'ïl\ W-S>f^rrV»»>v
<J<iu>^„ cwv pw1 (>k ^r^c
HET SINT-JOSEPHKOOR SN DE JAREN 1884-1964
)t; (»nVïir^--!^:vs( ^v»V
Vvi'!rv')iV Vf^V
s .V, vr-»»7 L»wsa- ®>P>7 (Wi dvyi-y^ gfo ,- (»T^S Vttei /-)
//Hn7" fa-*<*+-£>•**? V^i-ySy WifMw—
^i-4jo^J^y c^^^/vwïW} /^ctrr^^fèy J2i<
(V^IT^' n»Avx-«fBA-St~0y hc^n V^.^.k'v
(Tn-s^ffa-t^oc-i, jsv-e U^fl-^-So-fOiZV
«-«ft-» /»W:V> (H*
Ccfyir^ (j*7 rvC^-fiWi-vfi,
|y2<x>h- A
1 hl wtn Vtr^w- g-cv^^~ ^f-f~y"
("VotiM «Vr-ry/J lfcj<***
<tX^ ^jc««l—Vvc C^-L-^x-rrjp- -rv-jr~^t<m- o,-»t7^
2) Deze mededeling is heel wat minder precies. Hetjaartal moet 1454zijn. Wat
de schuldigen betreft, daarover stemmen de schrijvers overeen; maar deze
aantekening noemt de tweede: Willem HERMANSEN de bakker; Frederik
Nicolaas van Engelen: Willem BASTIAANSE; en Slootmans: Willem SER-
VAES (JAN METTEN LIPPEN blz. 26, vergelijk F.W. van Engelen,
STUKKEN CONCERN EER DE.... (Dordrecht 1780), 64 voetnoot).
Wil de echte vader van deze Willem (alsnog) opstaan?
3) Ook deze mededeling is minder precies. Men neemt aigemeen aan dat de
oorlog begon met een politieke staking van de Gentse ambachtsgilden op
26 oktober 1451; pas op 23 juli 1453 kwam er een einde aan de opstand
doordat de landsheer het legertje van de Gentenaars bij Gavere "in de pan
hakte" (NIEUWE ALG. GESCH. DER NEDERLANDEN, dl. 4, Bussum 1980,
218).
4) Inderdaad geldt het jaar 1437 als een jaar van grote hongersnood; toen
werden de graanprijzen verdrievoudigd. (NIEUWE ALG. GESCH. DER NE
DERLANDEN, dl. 4, 56 en 59).
5) De bieraccijnzen van 1466 zijn niet te controleren want de bescheiden daar
over zijn verloren. Zij bedroegen dus 300 pond oude muntwaarde c.q. 30
pond als voren.
6) Ook de accijnzen van 1467 zijn niet te kontroleren. Zij bedroegen dus 300
c.q. 24 pond. Ter vergelijking de cijfers van de accijnzen in 1470/1471 vol
gens de stadsrekening tol. 1: voor wijnen 163 pond grote (oude munts-
waarde), voor bier 472 pond grote als voren. Het grote verschil in de cijfers
kan ik niet verklaren.
128
door: Charles de Mooij
Dit jaar viert Hortus Musicus Religiosus, kortweg H.M.R., het honderdjarig
bestaan als kerkkoor, daarbij uitgaande van de eerste mis die het Sint-Joseph-
koor verzorgde op 30 juni 1884. Daar H.M.R. echter in de jaren zestig is ont
staan na de samenvoeging van het koor Ave Mater en het Sint-Josephkoor,
respectievelijk het dames- en het mannenkoor van de Sint-Josephkerk, zou
men in feite kunnen spreken van meer dan één oprichingsdatum. Desalniet
temin lijkt het gerechtvaardigd om toch 1884 als "het" oprichtingsjaar van het
huidige koorte oescnouwen. Het Sint-Josephkoor was immers ouder dan Ave
Mater: het laatstgenoemde koor, ontstaan binnen de in 1919 in de Sint-
Josephparochie opgerichte Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van
Maria, deed pas in 1921 voor het eerst als kerkkoor van zich horen.
Zeker zo belangrijk is echter het feit dat het met name de tradities van het Sint-
Josephkoor zijn geweest die H.M.R. sinds de jaren zestig heeft voortgezet. Dit
geldt niet alleen voor de muzikale traditie, maar bijvoorbeeld ook voor de
organisatie en de niet-muzikale activiteiten van het koor. In dit artikel wordt
daarom aandacht geschonken aan de geschiedenis van het Sint-Josephkoor
in de jaren 1884-1964, dus voor het samengaan met het dameskoor Ave Mater.
Hierbij ligt de nadruk vooral op de periode van de oprichting van het Sint-
Josephkoor in 1884 tot aan de tweede wereldoorlog, een periode waarin het
koor tot grote bloei kwam en waarin de grondslagen werden gelegd voor het
thans niet minder bloeiende H.M.R.
HET ONTSTAAN
De sterke toename van de overwegend katholieke bevolking van Bergen op
Zoom maakte in de tweede helft van de vorige eeuw de oprichting van een
nieuwe parochie met bijbehorende kerk in de stad noodzakelijk.
Door de tegenwerking van de toenmalige dekenPh.J.M.Muskens, pastoor van
de H.Maagdparochie, gebeurde dit echter niet. Men moest voorlopig ge
noegen nemen met een hulpkerk, die in 1884 verrees aan de Sint-Joseph-
straat, naast het vrij nieuwe gebouw van de Sint-Josephs-Gezellenvereniging.
Rector van deze aan Sint-Joseph, de patroon van de ambachtslieden gewijde
kerk was M.P.W. Smits, naar wie de Bergenaren het kerkje al snel "Smitjes-
kerk" noemden. Smits was een op het sociale vlak actieve priester, die sinds de
oprichting in 1867 directeur was van de Sint-Joseph-Gezellenvereniging.
Deze vereniging, die de verheffing van ambachtslieden en arbeiders nastreef
de, ontplooide tal van activiteiten op sociaal en cultureel gebied. Daartoe had
zij binnen haar gelederen onder andere een harmonie, de befaamde Kolpings
Zonen, maar ook een zangkoor, bestaande uit mannen en jongens.
Het lag dan ook voor de hand dat rector Smits de zangers van de Gezellen-
vereniging (waarvan een enkeling lid was van het koor van de H.Maagdkerk)
aanstelde als koor van zijn nieuwe kerk. Op 30 juni 1884 zongen zij hun eerste
mis ais kerkkoor bij de ingebruikname van de Sint-Josephkerk. Overigens
bleef het koor een onderafdeling van de Gezellenvereniging. In 1904 maakte
rector Smits de band met de Gezellenvereniging echter wat losser door van het
koor een zelfstandige vereniging met een eigen bestuurte maken. De oprich
ting van de Sint-Josephparochie in 1906 en de verheffing van de hulpkerk tot
parochiekerk, verleenden het koor de officiële status van parochiekoor. In
1913 nam de parochie een nieuwe kerk aan de Bredasestraat in gebruik en
verhuisde het koor mee naar deze kerk, die evenals de "Smitjeskerk" aan Sint-
Joseph was gewijd.
129