OVER BERGSE PADVINDERS EN VERKENNERS 1 9. R 213,71v akte van 3 maart 1 441't enden van der Vrijthof straten Z "Scottershof R 214,105v akte van 15 mei 1472) huis enz. van voetboog schuttersgilde in 't Vrijthof. R 21 5,60 (akte van 1 8 dec. 1495), in de Vrijthofstrate "neffens de poorte van den Schuttershove." R 216,331 (17 juli 1517) een erf in 't Vrijthof door het Sint Jansgilde van de oude voetboog verkocht aan de stad. 10. R213,67(21 okt. 1440) hof en erf in de Scholestraat Z( 0) de stadsvest N( W) een huis en erf, de stove(badhuis) en de straat. 11. Stadsrek. 1484/1485, 71: de stad betaalt voor het eerst een cijns op het huis van de cellezus- ters in de Huijbergsestraat. In dezelfde rekening fol. 121 v een uitbetaling aan de zusters van Alkmaar voor hun bouwwerk zaamheden. Waarschijnlijk wa ren cellezusters en zusters van Alkmaar identiek. 13. R 213,179 (akte van 16 maart 1453) een hof en een boomgaard in de Oude Schoolstraat Z(=0)de stadsvest; W(=N) de molen- bergh; 0(^Z) schuttershof en huis en erf. 14. De Bosmolen en de Kapelmolen worden voor het eerst genoemd in de rekening van rentmeester van de domeinen in 1 393/1 394, 2v. R 215, 227v akte van 19 aug. 1 502) In de Zantmoelenstrate op 't Peerdenkerckhof. R 215,140 akte van 21 maart 1495) 't Peerdenkerckhof onder de Capelmoelen W schuttershof R 217,199 akte van 2 april 1522) bij de Nyeustrate onder Capelmoelen (=Fluweelen- broeckstraat) 't Peerdekerckhof W de vest O de Nyeuwstrate. R 220, 116 akte van 18 jan. 1538) op 't Peerdenkerckhof dair die stove te staen plach. 15. R 213, 284 akte van 18 december 1461) schuttershof ge noemd. 17. De Bolhof in de Zuidmolenstraat zie R 213,220v (akte van 9 sept. 1457); De Bolhof, nu het Caet- spel, N de Colve W de gang van de Colve. R 221,95v (15 maart 1549). 18. R 213, 33v akte van 5 april 1438) een erf in de Steenbergse- straat, strekkende aan de Runt- molenberch; R213, 90v (akte van 15 febr 1443) een huis en erf op te Moeregrebbe, strekkende aan de Runtmolenberch. 19. De runmolen wordt in de rente- meestersrekening van de do meinen in 1 384/1385genoemd. Volgens de rekening van 1537/ 1 538, 10v is deze in januari 1 537 afgebrand. In 1540 is de Kapel molen t.b.v. de huidvetters gere pareerd. Oprichting van de Kmto-drumband, 1957 Rabauwengasthuis bestemd tot artilleriehuis. In 1537 was daar weer een rabauwengasthuis in gericht. R 220,100 akte van 28 sept. 1537). 12. ARR 15,24 (12 juni 1568) klach ten over "onbehoorlijck schie ten" van jonge reigers in het voetboogschuttershof bij de Cel- lenzusters. 16 Stadsrek. 1484/1485,1 26v de straat achter de Roscam aan de veste. R 215,77v e.v. diverse akten van overdracht van erven aan de stad, 31 december 1496. In ARR 4, 25v-32, 17 sept. 1493-7 jan. 1494 wordt het aanleg van "straten bij Barbelen in 't Stoef- ve' genoemd. Dit was de Flu- weelenbroekstraat. Haast Iedereen heeft wel eens van padvinders en verkenners gehoord en velen zullen ook wel weten wat heden ten dage een scout is. Men heeft er misschien vroeger zelf bij gezeten of men heeft er nu kinderen o'f zelfs kleinkinderen op die club zitten. Voor zover men heeft kunnen nagaan zijn er in al die jaren in Bergen op Zoom alleen al minstens 850 leiders en leidsters geweest, die aan een niet gering aantal jeugdig en veel tijd en energie hebben besteed om hun een nuttige en ook plezierige tijdsbesteding te geven. Slechts weinigen weten evenwel hoe het Spel van Verkennen zo'n 75 jaar geleden in Bergen op Zoom is begonnen. Omdat de landelijke vere niging in 1 985 een jaar lang middels aktiviteiten haar jubileum vierde en omdat daardoor onder andere een scouting-expositie, een reünie en een studie over het verleden van de Bergse verenigingen gehouden zijn ontdekte men hoe diverse groepen meer dan 50 jaar geleden begonnen zijn. Het verhaal hieronder zal dan ook voornamelijk gaan over de start en de eerste dagen tot aan 1940. door: Rob Franssen HET ONTSTAAN Het is alweer zo'n 75 jaar geleden dat er een spel, wat in Engeland een waar succes bleek te zijn, over de Noordzee richting Nederland waaide. Het was een spel, wat nadien voor zoveel jongens en meisjes overal ter wereld bepalend is geweest en nu nog bepalend is voor hun persoon lijkheidsvorming: het Spel van Ver kennen. In Engeland was het spel toen al drie jaar oud, want 1907 wordt als het startjaar van scouting beschouwd. Dit spel ontstond voor een groot deel uit het brein van de Engelsman Robert Baden Powell. In 1900 was hij als held van Mafeking tijdens de Boerenoorlog in Zuid Afrika naar Engeland teruggekeerd en daar werd hij bevorgerd tot generaal. Hij gaf toen een boekje uit "Aids to Scouting", hulp bij het verkennen, wat een bestseller bleek te zijn. Tot zijn verbazing werd het boekje niet door soldaten gelezen, maar door jongens. Mede door toedoen van de Engelse jongensclub "Boys Brigade" ging hij het boekje speciaal voor jongens herschrijven. Hij maakte er een grondige studie van en om de bedachte theorieen eens in de praktijk te testen organiseerde hij een proefkamp met 21 jongens. Dit kamp vond plaats op het eiland Brownsea Island nabij de havenstad Poole aan de Engelse zuidkust en duurde van 1 tot 10 augustus 1907. De vijftigjarige generaal was echter nog steeds militair en in april 1908 zou hij teruggaan in actieve dienst. Haast met het uitgeven van het boek was dus geboden en op 15 januari 1908 kwam het eerste deeltje van de zes delen uit. Succes bleef niet uit. Spontaan werden er hier en daar "patrouilles" (groepje van 6 jongens) opgericht. Troepen (verzameling van 3 a 6 patrouilles) schoten als paddestoe len uit de grond. Nu had Baden Powell gedacht dat bestaande jongensorganisaties (onder andere Y.M.C.A.) de deeltjes zouden kopen, maar dat bleek anders te lopen. Patrouilles zonder hulp van ouderen gingen aan de gang. De informatie die ze vroegen kregen ze deels door het blad "The Scout". Maar er was meer nodig: uniformen, insignes, boeken, plaatselijke com- mite's, enzovoort. Kortom, een heel eigen organisatie. Scouting verbreidde zich razendsnel en sleepte Baden Powel mee. De generaal is de actieve dienst niet meer ingeweest, want hij was elders nodig. Eind 1908 waren er 60.000 scouts geregistreerd; een jaar later 100.000! 1e troepfoto met stokken 1931 Adolf Kolping PADVINDERS IN NEDERLAND In de zomer van 1910 kwam een Engelse patrouille uit Oxford een rondreis door Nederland maken en daardoor zagen geïnteresseerde mensen in Nederland wat die scouts nou wel voor lieden waren. Ze vielen natuurlijk meteen op door hun hoeden, hun stokken en vooral ook door hun hulpvaardige gedrag. Spoedig werd er in Amsterdam een patrouille geformeerd. Na een ge duchte training hielden ze ten aanschouwe van de pers op 10 december een eerste "oefening" langs de Diemerzeedijk. De publicatie hiervan gebeurde met een vooropgezet doel met het ver bluffende resultaat, dat er een maand later op 7 januari 191 1 wel 200 jongens zich aanmeldden om scout te worden.

Periodieken

De Waterschans | 1985 | | pagina 8