WANFRIED-SCHOTELS UIT BERGSE BODEM S Werra-waar uit de collectie van de Stichting In den Scherminckel. In de na-oorlogse jaren werd de bodem van de binnenstad van Bergen op Zoom op tal van plaat sen grondig omgewoeld, wanneer de ter plaatse aanwezige bebou wing moest wijken voor meer aan de eisen der tijd aangepaste nieuwbouw. Met het verrichten van grondwerkzaamheden is on getwijfeld veel belangrijke infor matie over het ontstaan van de stad en de vroegste ontwikkeling daarvan verloren gegaan. Laag na laag is de stadsbodem in de loop der eeuwen op veel plaatsen op gehoogd en elke laag verstrekt ge gevens over een stukje van die ge schiedenis. Daarom spreekt men van het bodemarchief. Maarterwijl bij een normaal archief elk vel pa pier zorgvuldig wordt geordend, geconserveerd en keer op keer kan worden geraadpleegd, name lijk bij archeologisch onderzoek, kan worden geraadpleegd, geeft de bodem hooguit eenmaal zijn geheimen prijs, namelijk bij ar cheologisch onderzoek. Meestal vernietigt de graafma chine het bodemarchief voor ook maar iets kan worden geïnterpre teerd en in de meest gunstige gevallen vormen de op het bouw terrein door amateurs verzamelde potscherven de enige herinnering aan menselijke aktiviteiten op die plaats in vroeger tijden. Zo ver dwijnt bladzijde na bladzijde, on gelezen, uit het bodemarchief. De Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek heeft in dejaren 1977-1979 nagegaan, in welke mate het bodemarchief in de Nederlandse steden wordt be dreigd. Aan elk van de 197 onder zochte steden kende men erosie factor toe, variërend van "niet direct verontrustend" tot "rampza lig". Over het algemeen bleek de toestand zorgwekkender dan men voorheen vermoedde. Bergen op Zoom werd het predikaat "veront rustend" toegekend Hoewel de mogelijkheden voor oudheidkun dig bodemonderzoek in Bergen op Zoom tot op heden niet vol doende werden of konden worden benut, wisten de medewerkers van door: Gerrit Groeneweg de Stichting In den Scherminckel in de loop der jaren een fraaie aardewerk-kollektie bijeen te brengen. Dankzij die verzameling kan men thans een redelijk inzicht verkrijgen in de keramiek, die ge durende de periode 1500-1800 in Bergen op Zoom werd geprodu ceerd en geïmporteerd. Tot het ge ïmporteerde aardewerk behoren ondermeer de zgn. "Wanfried"- schotels (Afb. 1 tot en met 8). De kollektie van de Stichting In den Scherminckel telt acht voorbeel den van dit materiaal, die tevoor schijn zijn gekomen bij opgra vingen in 1966/'67, 1972, 1976, 1933 en 1985. VERSIERINGSTECHNIEK In ons land, maar vooral in Duits land, zijn in de loop der eeuwen tal van pottenbakkerscentra geweest, waar versierd schotelgoed is ver vaardigd. Vaak bestaat de versie ring uit een bruin of geel golvend afb. 3 lijntje op een anders gekleurde ondergrond, wat witte stippen of strepen op een rood-bruin fond, enzovoorts. Doch er zijn ook prachtig versierde "Bauern-" en "Hochzeitschüsseln" bekend, waar bij de pottenbakker met behulp van verschillende decoratie-tech nieken zeer fraaie resultaten heeft weten te bereiken 2). In tegenstel ling tot de majolica waar een veel kleurige beschildering is aange bracht op een ondergrond van tin- glazuur, zijn de Duitse "Bauern- schlüsseln" versierd door gebruik te maken van twee verschillend kleurende kleisoorten: witbakken- de klei of pijpaarde en roodbak- kende klei. Koper- en ijzeroxyden zorgden voor eventueel extra kleur nuances en het gehele voorwerp werd tenslotte bedekt met een dun laagje loodglazuur. Datzelfde gla zuur bedekt ook het ons bekende Bergen op Zoomse aardewerk. Bij het versieren van loodglazuur- schotelgoed worden verschillende technieken toegepast, die ook bij de decoratie van "Wanfried"-aar- dewerk zijn aangewend. Maar het laatstgenoemde aardewerk onder scheidt zich duidelijk van andere keramische produkten door de zorgvuldigheid waarmee de ver sieringen daarop zijn aangebracht. Kenmerkend zijn ook de bij het "Wanf ried "-aardewerk toegepaste decoratie-technieken, de opbouw en de samenstelling van de versie ring, het baksel en de vorm van het randprofiel. De onder nummer 1 afgebeelde schotel bijvoorbeeld, kan als voor beeld dienen voor het verduide lijken van de manier, waaiup men destijds het "Wanfried'-aardewerk heeft versierd. Deze schotel is in 1983 tevoorschijn gekomen bij op gravingen aan de Zuidmolenstraat en is door Martien Kooij. mede werker van de Stichting In den Scherminckel, op voortreffelijke wijze gerestaureerd. Allereerst werd dit voorwerp uit roodbakkende klei op een potten bakkersschijf gevormd. Men liet de schotel enige tijd drogen en bracht daarna op de rand een donkerbruine kleurstof aan. Ver volgens heeft de pottenbakker (of diens assistent) de schotel op een langzaam draaiende schijf ge plaatst. Hij vulde een soort trech tertje, de ringeloor, met een zeer dunne pap van witbakkende klei en liet deze langzaam op het rond draaiende bord stromen. Door de ringeloor intussen gelijkmatig met vaste hand vanaf de rand naar het midden van de schotel te bewegen, ontstond de regelmatigespiraallijn rondom de uit te beelden voorstel ling. Als ringeloor gebruikte men vaak een koehoorn, waarvan de punt was afgeslepen Zoals de banketbakker zijn slagroomspuit hanteert, zo gebruikt de potten bakker de ringeloor. Langs de rand werden wat schuine en lig gende streepjes aangebracht, men liet vier paar grotere strepen de spiraallijn doorkruisen en in het midden van de spiraallijn trok men een brede cirkel. In die brede baan gutste de pottenbakker een slinge rend lijntje uit, waardoor de rood bruine ondergrond van de schotel weer tevoorschijn kwam. De vier paar dwarslijnen kleurde hij met behulp van metaaloyden, van elk stel één donkergroen en één paars. Op het midden van de schotel en op de rand, over de spi raallijn heen, schilderde hij vervol gens - nog steeds met witbakken de klei - het silhouet van een vaan deldrager en het jaartal "1612". Door met een puntig voorwerp in het dunne laagje van dat silhouet te krassen, is de roodbruine ondergrond weer tevoorschijn ge komen, waardoor een contrastrijk lijnenspel is ontstaan. Immers door het kleurverschil tussen het witbakkende laagje en de daaron der gelegen rood-bruine basis, wordt een donkere tekening op een licht fond zichtbaar. Die ver sieringstechniek wordt slib-kras- techniek of sgraffito genoemd. Dankzij die slib-krastechniek wist de pottenbakker meer tekening te krijgen in de voorstelling op de schotel uit ons voorbeeld: het vaandei, liet gezicht van de uitge belde persoon, details in zijn kleding, zijn vingers, enzovoorts, werden weergegeven, zelfs de veer op 's mans hoed verkreeg daardoor meer relief. Met metaal- oxyden werd de decoratie verder afgewerkt: - paars-bruin op het haar van de vaandeldrager, zijn broek, de vlag- gestok en een aantal van de vlek ken op de vlag. - groen op de rand van de hoed. de mouwen en het gras: - grijs-blauw op de resterende vlekken van de vlag, de pluim op de hoed, de sjerp en de strikken aan de broek Waar nodig kon de begrenzing van het silhouet wat worden gecorri geerd of verscherpt door kleine deeltjes daarvan weg te schaven, de gehele bovenkant van de scho tel werd tenslotte voorzien van een dun laagje glazuur. De bewerkin gen hielden daarmee op. Jammer- genoeg deed de pottenbakker niet de moeite zijn werk te signeren of op andere manier van een merkte ken te voorzien. De maker van de schotel uit ons voorbeeld blijft dan ook anoniem en zelfs over de plaats van vervaardiging blijven we - zoals hierna blijkt - in het on gewisse. a afb. 4

Periodieken

De Waterschans | 1985 | | pagina 9