gen langs de kloostermuur. Een an der voorbeeld is het Minderbroeder kerkhof, dat op de tekening van Hogenberg niet meer is dan een brede inrit met aan weerszijden nota bene woningen. Hogenberg tekent twaalf woningen langs de Minder broederstraat tussen het kerkhof en de Nonnenpoort, in werkelijkheid heb ben er maar zeven gestaan. Als laat ste voorbeeld kan de noordwand van de Goudenbloemstraat worden ge noemd. Bij Hogenberg is daar een lange aaneengesloten bebouwing te zien. In werkelijkheid - en ook Jacob van Deventer geeft die juist weer - stonden er daar naast het hoekpand De Fontein slechts twee woningen, oostwaarts gevolgd door het erf en de hoofdingang van het klooster. Het is natuurlijk niet juist om de kaart van Hogenberg te beoordelen op slechts één klein facet uit de totale stads plattegrond, doch het betekent toch op zijn minst een waarschuwing aan het adres van hen, die de tekening van Hogenberg al te serieus nemen. DE VONDSTEN. Over de vondsten tenslotte, die im mers de aanleiding vormden voor dit onderzoek, kunnen we kort zijn. Het ongeglazuurde stapelbekertje van afbeelding 8h en het drinkbeker- tje van afbeelding 8g zijn voorbeel den van de efficiënte vormgeving van desteengoedprodukten uit de potten bakkersindustrie in het Duitse stadje Sieburg nabij Bonn. Dit type drink gerei is in ons land een algemene verschijning tussen vijftiende en zes tiende eeuws gebruiksafval. Uit Ber gen op Zoom is het ondermeer be kend uit de zestiende eeuwse afval putten van ondermeer het Stad huis112), de Penstraat en de Pot terstraat. Dergelijke bekertjes waren dermate populair, dat veel lokale pot tenbakkers trachtten ze met hun ei gen grondstoffen te imiteren. Zo zijn de onder 8j, k, I en m afgebeelde bekertjes en het drinkschaaltje van afbeelding 80 weliswaar uitgevoerd in majolica en van een fraaie poly chrome beschildering voorzien, maar qua vorm zijn ze rechtstreeks over genomen van de produkten uit Sie burg. Waar in Zwijndrecht tussen 1421 en 1575 het klooster Eenmsteyn stond, werden in de vijftiger jaren van deze eeuw een aantal majolica schaal tjes en bekertjes verzameld, die een verbluffende gelijkenis vertonen de met de majolica van het huis De Zwarte Lelie uit de Minderbroeder- Aft. 7. Detail van Berga ad Soman/Bergen op Zoom naar Jacob van Deventer ca. 1560: in 1581 uitgegeven door F. Hogenberg in Civitates orbis terrarum. straat113). De vondsten uit Zwijn drecht worden gedateerd in de eerste decennia van de zestiende eeuw. Het zelfde geldt ook voor het onder 8i afgebeelde fragment, waarop naar Italiaanse trant gestyleerde blaadjes zijn geschilderd. Deze datering wordt bevestigd door een vergelijkbaar kom metje, dat in Delft onder een brand- laag van 1536 is aangetroffen114). Voor werpen met vergelijkbare vorm en decoratie zijn ook bekend uit 's-Her- togenbosch, waar ze worden geda teerd in het tweede en derde kwart van de zestiende eeuw115). In Bergen op Zoom wordt reeds vanaf circa 1517 majolica vervaardigd, elders in ons land gebeurt dat pas na 1564. Het is dan ook niet uitgesloten dat het majolica drinkgerei van De Zwarte Lelie in Bergen op Zoom zelf is ver vaardigd116). Dat geldt zeer zeker ook voor een aantal kookpoten of grapen (Afb. 8a, f, p, u en x), het steel pannetje (Afb. 8e), de kamerpot (Afb. 8q) en de bakpan (Afb. 8u) uit de afvalput van de Zwarte Lelie. De Stich ting In den Scherminckel bezit iden tieke exemplaren uit beerputten, maar ook als pottenbakkersafval; vrijwel steeds gaat het daarbij om vondsten uit het tweede kwart van de zestiende eeuw. Ook vondsten van gelijkoortig aardewerk van elders in ons land ondersteunen die datering. Het lijkt dan ook alleszins reëel om te concluderen, dat Het Afvalputje van De Zwarte Lelie dateert uit circa 1525- 1575. Speciale aandacht verdient tenslotte het fragment van het baard mankruikje en de grape van de af beelding 8y. Het baardmankruikje (Afb. 8v), waarschijnlijk afkomstig uit Keulen/Frenchen, is geelachtig van kleur, maar de ogen van het gezicht zijn licht grijs gekleurd. De grape rechtsonder op afbeelding 8 wijkt duidelijk af van het gewone rood bruine Bergse produkt. Deze kook pot is gemaakt uit grijs-wit bakkende klei en is aan de buitenkant bedekt met een sterk ijzerhoudende leem- pap en vervolgens aan binnen- en buitenkant bedekt met loodglazuur. Deze kookpot is waarschijnlijk af komstig uit het gebied van de Maas vallei. Al met al geven deze vondsten, zeker de majolica en het glaswerk de indruk dat de gebruikers van dat materiaal, de bewoners dus van De Zwarte Lelie, in een economisch wat gunstiger positie verkeerden dan de gemiddelde burger in die tijd. NOTEN. RA - rechterlijke archieven SA - stadsarchief SR - stadsregister (voorl. inv. nr. 15), deel II. 1Kadastraal bekend sectie G, nummer 6223. 2. Congregatie van de zusters Francis canessen; Kadastraal bekend sectie G, nummers 4722, 4723 en 4724. 3. W.A. van Ham en J.L.C. Weijts, HET KLEINE HOF AAN DE GOUDEN BLOEMSTRAAT TE BERGEN OP ZOOM. Studiën uit Bergen op Zoom; reeks monografiën nr. 1. (Bergen op Zoom, 1978) 6 en afb. 1. 4. J. Verdam, MIDDELNEDERLANDS HANDWOORDENBOEK ('s Graven- hage, 1964). 5. Van Ham e.a., HET KLEINE HOF, 6. 6. Fol. 40 tot en met 41 verso. 7. SR fol. 176; RA 216fol. 17,69versoen 208; RA 217 fol. 19verso; RA 218 fol. 91; RA 220 fol. 153 en 290 en RA 221 fol. 139. 9. Bijlage bij SR 1628, inv. nr. 501.1 10. RA 243, fol. 66verso. 11. SR fol. 122. 12. SR fol. 182verso; RA 215 fol. 9verso en 176; RA 216 fol. 17, 69verso en 208verso. 13. RA 220 fol. 99verso en 153. 14. RA 230 fol. 146. 15. Bouwvergunning 1934 nr. 188. 16. SR fol. 122, 123, 148verso, 142verso, 168, 177,182verso en 184 en RA 213 fol. 5. 17. Zie onder andere SR fol. 148verso. 18. Folio 27. 19. Leggers van de huizen van de stad 1650-1725. 20. C.J.F. Slootmans, "Die Bruederkens van den observanten te Bergen op Zoom" in: BIJDRAGEN VOOR DE GESCHIEDENIS VAN DE PROVIN CIE DER MINDERBROEDERS IN DE NEDERLANDEN (XVI). (Roosen daal, 1954) 94. 21. Slootmans, "Die Bruederkens van den observanten", 94-95 en bijlage I. Slootmans wekt hier overigens de indruk dat deze bruikleenovereen komst op het gehele kloosterterrein betrekking heeft. 22. SR fol. 14. 23. RA 215 fol. 34. 24. RA 215 fol. 25 verso. 25. SR fol. 132. 14 26. SA voorl. inv. nr. 154. 27. Slootmans, "Die Bruederkens van den observanten", 103. Slootmans acht het niet uitgesloten, dat de achterbouw van het huidige stad huis, die in 1634 moet zijn opgetrok ken, belangrijke bouwfragmenten be vat van het voormalige observanten klooster! 28. Slootmans, "Die Bruederkens van den observanten", 103. 29. Slootmans, "Die Bruederkens van den observanten", 103-104. 30. RA 215 fol. 24verso. 31. SR fol. 132. 32. RA 229 fol. 144 en 144verso en RA 233 fol. 191verso. 33. SR fol. 112, 113verso, 132 en 139- verso; RA 213 fol. 59verso en 68. 34. RA 213 fol. 151 verso, 177 en 219. 35. RA 215 fol. 309. 36. RA 219 fol. 72. 37. Van Ham e.a., HET KLEINE HOF, 13. 38. RA 233 fol. 191verso. 39. RA 235 fol. 166verso. 40. Kohier van huizen van de stad 1636. 41. RA 274 fol. 54. 42. Notaris J. van Swieten nr. 1054-b. 43. Stadsarchief, voorl. inv. nr. 990-5. 44. Kadastrale legger 65, sectie G 715. 45. Bouwvergunning 1880, nr. 167. 46. Bouwvergunning 1954, nr. 131. 47. Bouwvergunning 1981, nr. 161. 48. Raadsstukken, verzameling 1982, nr. RO/204. 49. SR fol. 97. 50. RA 229 fol. 144. 51. Van Ham e.a., HET KLEINE HOF, 12-13. 52. RA 223 fol. 236. 53. Legger van de huizen van de stad 1750-1810. 54. C.J.F. Slootmans, PAAS- EN KOU- DEMARKTEN TE BERGEN OP ZOOM 1365-1565 (Tilburg, 1985) 855. 55. Heinric Zanden, SR fol. 97. 56. RA 215 fol. 34. 57. RA 217 fol. 325. 58. RA 215 fol. 170. 59. RA 216 fol. 46verso. 60. RA 216 fol. 46verso. Zie ook Sloot mans, PAAS- EN KOUDEMARKTEN, 377-378, 842 en 854-855. 61. RA 218 fol. 72verso en RA 219 fol. 13verso. 62. Bouwvergunning 1881, nr. 461. 63. RA 216 fol. 185. 64. RA 278. 65. Bouwvergunning 1930, nr. 33. 66. RA 216 fol. 185. 67. RA 214 fol. 55verso en 57. 68. RA 215 fol. 279verso. 69. RA 216 fol. 46verso. 70. Ter lengte van twee roeden en vier voeten (ca. tien meter). RA ?18 fol. 72verso. 71. De laatste vermelding van een huis op de plaats van Het Wit Konijn. RA 220 fol. 154. 72. Pieter Janssen, boekbinder, bezit op dezelfde plaats slechts een hof en erf. RA 221 fol. 48verso. 73. Pieter Janssen verkoopt een "hof en erf", eertijds geheten Het Wit Conijn- ken" aan Bavo Claesen en Govert diens zoon. Bavo, lijnwever van be roep, was toen eigenaar van het aan grenzende huis Sint-Severijns en Govert was eigenaar van de kamer bij Oud Rome aan de andere kant van Het Wit Konijn. RA 224 fol. 128verso. 74. RA 218 fol. 67. 75. RA 219 fol. 13verso. 76. RA 217 fol. 69verso. 77. RA 217 fol. 43verso. 78. RA 215 fol. 279. 79. RA 214 fol. 55verso, 57 en 126. 80. RA 217 fol. 69verso; RA 218 fol. 72verso; RA 219 fol. 214; RA 220 fol. 153verso en 154. 81. RA 220 fol. 153verso en RA 221 fol. 48verso. 82. Kohier van huizen van de stad 1636, fol. 40. 83. RA 215 fol. 279verso. 84. RA 215 fol. 47 en 87 en RA 221 fol. 243. 85. RA 227 fol. 127. 86. Sectie G, nummers 719 tot en met 724, leggerartikel 452. De zes loge menten werden in 1816doorSchreurs gekocht van Anthonie van Weleij (notaris Vergroezen, 7 juni). 87. RA 215 fol. 34. 88. RA 221 fol. 243. 89. Legger van de huizen van de stad 1650-1725 en klapper op protokollen van opdrachten 1605-1693 (RA 278). 90. W.A. van Ham, MERCK TOCH HOE STERCK. Bijdrage uitgegeven door de Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom nr. 4 (Bergen op Zoom, 1982) 57. 91. RA 227 fol. 149. 92. RA 214 fol. 170. 93. RA 215 fol. 165verso en 284verso. 94. RA 215 fol. 120verso. 95. RA 215 fol. 47verso en 165verso. 96. RA 215 fol. 327verso, RA 219 fol. 88verso, legger van de huizen van de stad 1600-1725 en de klapper op protokollen van opdrachten 1605- 1693 (RA 278). De klapper vermeld het huis wel, maar noemt geen data van eigendomsoverdrachten. Even als bijv. bij Het Wit Konijn, is ook hier voldoende reden om aan te nemen, dat dit huis omstreeks 1600 niet meer bestaat. 97. Kohier van huizen van de stad 1636, fol. 41. 98. Klapper op protokollen van opdrach ten 1605-1693 (RA 278). Roelant kocht dit oude huisje met de daarbij behorende hof op 20-10-1633. Bij dit perceel behoorde ook een straatje, "gelegen neffens de borneput" (RA 231 fol. 134). In zijn publicatie DE GESCHIEDENIS VAN DE OPEN BARE DRINKWATERVOORZIENING TE BERGEN OP ZOOM (Bergen op Zoom, 1985), maakt Cees Vanwesen- beeck melding van deze drinkwater put (pag. 17), integenstelling tot de put die bij de uitbreiding van het minderbroederkerkhof in de vijftien de eeuw verloren ging. 99. Legger van de huizen van de stad over de jaren 1730-1805. Zie ook de legger over de periode 1750-1810, waarin -abusievelijk- sprake is van de hof met de twee huiskens. 100. Leggerartikel 301, sectie G, nrs. 725, 726 en 727. 101. Leggerartikelen 906, 843 en 907. 102. Willem van Ham, "Open ruimten in het oudecentrum", DE WATERSCHANS (1985-4) 13, met verwijzing naar de domeinrek. 1393/'94, fol. 2v. 103. RA 213 fol. 46 en 83verso. 104. Van Ham "Open ruimten", 13, met verwijzing naar ARR inv. nrs. 644.5en 651.5. 105. Een aanwijzing voor deze veronder stelling zijn ondermeer de begren zingen van de belendende percelen. Links en rechts van de molenberg stonden woningen, achter deze wo ningen waren de stadsvesten gele gen. De huizen links van de molen grensden met hun zuidgevel aan den straat, de huidige Weverskat. Dat gold niet voor de panden ten oosten van de molen. Die liggen aan de Minderbroederstraat en hebben als zuidelijke begrenzing een huis. Zie o.a. SR 104; RA 213 fol. 46 en RA 299 fol. 54. 106. Legger van de huizen van de stad 1650-1725. RA 247 fol. 172; gekocht van de erven juffrouw Johanna Noij- dens. 107. Notulen pagina 40. 108. Kadastrale legger 6377 volgnrs. 483 en 484. 109. Bouwvergunning 1930, nr. 181. 110. De bouw van kamerwoningen wordt ook van gemeentewege gestimu leerd. Zo ontvangt de hoge militaire functionaris Schilperoort in 1634 een subsidie van 100 K. guldens, omdat hij "aen zijne huijsinge, staende opt Mlnderbroederskerckhoft noch diver- sche wooningen heeft aengetim- mert": SA voorl. inv. nr. 48, d.d. 1-12- 1634. 111. Berga ad Soman/Bergen op Zoom, naar Jacob van Deventer ca. 1560, uitgegeven door F. Hogenberg in CIVITATES ORBIS TERRARUM (Keulen, 1581). 112. Gerrit Groeneweg, "Een vroeg 16e eeuwse afvalput onder het stadhuis van Bergen op Zoom", BRABANTS HEEM, XXXIV (1982) afb. 7c. J.G.N. Renaud, "Laat-middeleuwse majolica uit nederlandse bodem", MEDEDELINGENBLAD VAN DE VRIENDEN VAN DE NEDERLAND SE CERAMIEK, nr. 8 (1957), 1-11 en van dezelfde auteur: "Voorlopers van delfts uit opgravingen", BERICHTEN VAN DE RIJKSDIENST VOOR OUD HEIDKUNDIG BODEMONDERZOEK, IX (1959), 238-244. Interessant is, dat reeds Renaud aan Bergen op Zoom dacht als mogelijke plaats voor ver vaardiging van dit drinkgerei! Zie ook: D. Korf, NEDERLANDSE MA JOLICA (Bussum, 1981afb. 186-191 114. Korf, NEDERLANDSE MAJOLICA, afb. 151. 115. VAN BOS TOT STAD; OPGRAVIN GEN IN 's HERTOGENBOSCH (red. drs. H.L. Janssen) ('s Hertogen bosch, 1983) 215 en afb. 31. 116. Gerrit Groenweg en lie. Vera Vanden- bulcke, "Vroeg 16e eeuwse geleyers- backers en hun produkten (majolica) te Bergen op Zoom", DE WATER SCHANS, XIV-1 (1984) 6-12. 15

Periodieken

De Waterschans | 1986 | | pagina 9