de straathandel. Deze bloeide volop. Schele Ko leurde met groenten en fruit. In
de oogsttijd was zijn roep:
"Rijp en rond, ze smelten in je mond"
"Nu moet ik weer gaan venten
want de boer wacht op zijn centen"
"Allemaal van die lekkere waar,
vijftien centen kosten ze maar"
Als de weervissers hun weren in de Oosterschelde hadden uitgezet hoorde men
de roep van de visvrouw:
"Panhering, Geeeeeeeepen!"
Geertje uit Arnemuiden met haar dochtertje maakten minder lawaai maar met
haar zeeuwse klederdracht en het juk met aan elke zijde een vismand meestal
gevuld met botjes en scharretjes viel ze wel op.
De stadsbelleman Toon Scheffelaar en later Piet de Crom zorgden voor de
gemeentelijke bekendmakingen en kondigden aan wanneer en om hoe laat er
visgekocht kon worden op de visafslag onder aan de Vismarkt (St. Catharina-
plein). Na enkele tonen van de zware koperen stadsbel begonnen ze hun
aankondiging: "Eeeeeer wordt bekendgemaaktZe deden ook dienst als vis-
afslagers bij de visafslag op de vismarkt. Dat was een stenen gebouwtje onder
aan het plein met daarvoor een met ijzeren buizen afgezette ruimte waar op
visbennen de te verkopen vis werd uitgestald. De afslag geschiedde niet met
centen maar met stuivers. De weervissers hadden een eigen afslag in een
gebouwtje nabij "den Ham" op het einde van de haven.
Tenslotte waren daar de sedert lang verdwenen lijkebidders die met hun zwarte
steek en de rouwbrief in hun hand familie en stadgenoten op de hoogte brachten
van het sterfgeval.
ENKELE VERDWENEN KINDERSNOEP-ADRESSEN.
De oudere bergenaren onder ons zullen ze zich nog wel herinneren: Janske
Peerdetand in de Wouwsestraat; Jane Mulder in de Kettingstraat: Tooke Touw
in de Huijbergsestraat; vrouw van Pol (stroopbollen) onder de Gevangenpoort en
Janske Lavesee.
De weekmarkt ten tijde van de restauratie van de geveI van stadhuis (c. 1936).
TREKPLEISTERS.
We moeten er voor oppassen geen platgetreden paden te begaan, zodat we hier
b v. geen oude straatnamen en gebouwen gaan vermelden, maar enkele
markante punten willen we toch niet vergeten. Laten we ze trekpleisters
noemen. We treden dan wel buiten het bestek van deze eenvoudige bijdrage
maar ze tekenen wel de levenssfeer.
HET KURHAUS.
Op zomerdag was ongetwijfeld het Kurhaus aan de Zeekant, geëxploiteerd door
de Gebr. Touw, een aantrekkelijk geval. In het Kurhaus, een op hoog water
berekend gebouw van twee verdiepingen, konden de badgasten hun natje en
droogje krijgen en op de ruime zandvlakte daarvoor nodigden rieten kuip-strand-
stoelen, z.g. Scheveningse strandstoelen, uit voor een zonnebad Van
zwemmen was natuurlijk geen sprake maar als het hoog water was, ging jong
en oud "pootje bajen".
SOCIËTEIT THALIA.
Een ander aantrekkelijk punt was de tuin van Sociëteit Thalia, toen van de open
bare weg afgesloten door een manshoge smeedijzeren hek. Eveneens op
zomerdag concerteerden daar op de kiosk in de tuin de harmonie "Kolpings-
zonen" of de fanfare "Arbeid Adelt". De toegangshekken gingen dan dicht maar
voor de hekken stonden de muziekliefhebbers soms vier rijen dicht te luisteren.
Dan kon men een speld horen vallen
DE RAAIJBERG.
De Raaijberg met de wielerbaan (promotor Jac Smout sr.) had landelijke bekend
heid Bekende nederlandse wielrenners zoals Moeskops, Blekemolen en niet te
vergeten onze stadgenoot en wereldkampioen amateurs Toine Mazairac,
alsmede stayers als Herkelens oefenden regelmatig op de baan. De wedstrijden
trokken veel bekijks.
Maar ook het grasveld in de kuip bleef zeker niet onbenut. DOSKO, ooit een
eersteklasser, speelde hier haar wedstrijden voor volle tribunes.
DE WEEKMARKT.
En tenslotte de weekmarkt die veel zeeuwse eilandbewoners meestal nog in
originele klederdracht uit de verre omgeving aantrok. Veel is er aan de markt niet
veranderd, alleen de standwerkers zijn verdwenen en die zorgden toch wel voor
een vrolijke noot. Wij horen een van de velen nog de aandacht van het publiek
vragen door zijn hand op het te verkopen artikel te leggen met de geheimzinnige
spreuk: "hier komt uit rood vuur, blauw vuur, een appel, een peer, een pruim,
een biljartbal, een levende muis...". Of, hier is te zien: "Miss Minerva, zij
verdwijnt gelijk een engel, gelijk een vogel in de lucht, de mensen zeggen hoe
kan dat gebeuren, hoe kan dat bestaan".
Laten we hiermede besluiten.
Bergen op Zoom, maart 1984
51