ZOJUIST VERSCHENEN GESCHIEDENIS VAN ENIGE HUIZEN IN DE ZUIDMOLENSTRAAT (Noordzijde). Was Chris van de Boom pas 22 jaar oud bij zijn aanstelling tot directeur-orga nist, J.M.C.F. (Hans) Smout die hem in 1962 in deze dubbelfunctie opvolgde, was met zijn 18 jaar nog jonger. Bij zijn benoeming leerde Hans Smout voor onderwijzer, later doorliep hij evenals zijn voorganger het conservatorium en werd hij beroepsmusicus. Onder zijn directeurschap onderging het repertoire van hetSint-Josephkoorgrondige wijzigingen en kwam desamenwerking met het parochiële dameskoor Ave Mater tot stand. Deze samenwerking, in eerste instantie bij gelegenheid van het tachtigjarige jubileum van het mannenkoor in 1964, leidde uiteindelijk tot het samengaan van de twee koren en het ontstaan van Hortus Musicus Religiosus. BRONNEN Archief H.M.R.: - Notulen Sint-Josephkoor, 1904-1967 (3 dln.) - Kasboek Sint-Josephkoor, 1907-1941. - Jubileum-album Sint-Josephkoor, 1964. - Notulen Ave Mater, 1962-1967. Gemeente-archief Bergen op Zoom: Archief van de Sint-Josephparochie (aanhangsel). - Kroniek der St.-Josephs-Gezellenvereeniging (inv. nr. 433). Bevolkingsregister 1880-1900. De Zoom, 3 juli 1884. De Stem, 5 april 1980. Mondelinge mededelingen van de heer Johan Jimkes, die dit artikel ook be commentarieerde. In een onlangs verschenen partikuliere uitgave zijn een aantal verhalen over oud-Bergen op Zoom, geschreven door Cato uit Berrege, herdrukt. L. Griffioen en W. Loeff hebben op smaakvolle wijze deze prettig leesbare ver halen uitgegeven en het boek de titel "Rond de Gevangenpoort" meegegeven. De illustraties van Fons Gieles passen uitstekend bij deze nostalgische ver halen. Het boek is uitsluitend te koop bij boekhandel Heijstraten. Cato uit Berrege is de schuilnaam van Catharina van Dort (1905-1981), die in de jaren vijftig een aantal van deze verhalen in het Dagblad De Stem publi ceerde. 142 door: Frans van Overveld Toen ik de gids voor Oud-Bergen op Zoom onder ogen kreeg, viel het mij op dat geen der daarin beschreven wandelingen door de Zuidmolenstraat voerde, hoewel er in deze straat toch een klein aantal van oorsprong 15e en 16e eeuwse huizen voorkomt.1) Navraag bij het gemeente-archief leerde mij dat er weinig gepubliceerd was over de bouwgeschiedenis van deze straat. In de Middeleeuwen lag de Zuidmolenstraat, toen Santmolenstrate genoemd, in het vermaakcentrum van de stad. Hierop wijzen de namen van panden in de Hooghuisstraat, Fluwelenbroek- straat en de Potterstraat, zoals het Fluwelenvrouwke, de Fluwelen Broek, Closbane, etc.2) Ook een aantal namen in de Zuidmolenstraat van thans ver dwenen panden doen hieraan terugdenken, Cae(r)tspele, Bonte Craye Bontekooi, vgl. Lichtekooi) en Bol-hoff. De aanwezigheid van een overwelfde kelder onder het pand Zuidmolenstraat 26, als enige onder de huidige bebouwing aan de noordzijde van de straat, ver onderstelt een oudere oorsprong dan men op grond van de gevel en de kap, welke uit 1889 dateren3), mag verwachten. Aan de hand van de gerechtelijke archieven kan men de voorzichtige conclusie trekken, dat op deze plaats "Het Hazewindeken" heeft gestaan.4) Ten westen van dit pand stond de Bonte Craye, ten noorden lag het erf van de Colve, in de Lievevrouwestraat, en ten oosten bevond zich eerst "een ganck comende vande Colve" en daarnaast de Caetspele (zie fig. 1Het Hazewindeke, dat voor het eerst genoemd wordt in een akte van 25 januari 1514, was achtereenvolgens in het bezit van verschil lende barbiers.5) In de legger van huizen in de stad van 1600 tot 17256) staat vermeld dat achter St. Anthonis, in de Lievevrouwestraat, twee "huysinge" hebben gestaan. Dit betekent dat het Hazewindeke en de Bonte Craye zijn verdwenen. Dit is in ge- rechterlijke archieven en de legger van de cijnsen terug te vinden. Desloop van deze panden zou dan in dezelfde tijd hebben plaafsgevonden als de af braak van St. Anthonis en het Wijserken, eveneens in de Lievevrouwestraat. In een akte van 8 november 1613 staat een verkoping van de ledige erven van St. Anthonis en het Wijserken en "d'erve waar 't Haesewindeken gestaan heeft strekkende totaenden oude mueren van 't Caetspel" vermeld.7) Men kan con cluderen, dat op 30 november 1618 de ledige erven aan de noordzijde van de Zuidmolenstraat al weer bebouwd waren.8) In een akte van 10 juni 1622 wordt hier nogmaals gewag van gemaakt.9) St. Anthonis en het Wijserken blijken dan ook weer herbouwd te zijn. Op de voormalige ledige erven aan de Zuid molen straat bevinden zich dan zes huisjes, waarvan vier ten oosten van de achteruit gang van St. Anthonis en twee ten westen van deze gang10), welke al bestond in de 16e eeuw.11) Deze erven zijn dan bij het erf van St. Anthonis getrokken, wat vermoedelijk ai ten tijde van de verdwijning van het Hazewindeken en de Bonte Craye gebeurd is. Mogelijk heeft deze vereniging van erven, die in ieder geval heeft plaatsgevonden tussen 8 januari 1552 en 8 november 1613, te maken met de verdwijning van de twee voornoemde panden. Het is niet ondenkbaar dat de Tachtigjarige Oorlog aan dit alles debet is.12) In de periode 1613 - 1622 is dit grote erf (met bebouwing) in het bezit van verschillende eigenaren geweest. Uiteindelijk werd het op 10 juni 1622 bezit van Robbrecht Heeren, wethouder dezer stad, wiens eigendom het bleef tot aan zijn dood. 143

Periodieken

De Waterschans | 1984 | | pagina 11