of "onder de Catte"89). Met "Catte" bedoelt men de Minderbroeders- of Weverskat, een geschutsopstelling, die daar achter de vestingsm uur heeft gestaan90). De toevoeging "aen" of "onder de Catte" komt voor het eerst voorin 159591). Het is geen huisnaam, maar geeft alleen een indicatie voor de ligging van het pand. Het huis op het einde van de Minderbroeder straat onderscheidt zich blijkbaar van de andere woningen aan de Catte door de aanwezigheid van een hof! De oudste gegevens over woningen op deze plaats gaan terug tot 1475, wanneer er vier kamerwoningen staan 92). Talloze malen veranderen kamerwoningen in deze hoek van de stad van eigenaar. Maar vooral wan neer het over dergelijke kleine ano nieme onderkomens gaat, is het vaak moeilijk om een juist beeld te krijgen van de oorspronkelijke situatie. Vanaf de vijftiende tot in de vorige eeuw worden er op tal van plaatsen langs de Minderbroederstraat (en op de aangrenzende achtererven) hutten of kamersgebouwd voorde huisvesting van onder andere de minder welge- stelden en van soldaten. Zo noemt de meergenoemde klapper uit 1605- 1693 naast de "gewone" woningen in totaal vijfentwintig van dergelijke "huijs- kens" en "camezen" aan de oostzijde van de Minderbroederstraat. De ge schiedenis van de bebouwing aan het einde van die straat blijft om die reden voor een deel niet exact te reconstru eren. Omstreeks 150093) wordt er in de Minderbroederstraat door Kerstiaen Afb. 5. De laatste nog bestaande "cameren" Bos). Jan Boijens, smoutslager van beroep, een huis gekocht en kort daarop weer verkocht. Dat huis, erf en bijbehoren de hof is gelegen "aen de Noort- molen" en "tegens (tegenover) Sint- Anthuenisstrate (Weverskat)", duster plaatse van het latere huis "metten hoff aen de Katte". Aan de noordkant grensde het huis van Kerstiaen aan een tweetal kamerwoningen bij de "Berch van de Moutmolen"94), aan de zuidzijde stond het huis van Wouter Cornelis (de Potter?), linnenwever van beroep95). Nog verder zuid waarts, maar ook oostwaarts, achter deze bebouwing, stonden waarschijn lijk weer diverse kamerwoningen. Tot 1600 duikt een enkele keer "tHuijs den Conijnsberch" in de archiefge- gevens op96). Dat huis moet ongeveer op dezelfde plaats hebben gestaan als het huis met de hof onder de Kat. Eerst na 1600 breekt er een periode aan met wat meer duidelijkheid over de situatie aan het eind van de Minder broederstraat. In 1636 lijken vrijwel alle zestiende eeuwse kamerwonin gen en andere bouwsels te zij n verdwe nen, er is dan alleen nog sprake van het huis met de hof, omschreven als een "Out huijsken"97). Ritmeester Roe- lant van Os is hiervoor al verschillen de keren ter sprake gekomen door zijn aandeel in de veranderingen van de bebouwing langs de Minderbroe derstraat gedurende de eerste helft van de zeventiende eeuw. Zo heeft hij ook bij het "Out huijsken" twee huis jes "aen de Catte" laten bouwen98). Sedertdien is er dan ook sprake van de "hoff met de drie huiskes"99). Ook n de Minderbroederstraat (Foto Han op de kadastrale minuut van kort voor 1830 zijn ze nog terug te vinden, omschreven als drie huizen met een erf, eigendom van G. Koudsijn100). Kort daarop is deze eigendom ge splitst en overgedragen aan res pectievelijk H. Cremers (schoen maker), en J. Brinken (meester met selaar) en F.J. Buijs (verver)101). Aan het einde van de Minderbroeder straat lag de Molenberg met de van voor 1393 daterende moutmolen102). Omstreeks 1438 is deze molen ver nieuwd103), men spreekt dan van Noordmolen. De molen is afgebro ken in 1502/'03104). Waarschijnlijk lag de molenberg niet langs de Minder broederstraat, maar in het verlengde daarvan. De Minderbroederstraat liep dus oorspronkelijk dood op de molen berg. In een later stadium was door gaand verkeer mogelijk door op het eind van de Minderbroederstraat links af de Nieuwe straat of St.-Anthonius- straat (thans Weverskat) in te slaan 105). Na het afbreken van de molen moet de molenberg een prima plaats geweest zijn voor het opbouwen van een geschutsopstelling, een Kat, ach ter de stadsvesten. Tegen het einde van de zestiende eeuw is er dan ook geen sprake meer van huizen aan of nabij de molen of de molenberg, maar van aan of onder de Kat. Wanneer de geschutsopstelling wordt verwijderd is niet bekend, maar het is logisch, dat men het daarbij vrijkomende terrein snel een andere nuttige bestemming wenst te geven. Bijvoorbeeld voor de bouw van ka mers of van een huis. Wanneer in 1650 de legger van de huizen van de stad wordt opgemaakt, is het meest oostelijk gelegen object langs de We verskat een tweetal lemen huisjes, De Leemkladde genaamd. Doch op 21 mei 1706 wordt er ten oosten daarvan toch een huisen schuur verkochtaan juffrouw Catharijna Heckart106). Tus sen het huis van juffrouw Heckart en De Leemkladde ligt een open erf. Blijkbaar is dat huis gebouwd tussen 1650 en 1706 en wel op het terrein waar voorheen de Mout- of Noord molen en De kat hebben gestaan. Het huis van juffrouw Heckart verandert in de loop der tijd uiteraard regel matig van eigenaar en is ook op de kadastrale minuut van omstreeks 1830 terug te vinden in het verlengde van de Minderbroederstraat. Na het slechten van de stadsvesten en de ontwikkeling van de plannen voor de aanleg van de Noordsingel 12 wordt het huis van juffrouw Heckart een sta-in-de-weg voor het verkeer dat vanuit de Minderbroederstraat de Noordsingel wenst te bereiken. Dat is dan uitsluitend mogelijk via de We verskat en het erf naast De Leem kladde. Het spreekt dan ook vanzelf, dat de mogelijkheid om de Minder broederstraat door te trekken de aandacht van het gemeentebestuur heeft gehad. Op 26 februari 1924 vindt er een openbare veiling plaats, waarbij onder andere dit pand, We verskat 5, onder de hamer komt. Het hoogste bod wordt namens de ge meente uitgebracht en bedraagt f.1.600,—. De prijs is billijk en de gewenste verkeersverbinding kan worden gerealiseerd. Op 21 april 1927 besluit de gemeenteraad dan ook om het perceel Weverskat 5 aan te kopen. Tijdens de betreffende raadsvergadering 107) wordt nog op gemerkt, dat het vrijkomende terrein kan worden geëgaliseerd na aankoop van het terrein van het kruitmagazijn aan de Dumontsdreef. Omstreeks 1926 sloopt men het huis en de schuur van voorheen juffrouw Heckart108) en kan de direkte ver binding tussen de Minderbroeder straat en de Noordsingel tot stand gebracht worden. Op dat moment is ook de tijd gekomen, dat de drie huisjes met de hof op het eind langs de Minderbroederstraat worden ver vangen door meer in de stijl van de nieuwe Noordsingel aangespaste be bouwing. In 1930 wordt Jacobus Wennekers, broodbakker uit Heerle, dan ook vergunning verleend voor de sloop van de panden Minderbroeder straat 46-48 en 50 en voor de bouw van een winkelhuis met bakkerij op de hoek van de Noordsingel109). SAMENVATTING EN RECON STRUCTIE. In de eerste helft van de vijftiende eeuw telde de Minderbroederstraat langs de oostzijde een tiental huizen en een aantal kamerwoningen. Al leen de huizen Oud Rome en Het Bos van Zoniën lijken wat meer van allure te zijn geweest. De komst van de minderbroeders op het terrein van De Zale heeft weinig invloed gehad op die situatie. Een onbebouwd terrein langs de straat wordt als kerkhof ingericht, daar wordt ook een kapel gesticht en een straat in het verleng de van de Klaverstraat gaat als achter poort van het klooster dienen. Om streeks 1500 wordt er een huis met toebehoren en een kamer gesloopt om het kerkhof te kunnen vergroten. In de zestiende eeuw waren vooral Oud Rome en De Zwarte Lelie die qua belangrijkheid opvielen. In 1502- 1503 wordt de Noordmolen gesloopt. De eigendom van huizen en kamers blijft in handen van vooral ambachts lieden, waaronder opvallend veel met selaars, maar ook wevers, wolververs, timmerlieden, bakkers, etc. In de zes tiende eeuw wordt ook het klooster afgebroken. Echt grote verande ringen vinden plaats na 1600, wan neer militairen de toon aangeven in dit stadsdeel. Op het terrein van het voormalige klooster wordt een kruit magazijn gebouwd, hoge militaire func tionarissen breiden hun woningen uit of laten nieuwe huizen bouwen. Sol daten worden in de talrijke kamer woningen gehuisvest110). Vanaf de achttiende eeuw begint het verval van de bebouwing langs de Minderbroe derstraat. Bestaande woningen wor den gesloopt of tot logementen op gesplitst. In een later stadium wordt een deel van de open terreinen en enkele grotere panden in gebruik genomen door hoveniers. En eigen lijk is het nog steeds een vergeten stukje Bergen op Zoom. Aan de hand van de in dit artikel tot hiertoe getrokken conclusies kan een reconstructie worden gemaakt van de plaatselijke situatie omstreeks 1550 (Afb. 6). Dan ook blijkt, dat de kaart van Jacob van Deventer (Afb. 1 in overeenstemming is met de gege vens uit de archiefbronnen en de werkelijke situatie in die tijd treffend weergeeft. Wat op zijn kaart onregel matig gevormde vlekjes lijken te zijn, die globaal de bebouwing aangeven, blijkt een nauwkeurig beeld te geven van de stedebouwkundige situatie op dat moment. Hij moet werkelijk heel minitieus te werk zijn gegaan. Geheel anders is het met de fraai ogende gravure van Hogenberg (Afb. 7)111), waarop alles tot in de details lijkt te zijn weergegeven. Een aardige prent weliswaar, maar niet meer dan dat! Hij heeft zijn gravures blijkbaar op Jacobs kaart gebaseerd, zonder op de hoogte te zijn geweest van de plaatselijke situatie. Onbegrepen de tails op de kaart van Van Deventer worden door Hogenberg op onge twijfeld artistiek verantwoorde wijze tot huisjes en boompjes omgevormd op plaatsen, waar die in werkelijkheid nooit hebben gestaan. Enkele voor beelden kunnen dit wellicht verduide lijken. De toegangspoort naar het klooster is weergegeven als een bre de laan, die na een merkwaardige bocht doodloopt op de stadsvest. We hebben hier in werkelijkheid te ma ken met de Nonnenpoort, de achter uitgang van het klooster; vermoede lijk niet meer dan een smal pad dat uitkwam op het kloosterterrein en helemaal geen bocht maakte. De bocht die Hogenberg meent te zien, zijn onbetimmerde erven ten noorden van de Nonnenpoort, gele- Afb. 6. Reconstructie van de bebouwing langs de oostzijde van de Minderbroederstraat om streeks 1550. Ten opzichte van de situatie van circa 1450 bestaan de belangrijkste verschillen uit de bouw van de kapel en de vergroting van het Minderbroederkerkhof. Verklaring van de letters: a. huizen en kamers "aen de Catte" bij de Molenberg. b. de Negen Kamers c. de toegang tot het klooster d. de stal van het huis Oud Rome e. Sint Severijns f. Het Wit Konijn g. kamerwoning (Den Engel?) h. Oud Rome i. Het Daske j. De Zwarte Lelie k. Het Bos van Zoniën I. het huis waarmee omstreeks 1500 het minderbroederkerkhof vergroot wordt m. de kloosterkapel n. De Kaarde o. Sint-Jan in de Woestijne p. De Fontein van Horeb q. Het Bijlke r. De Noteboom s. De Molenberg (met dank aan Han Bos voor informatie over de ligging van de stadsmuur en van de Nonnenpoort). 13

Periodieken

De Waterschans | 1986 | | pagina 8