RENNENBERG aan de vismarkt I iSS \l:J vl* Het gereedkomen van de restauratie van de huizen Groot en Klein Rennenberg aan de Vismarkt, nu Sint Catharinaplein nrs.len 2, maakte een einde aan de ergernis voor veel bewoners en bezoekers van de oude omgeving. Hoewel Groot Rennenberg duidelijk een van de aantrekkelijkste oude panden van de stad was, vormde de vervallen staat, verergerd door enige jaren leegstand, een doorn in het oog van velen. Het pand is thans gerestaureerd, terwijl het aangrenzende huis Klein Rennenberg is gerenoveerd en harmonisch aangepast. Het lijkt zinvol aan het verleden van beide panden enige aandacht te besteden. door: Willem van Ham DE VROEGSTE PERIODE De Rennenberg bevindt zich naast een van de toegangswegen tot het complex van het Markiezenhof. In de vroegste periode was dit nog niet het geval. Het hof lag in die tijd in hoofdzaak aan de Steenbergsestraat en was geconcentreerd op het gedeelte rond de latere kleine binnenplaats. Langs en door dit terrein liep de toen nog openliggende Grebbe. Vlak bij De Rennenberg lag een brug over die waterloop, naar het 'huysken' met Sint Jacobsbeeld dat erop stond, Sint Jacobsbrug genoemd.' Uit de gegevens, die de verkoopakten van de percelen aan de Vismarkt opleveren, kunnen we opmaken, dat het terrein van de Grote en Kleine Rennenberg in 1397 deel uitmaakte van een groter bouwblok. Dit werd aan de oostkant begrensd door de Vismarkt en aan de zuidzijde door een straatje, dat in de richting liep van een zuidelijke uitloper van de Scholiersberg. Deze uitloper is later deel van het achterterrein van het Markiezenhof geworden, (zie schetskaartje) De zuidoosthoek van dit blok was in 1405 onbebouwd, maar in 1415 stond er een huis dat toen door Jan van den Heiligenlande aan Jacob Boliaert werd verkocht.2 Ten westen daarvan lagen nog percelen tot aan de hoek van het straatje op de uitloper van de Scholiersberg. Daar stond onder meer een badstoof (thans zou men zoiets een 'openbaar badhuis' 1. Vismarkt, westwand met uiterst links het huis Groot Rennenberg Links daarvan de achterpoort van het Markiezenhof en daarachter de tuin van dat hof, met gebouwen ter plaatse van de tegenwoordige bibliotheek Erasmus. Rechts aan het Hofstraatje de stallen van het Hof: het gebouw met de zijgevel langs het straatje is thans in restauratiehet andere, geplaatst vlak achter de huizen aan de Vismarkt is afgebroken en diende vermoedelijk als turfschuur. Deel van de maquette van Bergen op Zoom ca. 1750 in het museum des Plans Reliëfs te Parijs. noemen). Deze stoof was in 1458 verdwenen.3 Een zekere Anthonij Clauszoon bezat hier een complex van 21 éénkamerwoningen, wellicht gebouwd na de afbraak van de stoof. In 1471 verkocht hij deze aan de heer van Bergen op Zoom. De heer liet er in 1513 twee afbreken om ze bij zijn nieuwe achtertuin te voegen; de rest bleef aan arme stadsbewoners gratis ter bewoning gesteld.4 Twee panden aan het genoemde straatje vanaf de Vismarkt naar de Scholiersberg zijn toen door hun eigenaars aan de heer van Bergen op Zoom overgedragen. Die liet ook deze huizen afbreken en vergrootte met de percelen zijn nieuwe achtertuin. Vervolgens is er de zuidelijke achterpoort van het inmiddels uitgebreide Hof van de heer later Markiezenhof gebouwd.5 Tien jaar later werd een huis gebouwd op het deel van de Grebbe, dat langs de Kremerstraat lag en Sint Jacob genoemd naar de brug.6 Een nieuwe stedebouwkundige situatie was ontstaan, die meer dan drie eeuwen vrijwel ongewijzigd zou blijven. 2 DE NAAM RENNENBERG Schetkaartje van de situatie tot ca. 1450 Ondanks allerlei internationale betrekkingen die Bergen op Zoom door zijn jaarmarktpositie onderhield kan de vreemde naam Rennenberg toch wel enige verwondering wekken. Bij deze naam wordt onwillekeurig gedacht aan de graaf van Rennenberg, stadhouder van Groningen en Ommelanden, die tijdens de tachtigjarige oorlog een spectaculaire rol heeft gespeeld. Hij sloot zich in 1579 bij de Unie van Utrecht aan, die bedoeld was als een samenwerking van de Nederlandse gewesten tegen de Spanjaarden. Daaruit trok hij zich terug toen hij naar zijn mening te zeer als katholieke Zuid- Nederlandse edelman door de Calvinisten in het nauw gedreven werd (1580). Hij ging een verbond aan met de Spaanse landvoogd Parma; de Noord-Nederlanders beschouwden hem sindsdien als een 'verrader'. Het huis aan de Vismarkt kan zijn naam niet aan hem ontleend hebben, want die komt al in 1495 voor. Uiteraard bestond de plaats Rennenberg, die zijn naam gaf aan het graafschap, reeds langer. Het was een kleine landsheerlijkheid aan de Rijn bij het stadje Linz (tegenover Remagen) in West- Duitsland, bestaande uit een burcht, die reeds in 1585 vervallen was tot een stuk muurwerk op een berg aldaar. Er hoorde de bestuurs- en rechtsmacht in het gebied bij en een domein bestaande uit akkers en weiden. Geen groots gebied dus: het is op de meeste kaarten niet te vinden. Het aanzien van de titel berustte op de adellijke afkomst van de bezitters, niet op het bezit zelf.7 De vraag, hoe men er bij kwam de naam aan een huis in Bergen op Zoom te geven moet voorlopig onopgelost blijven. Wellicht was de naam gegeven door een Bergse schipper, die de burcht in het voorbijvaren had zien liggen en het geheel indrukwekkend vond. Maar dat is een veronderstelling. HERVORMDE EIGENAARS In 1516 is Groot Rennenberg gekocht door Matheus van Goirle. Diens nabestaanden hadden het huis nog in bezit, toen zij door de maatregelen van de markiezin tegen de hervormden in moeilijkheden kwamen. Zij waren kennelijk tot de hervormde religie overgegaan. In dit verband werd ook Willem de Keyser, bijgenaamd 'Keyserkin' genoemd, die gehuwd was met de zuster van Matheus en Graciaen van Goirle, bewoners van 'Reyneberch' (zo wordt het huis in de stukken genoemd). Hij woonde eerst in het huis 'de Groote Fontane' aan de Zuivelstraat (thans nr. 11) maar ging later bij zijn schoonbroers inwonen. Nadat de markiezin in mei 1567 de hervormden uit stad en land van Bergen op Zoom had uitgewezen, vertrokken meer dan 25 personen met hun gezinnen, waaronder genoemde Matheus en Graciaen van Goirle en Willem de Keyser met zijn vrouw en kinderen. Zij scheepten zich in naar Engeland en namen vier tonnen met huisraad, kleren en juwelen mee. Hij liet nog 'nyet voer die weerde van een stuiver goet' in het land van Bergen achter. Wel bevonden zich in de Groote Fontane nog een 'tretsoir', een bedstede, twee tafels, een oude kleerkast en wat huisraad. Maar dat was niet voldoende om de huurschuld aan de eigenaars te voldoen. Andere schulden werden betaald door een relatie van Vismarkt na 1513 Achtertuin van het Hof Schetskaartje situatie tot 1513/1523 3

Periodieken

De Waterschans | 1985 | | pagina 6