m&sm
K!
De bodemvondsten uit de tuin van De Zwarte Lelie, circa 1525-1575 (Schaal 1:4): rood aardewerk (a-f,i,p,q,u,w, en x), wit
aardewerk met ijzerengobe en loodglazuur ysteengoed (g,h, en v), majolica (j-o), glas (r-t) en benen tandeborstel (z).
(Tek. Gerrit Groeneweg en Vera Vandenbulcke)
Minderbroederstraat. Door de bele
gering van 1622 wordt de militaire
functie van Bergen op Zoom ver
groot. Veel legerfunctionarissen ko
pen huizen in de stad, bijvoorbeeld in
de Minderbroederstraat37). Hiervoor
zijn een aantal van hen reeds ge
noemd, waaronder Adriaen van Schil-
peroort. Adriaen was eigenaar van De
Zwarte Lelie, maar bewoonde dat
huis niet zelf38). Hij had zijn intrek
genomen in het achter De Zwarte
Lelie gelegen nieuwe huis39), de "boer
derij" aan de Dumontsdreef, die hij
daar voor 1636 had laten bouwen40).
De Zwarte Lelie en het nieuwe huis
blijven lang een onverdeeld bezit van
een opeenvolgende reeks van eige
naren. De splitsing tussen beide ob
jecten komteerst in 1801 tot stand. In
dat jaar zijn beide panden gezamen
lijk eigendom van Rudolph van Thiel,
loodgieter en Anthonij van Welij, mees
ter timmerman.
De "boerderij" aan de Dumontdreef
wordt dan eigendom van Anthonie
Feber41). DeZwarte Lelie zelf, diedan
drie woningen omvat, wordt volledig
eigendom van Anthonie van Welij42).
Veel is er dan niet meer over van het
glorierijke verleden van De Zwarte
Lelie, maar het absolute dieptepunt
moet nog komen. Jacobus Drossaers
heeft zich rond 1800 verschillende
keren bij het gemeentebestuur be
klaagd over de stank van de mest
hopen aan de Weverskat. Die mest
hopen liggen tegen zijn "militaire
quartier" aldaar, "waardoor de mili
taire zijn quartier hebben gequiteerd
(verlaten) en nu zedert een geruimen
tijd is ledig staande, 't geen aan den-
zelve een importante schaade ver
oorzaakte". Jacobus moet dus met
lede ogen aanzien hoe zijn huurders
elders in de stad een onderkomen
zoeken. Gelukkig voor hem besluit
het stadsbestuur om de mesthopen
op "eene andere convenabler (ge
schikter) plaats te laaten brengen".
Met dat doel wordt De Zwarte Lelie
door de stad aangekocht! Men komt
ondermeer overeen, dat Jacobus de
huisjes op zijn kosten zal afbreken.
De dakpannen gaan naar de vorige
eigenaar, Anthonie van Welij. Van de
bakstenen zal een scheidingsmuur
worden opgetrokken43). Het onbe
bouwde terrein, waar eens de Zwarte
Lelie heeft gestaan, wordt in 1880
door de gemeente verkocht44) aan
Petrus van de Borght, die er twee
woningen laat bouwen45). Deze hui
zen hebben er niet lang gestaan. In
1954 laat een brandstoffenhandelaar
de inmiddels onbewoonbaar ver
klaarde woningen slopen voor de
bouw van opslagloodsen, aan de
straatzijde af te sluiten met een muur
en een brede toegangspoort46). Deze
loodsen zijn nadien nog geruime tijd
als autostalling in gebruik geweest
ten behoeve van huize St.-Catharina.
In verband met de bouw van bejaar
denwoningen langs de Minderbroe
derstraat is tenslotte ook het opslag
terrein verdwenen.
De "boerderij" aan de Dumontsdreef
(Dumontsdreef 5, sectie G, nr. 6312).
Omdat de boerderij aan de Dumonts
dreef geen deel uitmaakt van de ooste
lijke straatwand van de Minderbroeder
straat, valt dat gebouw eigenlijk bui
ten het bestek van dit artikel. Maar
omdat de geschiedenis daarvan on
losmakelijk verbonden is met die van
De Zwarte Lelie, krijgt ook dit ge
bouw -zij het sumier- de aandacht.
Zoals hiervoor is uiteengezet, heeft
commissaris Schilperoort in het be
gin van de zeventiende eeuw voor
zichzelf deze woning met een daarbij
behorende stal laten bouwen achter
De Zwarte Lelie. Het was dan ook als
woonhuis bedoeld, niet als boerderij.
De Dumontsdreef waarachter dit huis
ligt, dankt zijn naam aan Jacob du
Mont, de derde eigenaar ervan. Uit
eindelijk is ook dit pand gemeente
eigendom geworden. Onlangs is het
monumentale gebouw geheel geres
taureerd47). Thans is het als kantoor
verhuurd aan het Werkvoorzienings
schap West Noord-Brabant48).
Het Daske (Minderbroederstraat tus
sen 18 en 22, sectie G, nr. 6819). Ook
het Daske kent een lange geschiede
nis. De oudste gegevens over een
huis op die plaats dateren uit 140749).
In de legger 1600-1725 komt de naam
Daske voor het eerst voor; een naam
die het waarschijnlijk te danken heeft
aan Hans van Rumst, destijds eige
naar van zowel het Daske als van de
Zwarte Lelie. "Dasken" was namelijk
de bijnaam van Hans van Rumst50).
Ritmeester Roelant van Os heeft ge
durende de eerste helft van de zeven
tiende eeuw een belangrijk aandeel
gehad in de nieuwbouw en verbouw
langs de Minderbroederstraat51). Op
het moment dat hij reeds eigenaar is
van het aangrenzende pand Oud
Rome, koopt hij van de familie Van
Rumst het Daske52). Vermoedelijk
zijn beide panden kort daarop tot één
groot huis samengevoegd en eindigt
de geschiedenis van het huis Het
Daske. De naam Daske blijft evenwel
voortbestaan, maar nu als aan
duiding voor een aantal kamerwo
ningen achter Oud Rome, "zijnde van
de huijsinge en erve gekocht, waer op
den selven heeft gebouwd vijf huijs-
jes"53).
De kamerwoningen bij het huis Oud
Rome zijn inmiddels verdwenen en
waar oorspronkelijk het huis Het
Daske heeft gestaan, bevindt zich nu
een inrit voor een 26-tal garage
boxen.
Oud Rome (Minderbroederstraat 22-
24, sectie G 6730 en 4726).
Oud Rome behoorde tot de oudste
huizen van de stad, want het bestond
reeds in 132254). De eerstvolgende
keer dat Oud Rome weer in de ge
schriften opduikt, is in 140755).
Van oudsher heeft het Minderbroeder
klooster een uitgang gehad schuin
tegenover De Klaverstraat. Zo koopt
Peter Henricxz, zeepzieder, in 1494
een kamer met bijbehorend erf "in de
strate tegens de Beterstrate (Klaver
straat) overe, aen de poorte van de
Observanten cloostere"56).
Dit is overigens niet de hoofdingang
van het klooster, maar een achter
poort57).^ 1500 blijkt, dat de achter
tuin van het huis Oud Rome naar het
noorden toe een uitgang heeft naar
dat straatje, "met een gemene poort,
sluitende die gang"58). Er is dan ook
regelmatig sprake van een huis of
stal, staand in de hof van het huis Oud
Rome, uitkomende aan de poort van
het klooster59).
In 1507 is Oud Rome eigendom van
Jan Chamberlein, koopman van "Inge-
landt". Er is dan ook sprake van een
klein huisje ten noorden van Oud
Rome60). In de loop van de zestiende
eeuw zijn deze kamerwoning en het
huis Oud Rome samengevoegd.
Jan van Silly, heer van Creke en
Steenvliet, die van 1525 tot 1529 ei
genaar is van Oud Rome, breidt de
toch al niet onaanzienlijke grondop-
pervlakte van zijn bezit uit met de hof
van het aangrenzende huis Het Wit
Konijn61). Het definitieve einde van
het huis Oud Rome komt in 1881. Op
10 augustus van dat jaar krijgt Hen-
ricus van Loon, metselaar, toestem
ming voor het afbreken van dit huis
ten behoeve van de bouw van drie
woningen62). Het meest rechts gele
gen huis van dit bouwproject, waar
eens Het Daske moet hebben ge-
9