kamer. In het overgenomen oude kantinegebouw van hetCoehoorn- park werd een kleed- en wasgele genheid aangebracht, terwijl de bovenverdieping als dienstwoning aan de machinist werd verhuurd. Het slachthuis bezat en eigen waterreservoir met diepboring en watertoren. Vooraf werd het beno digde water ontijzerd en daarna opgepompt naar een 17 meter hoog gebouwd reservoir in de toren. Achter en bezijden het hoofdgebouw lagen de zogenaam de hulpgebouwen: een stal voor groot vee, een noodslachtplaats met een kleine darmwasserij, een lokaal voor het tijdelijk bewaren van afgekeurd vlees, een lokaal bestemd voor huidenzouterij (ver huurd aan Coöp. Ver. Amsterdam se Huidenclub) en een stal voor ziek of vermoedelijk ziek vee. In de oorlogsjaren werd het slachthuis zowel door de Duitse Weermacht als door de geallieerden gebruikt voor de vleesvoorziening van de troepen. Tengevolge van een V1 inslag in de Burg. van Hasselt straat op 1 maart 1945 is enige schade toegebracht aan gebouwen en inventaris en is een deel van het archief vernietigd. In de loop der jaren zijn de ge bouwen en installaties gemoderni seerd en aangepast. De grootste verbouwing (1958) bestond uit het aanpassen van het voorkoelhuis en van het koelhuis en tevens uit de bouw van een vriescel. In verband met de ingebruikne ming van het openbaar slachthuis in 1927 moesten verschillende ver ordeningen en regelingen worden vastgesteld waardoor een behoor- In 1927 opende het slachthuis zijn poorten. Het was gebouwd op het terrein van het voormalig Coehoornpark, een buitensociëteit voor militairen van het garnizoen. Voor het slachthuis poseren enige mannen hier vol trots over de afmetingen van deze stier. (Uit de fotoverzameling van W.J. Jordans) lijke exploitatie van het bedrijf kon worden verkregen. In de raadsver gaderingen van 17en 18december 1926 zijn deze vastgesteld. BLOEITIJD EN VERLIEZEN Het openbaar slachthuis heeft een bloeitijd gehad speciaal in dejaren 1927-1932 toen er voor de export een zeer druk gebruik van werd gemaakt. Werden er in 1927 566 dieren voor de export geslacht, in 1932 was dit aantal opgelopen tot 6161 stuks. Wegens de grote toename van de exportslachtingen waren er in 1930-1931 plannen tot verbouwing Ook deze foto werd bij het slachthuis genomen. De manier waarop het vlees naar de verschillende slagers vervoerd werd was niet hygiënisch, maar leverde wel een schilderachtig beeld op. Uit de fotoverzameling van W.J. Jordans) van de hangruimten, stalgebou- wen en het koelhuis. Deze plannen werden stopgezet omdat in 1932 de door de regering in het leven geroepen Crisis-Varkenswet van kracht werd, waardoor de export- handel drastisch achteruitging. Deze wet bepaalde o.m. dat voor elk geslacht varken een heffing be taald moest worden, berekend naar het geslacht gewicht. Deze heffing was ten bate van de steun verlening aan de varkenshouderij. Het innen van deze heffing was opgedragen aan de keuringsdiens ten: zij werd in oktober 1936 opgeheven. Maar het belangrijk ste van deze wet was dat de be voegdheid tot het exporteren van varkensvlees en alles wat daarmee samenhing, vanaf het opkopen van de varkens tot aan de expeditie van het vlees, als een monopolie in de handen van de Nederlandse Varkenscentrale legde. Deze con centreerde de exportslachtingen in enkele grote expediteursbedrij- ven in Noord-Brabant, te Oss en te Boxtel. Alhoewel door het college van burgemeester en wethouders verscheidene pogingen daartoe werden ondernomen onder ande re bij de minister van Economische Zaken en Arbeid en bij de Neder landse Varkenscentrale is het niet gelukt een deel van deze slach tingen toegewezen te krijgen aan het openbaar slachthuis. Het ka merlid IJ. Keestra vond deze zaak aanleiding om de minister van Economische Zaken en Arbeid schriftelijke vragen te stellen. Hij stelde o.m. dat als gevolg van deze maatregelen de exportafdelingen Café-afspanning "Den Dikken Boom (eigenaar Charles de Jong) aan het Korenbeursplein in 1920. Uit de fotoverzameling van C.F. de Ridder) van enige openbare slachthuizen o.a. f.e Bergen op Zoom en Breda, waar. voor de inwerktreding van de Crisis-Varkenswet. geregeld voor de export geslacht werd. vol komen waren stopgezet. In zijn antwoord stelde de minister dat de exportafdelingen van o.a Bergen op Zoom en Breda weliswaar stil gelegd waren, doch hij achtte deze niet van grote betekenis. De opbrengst in 1932 bedroeg t f 10 000.-- minder dan in het voorgaande jaar, niet alleen door het wegvallen van deexportslacht- rechten, maar ook door verminde ring van weeg-, stal-, koel- en keurrechten Dat er toch nog wat voor de export werd geslacht was met name te danken aan één van de exporteurs, die er in geslaagd was tijdelijk de vleesvoorziening te krijgen van schepen van de Ant werpse Congolijn. Vanaf 1940 zijn er geen export slachtingen meer verricht. Bij raadsbesluit van 27 maart 1931 werd met de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond, te Til burg, een overeenkomst aange gaan inzake de oprichting van een destructor voor de vernietiging van vee en vlees. Doordat de prijzen van de produkten te laag waren kon men geen sluitende exploitatie krijgen en werd de op richting vertraagd. In 1933 werd een gewijzigde overeenkomst aan gegaan en vanaf 1934 werden de voor consumptie afgekeurde slachtdieren en delen van slacht dieren opgehaald door het des tructiebedrijf. Tot dusverre was het gebruikelijk geweest om deze te verbranden in de oven van de gemeentereiniging. De aanslui ting bij het destructiebedrijf had belangrijke hygiënische en finan ciële voordelen. Ook de kringge meenten maakten van de diensten van dit bedrijf gebruik. Het eerste verlies werd geleden in 1935. Ten gevolge van de vermindering van het aantal slachtingen, waardoor minder slachtgelden werden op gebracht. Tot de vermindering van het aantal slachtingen heeft be langrijk bijgedragen de in het tweede halfjaar van 1934 ingetre den sterke vermeerdering van de invoer van goedgekeurd vlees, speciaal varkensvlees Was tot dusverre de invoer van van dit vlees in deze gemeente onbedui dend geweest, vanaf 1934 toen een handelaar dit vlees op het abattoir aan de slagers te koop aanbood is hierin grote wijziging gebracht Waai bijvoorDeeld in 1933 slechts 4.000 kg varkensvlees werd inge voerd, bedroeg deze hoeveelheid over 1934. (vrijwel uitsluitend over het tweede halfjaar) 28.700 kg. De hogere opbrengst van dc invoer keurrechten was bij verre na niet in staat goed te maken, wat aan min dere opbrengst van de slachtrech- ten geleden werd. Dit had tot gevolg dat in 1936 een wijziging in de heffingsverordening werd aan gebracht. De nieuwe bepaling omvatte een verandering van de invoerkeurrechten en het voor schrift dat ingevoerd vlees niet meer in het koelhuis mocht wor den opgeslagen, wat voordien wel was toegestaan. DE VLEESDISTRIBUTIE In de oorlogsjaren 1940-1945 kreeg het openbaar slachthuis te maken met de vleesdistributie. In 1940 werd door de Nederlandse Veehouderijcentrale een algeheel slachtverbod voor varkens uitge vaardigd. Ontheffing van dit ver bod was slechts mogelijk voor het slachten van door de Centrale be schikbaar gestelde varkens in daarvoor aangewezen plaatsen. De slachtingen voor het normaal binnenlands gebruik moesten in centrale slachtplaatsen plaatsvin den. Als zodanig werden in het al gemeen de gemeentelijke slacht huizen aangewezen. Het openbaar slachthuis in Bergen op Zoom vormde één van die centrale slachtplaatsen. Ook voor de ge meenten van het eiland Tholen gold Bergen op Zoom als zodanig. De aankoop, vervoer en verdeling van de varkens werd uitsluitend gedaan door deze Centrale. Aan iedere centrale slachtplaats werd een commissie gevoegd, samen gesteld uit slagers en grossiers, die onder leiding van de directeur van het openbaar slachthuis zorg droegen voor de bestelling en ver deling van de varkens. De samen stelling van de commissie was in handen van de directeur, in over leg met de plaatselijke organisa ties van slagers en grossiers. Bij de verdere opbouw van de vleesdistributie werd er toe over gegaan dat ook de aanvoer van runderen en kalveren door de Ne derlandse Veehouderijcentrale moest geschieden. Voor slachting bestemde runderen en kalveren moesten tevoren aan de Centrale worden opgegeven. Er bestond een leverplicht voor deze dieren. De levering geschiedde op een aantal daartoe door de Centrale aangewezen markten, waaronder Bergen op Zoom. Als marktplaats te Bergen op Zoom werd het ter rein van het openbaar slachthuis aangewezen, al spoedig werd deze markt verplaatst naar het Koren beursplein en in café "Den Dikken Boom" aan dat plein. De vleesdis tributie werd 6 november 1949 op geheven. NA DE OORLOG Na de oorlogsjaren bleek de ex ploitatie van het openbaar slacht huis met ionend De eerste winst door toename van het aantal slachtingen, werd in 1953 weer ge maakt Op 10 mei 1957 vond de aanbesteding plaats van het uit breiden van het koelhuis en de bouw van een vriescel. Deze wer den op 9 april 1958 door burge- meestei Peters geopend Doch

Periodieken

De Waterschans | 1985 | | pagina 4