l /jf VS MoW* 5 TAA/4T
Robbrecht Heeren verkocht op 4 mei 166313) de twee huisjes met erf, "gestaen
ende gelegen neffens aen malcanderen" ten westen van de achterpoort voor
de som van f 450,- aan Nicolaes Wijth, appoinctier soldaet. Nicolaes moest
echter genoegen nemen met de notenboom die in de hof van St. Anthonis
achter de huisjes stond.
Op 21 juli 166914) werd het meest oostelijke huis, genaamd de Claversimble,
verkocht aan mr. Pieter van der Linden, musicijn, voor de som van 350 gulden.
Zes jaar later, 10 mei 1675, werd dit pand echter bij executie weer bezit van
Robbrecht Heeren.,5) Nog een jaar later, op 11 september'6), kocht hij ook de
twee huisjes ten westen van de achterpoort terug van de weduwe van Nicolaes
Wijth, Trijntje Sijbrechts.
Op 1 mei 1699") werden St. Anthonis en de huisjes in de Zuidmolenstraat
separaat verkocht aan Bonaventura de Lange voor respectievelijk f 2980,- en
f 625,-, die ze weer doorverkocht aan Goris Kersseboom, meester huydevetter
van beroep, voor resp. f 3426 en 19 stuivers en f 786 en 10 stuivers! (22 januari
1700).") De koper mocht echter niets veranderen aan het brouwerijtje, dat
achter de oostelijke huisjes stond en de stal achter de westelijke huisjes. De
verbinding tussen huisjes en brouwerij moest worden dichtgemaakt. De
huizen waren allemaal tot pinksteren 1700 verhuurd.
Zuidmolenstraat 28-26-24-22 (foto J. Weyts, 1978)
144
BoOff
Figuur 1
Reconstructie van de situatie aan de noordzijde van de Zuidmolenstraat, in de
16e eeuw, ten opzichte van de huidige bebouwing aan de overzijde en de aan
grenzende straten. Aan de noordzijde zijn slechts de Bonte Craye, het Haze-
windeke en het Caetspel weergegeven. Ook is de ligging van de in 1983 ge
vonden kelder, ten oosten van het Caetspel, aangegeven. De erven zijn niet
ingetekend, behoudens de scheiding tussen de erven van St. Anthonis en
Colve, omdat hierover nog teveel onduidelijkheid bestaat.
Op 27 juni 1738'8) werden de huisjes voor 1400 Carolus guldens verkocht in
naam van wijlen Janneken Stoop, de weduwe van Goris Kersseboom, aan
Roxina Pilaar, eveneens een weduwe. In de desbetreffende akte staan de huur
prijzen van de zes huisjes vermeld en deze blijken te varieren van 8 stuivers per
week tot 45 gulden per jaar. De grote tuin achter de huisjes is voor 20 gulden
per jaar verhuurd. In 179919) werden deze huisjes, toen de Zes Werkdagen
genaamd, met Maandag als eerste in het oosten beginnend, verkocht aan Jan
Hooyman, procureur, uit naam van de familie van Engelen, die via Roxina
Pilaar in het bezit van deze huizen was gekomen.
In de notariële akte wordt vermeld dat alle onkosten, enigszins "specteerend"
aan deze verkoping en opdracht door de koper moeten worden betaald en
"zullen de ten gebruike aan den inzetter en zijne borgen, mitsgaades aan
145