De laatste tien jaar heeft de Nederlandse bodem letterlijk
duizenden stenen werktuigen opgeleverd, die in ouderdom
variëren van een miljoen jaar tot ongeveer 300.000 jaar.
Daarnaast zijn er ook al enkele botten aangetroffen van de
rechtoplopende mens, die in het algemeen wordt aangeduid
met de wetenschappelijke benaming "homo erectus". Het
grote publiek verneemt daar weinig van, want de
berichtgeving erover blijft veelal beperkt tot de
archeologische vakbladen, waarin met tal van moeilijke
termen verslag wordt gedaan aan een kleine groep van
ingewijden. Vooral het tijdschrift "Archaeoiogische
Berichten", dat volledig door amateurs wordt geredigeerd
en uitgegeven, vervult in deze een voortrekkersrol.
De talloze Nederlandse vondsten van zo hoge ouderdom,
o.a. ook uit West-Brabant, zijn niet alleen interessant voor
de vakgeleerden en de amateurarcheologen, maar ook voor
de geïnteresseerde leek. Het gaat daarbij om de vraag, hoe
deze primitieve voorouders er uit zagen, hoe ze aan de
kost kwamen, hoe ze jaagden, visten en voedsel
verzamelden, hoe hun verstandelijke ontwikkeling was, wat
ze in geestelijk opzicht presteerden enz. Ook wat dit
betreft is de wetenschap de laatste jaren aanzienlijk
gevorderd.
Afbeelding van eet
stenen, holle schaaf, ge
vonden in Spaubeek.
Op 17 oktober zal de amateur-archeoloog Anton van der
Lee uit Den Bosch, hoofdredacteur van "Archaeoiogische
Berichten", een lezing houden met als titel: "De vroegste
bewoners van Nederland". Aan de hand van fraaie
kleurendia's zal hij een beeld oproepen van het dagelijks
leven van homo erectus en van zijn materiële kuituur, zoals
die in de vele Nederlandse en Europese vondsten naar voren
komt. Daarbij zai blijken, dat de succesvolle voorganger
van de Neanderthaler en van de homo sapiens sapiens geen
halve aap was, maar een denkend wezen, dat kans zag zich
te handhaven in sterk wijzigende omstandigheden als gevolg
van extreme klimaatschommelingen in het kwartair.
Zuidmolenstraat 25.
door: Ir. 3. Weyts.
Menige Bergenaar zal zich de groentewinkel van Vroegop
herinneren, die vroeger in dit pand gevestigd was. De
winkel, waarin voordien een slagerij was geweest bood een
schilderachtig-ouderwetse aanblik en had bovendien als
bizonderheid, dat hij ook s'avonds en op zondagochtend
gewoon geopend was. Enkele jaren geleden werd het pand
onbewoonbaar verklaard, waarna ontruiming volgde. Na
ongeveer 2 jaar leegstand slaagde de Stichting Stadsherstel
er in het voorjaar van 1984 in dit markante huis aan te
kopen.
Uit de archiefbronnen is omtrent de historie van het
pand met de belendingen wel wat af te leiden, zij het dat
de informatie niet eenduidig aan één pand zijn toe te
schrijven. Zowel nr. 25 als de huizen links en rechts ervan
zijn namelijk nogal geruime tijd in één hand geweest.
Aan het eind van de 15-de eeuw (1498 en 1498) was het
huis op de hoek van de Zuidmolenstraat en
Fiuwelenbroekstraat "de Guide Poorte" genaamd. Er was
een "stove" in gevestigd. Het huis beoosten daarvan
(waarschijnlijk nr 25) heette "d'Witte Peert". Een hoekhuis,
dat uit twee woningen bestond, werd in 1675 verkocht aan
3an Mostman, binnenvader in het Weeshuis. Het heette toen
"het Cleijn Fluwelen Broucken". In 1764 werd door een van
de nazaten van Mostman het oostelijke aangrenzende huis
(wellicht nr 25) bij zijn eigendom gevoegd. De naam van dit
aangekochte pand was toen "de Fluweele Vrouw".
6
7