I
■o
De pen werd
gesneden uit de
stevige veren van
gans of zwaan
Ofliï O H* ij H f"
f -fc1 ~u «rit f—
<V CJ jTt| i; et tir£«V Cf(Vo<5 f~
irüji W t*,» jCr/,4> êcdHt&jk
te.» yrrm-wetnA»
JÉ
O
V
-Q
c
O
<0
O
3
ro
<n
O)
<D
O
ï-
o
O
De uitdrukking 'hij schrijft met
scherpe pen' wordt wel gebezigd
voor schrijvers die gewoonlijk fel en
kritisch schrijven. De herkomst van
deze zegswijze komt als zovele
andere uit het verleden toen men
nog schreef met een veer die regel
matig gescherpt of aangesneden
moest worden.
De ontwikkeling van het schrift in
onze contreien, kan men globaal
volgen sinds de dertiende eeuw. In
die tijd was het gebruik om tal van
teksten weer te geven op perka
ment. Dit werd van een dierlijk vel,
meestal van een schaap of geit,
vervaardigd. Na het wassen
werden de haren en vetten met
een schaafmes verwijderd. Het vel
werd met een puimsteen ge
schuurd en in een bad van
kalkmelk gelegd. Na het drogen
en opschuren was het voor be
schrijving geschikt. Een kleine
groep geschoolden beschreef het
perkament, waarvoor een rieten
pen of vogelpen gebruikt werd. De
inkt werd door de klerk of scriba
zelf vervaardigd uit roet en water.
In de late middeleeuwen vond er
een verdere verbreiding van de
schrijfkunst plaats, wat vooral
voorkwam in plaatsen met grote
handelsbetekenis. Vele handelaren
lieten hun overeenkomsten op
schrift vastleggen. Daaruit volgde
een behoefte aan andere, sneller
te vervaardigen materialen. Dan
komt ook de papiernijverheid op.
Als grondstof diende in de
middeleeuwen lompen, die tot een
brij werd fijngestampt. Met water
bereikt men een viltingsproces. De
hierdoor verkregen pap werd in
een schepbak gedaan waaruit men
dunne lagen schepte. In deze bak
waren draden aangebracht, die op
het uiteindelijke papier als dunne
plekken te zien bleven. Dit noemt
men waterlijnen of vormlijnen.
Later bracht men op de bodem
van de schepbak in koperdraad
een merk of teken aan, waardoor
het watermerk verkregen werd.
Het papier werd versneden tot
vellen, vervolgens tot katernen ge
vouwen. Deze katernen naaide men
samen tot registers, vaak in perka
menten band.
In de meeste nederlandse archief
bewaarplaatsen zijn deze registers
bewaard gebleven als produkten
van de administratie. Behalve voor
notulen en rekeningen waren
allerhande registers in gebruik
voor het noteren van akten en
overeenkomsten. Perkament werd
sinds de zestiende eeuw alleen
nog gebruikt voor de belangrijke
overeenkomsten of akten.
Het grootste deel van de
administratie geschiedde dus op
papier.
Het schrift wordt dan lopend, in
tegenstelling tot het meer gotische
schrift van de akten uit de
veertiende en vijftiende eeuw. Het
feit dat steeds meer mensen
leerden schrijven had dit snellere,
lopende schriften tot gevolg. De
rieten pen raakte in onbruik;
daarvoor in de plaats kwam de
pen, gemaakt van ganze- of
zwaneveer. De naam pen is
afkomstig van het latijnse penna,
waarmee de lange stevige veren
werden aangeduid. Deze veren
werden versneden tot een punt.
Dit vergde wel enige handigheid.
De pen verstompte regelmatig Uit: Stadsarchief 162, ordonnanties 1469-1624
door het schrijven. Na het
versnijden of aanscherpen van de
pen, was het nodig om even te
oefenen alvorens men verder ging
met het schrijfwerk. Deze
oefeningen werden vaak op de
schutbladen van het register
geschreven.
In vele registers vind men deze
penne-oefeningen terug. Het zijn
deze oefeningen die onze
aandacht trokken.
In enkele afleveringen in dit tijd
schrift willen we U laten kennis
maken met de vruchten van de
pen, die van aard heel verschillend
zijn. Afhankelijk van de tijd waarin
ze geschreven zijn en afhankelijk
van de klerk zijn het poëtische
uitingen, of pogingen daartoe,
vrome gedichten of bijbelteksten,
volksspreuken en volkswijsheden, Poeten zijn er veel, maar wijnig die het op maat
grappen en namen. soo t'samen sullen brengen als die hier boven staad
De teksten zijn zowel in het latijn Q0g dat pjj /s een kruk, dat blijkt uijt al zijn werken
als in het nederlands gesteld en m0et een dommerik zijn die het niet kan bemerken.
een enkele keer in het frans. Zulks getuijgt
D.J.Doren, clercq 1753
Literatuur: Deze klerk reageerde hiermee op een versje van de hand van de klerk
Dr. E. Strubbe, GRONDBEGRIP- J.H. van Overstraten, dat erboven stond:
PEN VAN DE PALEOGRAFIE DER
MIDDELEEUWEN, Gent 1961 ^at /s een mensc^ een aerde kluijt:
Hij komt ter wereld naekt, en gaet er soo weer uyt
Dr.J.L.van der Gouw, OUD
SCHRIFT IN NEDERLAND,
Alphen aan de Rijn, 1978
P.J.Horsman e.a.,
SCHRIFTSPIEGEL, Zutphen z.j.
Uit: Rechterlijke archieven nr 227, register van verkopen onroerend goed, 1590-1597.
11 v
Die wist oft hij stont
op een vaste gront
eer hij zijn ancker vallen liedt
dat waer de quaeste schipper niet.
,f ~jf *7*0».
'V 'mc/cJ
15