dam 1649; G. Blaeu, editie van H. de Groot, Grollae Obsidio, Amsterdam 1629.
8) F. Halma, Toonneel der Vereenigde Nederlanden, Leeuwarden 1725, 128.
9) Th. de Rouck, Den Nederlantschen Herauld ofte Tractaet van Wapenen,
Amsterdam 1645, 229. Ook diens onderschrift bij de prent van Samuel de
Swaef, 1634, heruitgegeven in: J.H. van Mosselveld, Prenten van Bergen op
Zoom, Breda 1967.
10) C.R. Hermans, "Aantekeningen" bij "Bijdrage over den Oorsprong van den
naam der stad Bergen op Zoom", in: Geschiedkundig Mengelwerk over de pro
vincie Noord-Braband, 's-Hertogenbosch 1839, 3e stuk, 256-260.
11) W.A. Bachiene, Vaderlandsche geographie of nieuwe tegenwoordige staat, 4
Amsterdam 1791, 814.
12) C.B. van Engelen van Strijen, "Bijdrage over den Oorsprong van den naam der
stad Bergen op Zoom", in: Algemeenen Konst- en Letterbode voor het jaar
1817, II, 123-126, 140-144. Herdrukt in Geschiedkundig Mengelwerk (zie noot nr.
9) 238-250
13) A.A. Beekman, De naamsafleiding....,1-2.
14) C. Bouttats, onderschrift van de prent Bergen op Zoom/Bergen sur Ie Zoom in
Thooneel der steden ende Sterckten van 't Vereenight Nederlandt Antwerpen
c. 1675.
15) Van Engelen, "Bijdrage over den Oorsprong.... 245-250.
16) Hermans, Aanteekeningen...262-263.
17) G.C.A. Juten, Oud Bergen, in: Oudheidkundig Jaarboek 1924 (Bulletin KNOB
3e serie, jrg.4), 146.
18) A.A. Beekman, "De naamsafleiding..., 78.
19) Hedendaagsche Historie, of tegenwoordige Staat van Alle volkeren, Amsterdam
1740, 155, voetnoot.
20) Beschrijving der stad Bergen op Zoom, Amsterdam 1780, I.
21) W.A. Bachiene, Vaderlandsche geographie814.
22) A.A. Beekman, "De naamsafleiding5.
23) A.A. Beekman, "De naamsafleiding2.
30
24) M. Weijers, "De Hooge rand van Bergen op Zoom", in: Tijdschrift Kon. Ned.
Aardrijkskundig genootschap, 53 (1936), 833 e.v.
25) M. Schönfeld, Nederlandsche waternamen, Brussel 1955, 42; idem, Nederland
se plaatsnamen, Brussel 1956, 36.
26) K. Slootmans, "De Zoom", in: jaarboek De Ghulden Roos 20, (1960), 17. J.B.
van Loon, "Water en waternamen in Noord-Brabants Zuidwesthoek". Amster
dam 1965 (Bijdr.med. Naamkundecommissie nr. XXII), 52, nr.46.
OERGHEN. OP-ZOOM tweemylenvan StctnUijJntn en fes van ^intiecrpin draeght fynen haem
van her deel des ghebiedts van Bergkcn daer de Sradt inghelegen is Zeom ghenaemtende ghemerckt
dit deele van't ghebiet|berghachtigh is, loo heeft fonder twyfel defe Stadt daer van fynen naem ghecre-
ghen endeniet vande RiviereZwm foo veele fegghen mits defe noyt gheweeftis. De Stadt, die den
ty tel voert van een Mnrqnifxctfch*p ende machtig!; fterck en wel bewoont isleyt Wcft.wacrts op het uy-
terfte var, Brnbnatrondom in vetdroncken Landen niet verte vande Zee, hebbende een Have, befctaen
deninganck met twee ftercke Schantzen teghen over den anderen. Inden late 1577. wicrt Berghtn-op-zoom
overghegheven aen den Heete van OhtmMnydienende teghen Ven Un aende zyde der Generale Staeten,
ende quam corts daer nacxmdc macht act Staeten van Holland!dielc op heden noch ghehooiCaemi,
Onderschrift bij de 17e eeuwse gravure door Peeters/Bouttats.
MIDDELEEUWSE PUT GEVONDEN OP DE GROTE MARKT
Bij de rekonstruktiewerkzaamheden op de Grote Markt is half maart de middel
eeuwse stadsput tevoorschijn gekomen. Deze put, die al in archiefteksten uit de
veertiende eeuw voorkomt, heeft een doorsnee van 3,5 meter en is ruim zeven
meter diep. De put is grotendeels uit natuursteen opgetrokken. Op de gouache
door Hans Bol (zie omslag) staat de put afgebeeld met een vierkante opstand. Op
de tekening van de Grote Markt door A. de Haen uit 1 739 staat er al een pomp
boven de put. In de 19de eeuw is de stadspomp verplaatst naar het midden van
de markt.
31