m
Tv
1
te behoren. Een in gedeelten (in 1516
resp. 1524) aan de kerk gekomen huis
en erf (nr. 26) bestaat in 1560 nog,
maar zal kort daarna eveneens zijn
afgebroken, waarna het perceel bij
het kerkhof is gevoegd.21) Vermoede
lijk geldt dit ook voor de huizen langs
de Kerkstraat (nrs. 23 en 24) die in 1510
nog in particulier bezit waren.22)
Uit de verkoop van De Ghulden Werelt
in 1538 blijkt wel de aarzeling die men
toen had wanneer men zich moest
afvragen of de werkzaamheden aan
het Nieuwe Werk zouden worden
voltooid. Dan immers zouden ook de
toegangen tot de kerk moeten worden
aangepast.
De toegang aan de Grote Markttussen
de huizen De Dorreboom en Cranen-
borch werd genoemd: de "roester",
"de wech dair men in de kerckdore
gaet" of "de kercstichel". Er was daar
in de grond dus een rooster aange
bracht, waardoor men trachtte te
voorkomen dat varkens of vee de kerk
zou binnenlopen. Later is dit rooster
door een poort en nog later door een
hek vervangen.23)
Toen men na 1545 kennelijk van plan
was de kerk via de dwarsarmen van
het nieuwe gedeelte toegankelijk te
maken, had men langs de reeds aange
kochte erven aan de Kerkstraat vol
doende mogelijkheid een toegangs
pad aan te leggen. Anders was dit aan
de Zuivelstraat, waar het kerkgebouw
door huizen geheel was ingesloten.
In 1546 kochten de kerkmeesters een
huis, ook al genaamd de Sekele, ten
oosten van het Oosterlingenhuis: in
1522 nog twee panden (nrs. 3 en 4)
die vervolgens zijn afgebroken en nog
jaren als open erf bleven liggen. In
1577 is dit erf aan een particulier ver
kocht24) waarna er pas in 1611/1613
nieuwe huizen zijn gebouwd, genaamd
het Haentjen en Het Witte Kruijs (thans
Zuivelstraat nrs. 20 en 22a). De ver
koop houdt verband met de aankoop
van het perceel den Gestrypten Ezel
ca. 1572 (nr. 27): dat is eveneens
afgebroken, waarna een nieuwe in
gang tot de transeptarm van de oude
kerk is gemaakt, die pas in 1612/1613
zijn tegenwoordige omvang kreeg.25)
Een en ander hield verband met de
door verval en vernieling verdwenen
huizen ten noorden van de kerk (tus
sen de tegenwoordige nrs 16 en 22)
Zowel in 1572-1577 als in 1601-1612
zijn sterke veranderingen aangebracht
aan kerkhof en toegangen tot de
kerk. Zo verdween in 1573 een oud
verhard pad op het kerkhof aan de
noordzijde van de kerk.26) In 1601/
1603 is het deel van het kerkhof aan
de noordwestkant van de kerk aan de
eigenaars van de aangrenzende pan
den in gebruik gegeven.27)
Ook het kerkhof op de Parade moet
in de zeventiende eeuw buiten gebruik
zijn geraakt. Ca. 1700 is het "Nieuwe
Werck" afgebroken (op de westelijke
zijbeuk na, waarin de grote grafmo
numenten van Morgan en De La Ket-
hullestaan). Opdeuit 1748daterende
Franse kaart blijkt het kerkhof aan de
Kerkstraat rondom het huis Keulen,
in de bronnen Nieuw Kerkhof ge
noemd, nog in gebruik te zijn geweest.
Na de verwoestingen in 1747 werd
het, met de grond van de verwoeste
huizen aldaar, omgevormd tot een
paradeplaats.28)
De Sint Gertrudiskerk met het-uitwendig- voltooide koor en dwarsschip. Detail van een tekening naar Hans Bol door A.
Tot Vadder (1598).
mm
m-.JL.tK*
55
De geschiedenis van de omgeving
van de kerk geeft steeds verdergaan
de inbreuken te zien op het bewoon
de stadsdeel. Na 1580 moest men hier
meer dan een eeuw het uitzicht heb
ben op een steeds verder vervallen
kerkgedeelte. Toen dit was afgebro
ken onstond een eerste open ruimte,
die nadien is vergroot tot de huidige
Parade. Deze vormt een relict van wat
eens de grootschalige droom was
van de Bergenaar: een kerk met de
omvang van een kathedraal.
Dichtgemetselde poortdoorgang aan
de noordzijde van de Grote Kerk,
aangetroffen bij de afbraak van het
pand Zuivelstraat 8. Foto gemeente
archief Bergen op Zoom.
AANTEKENINGEN
4.
5.
6.
7.
8.
9.
W.A. van Ham "Tussen Nijvel en
Breda. De oudste geschiedenis van
Bergen op Zoom nader beschouwd".
DE ORANJEBOOM 37 (1984) 103;
idem "De hofstadcijnzen te Bergen
op Zoom en hun betekenis voor de
oudste nederzettingsstructuur" in dit
tijdschrift 1985 nr. 2, 10-13.
De hierna genoemde archiefbeschei
den bevinden zich in het gemeente
archief te Bergen op Zoom.
Oud stadsarchief tot 1810, inv.nr.239
(stadrek. 1442/1443)15. Het is niet
zeker of deze omgang inderdaad
voltooid is.
G.C.A. Juten "De Sint Geertruikerk
te Bergen op Zoom. I Kooromgang
en brand".
TAXANDRIA 30(1923)303. Ofschoon
de schrijver uit Bergen op Zoom
afkomstig was situeerde deze de in
1355 genoemde straat, die vanaf de
Waag aan de Zuivelstraat naar het
zuiden liep ter plaatse van de huidige
Kerkstraat en niet aan hetZuivelplein
en op de Parade waar het tracé van
de (Oude) Kerkhofstraat liep.
Oud Stadsarchief 31, 59 (besluit van
18 mei 1499): 850.1 (kerkfabrieksrek.
1505/1506) 18-24.
C.L. Temminck Groll "De Sint Geer-
truidskerk te Bergen op Zoom". 'BUL
LETIN KON. NED. OUDH. BOND 9
(1956) 23-24,35. De bouw van een
nieuwe toren lijkt voor de hand te
liggen.
G.C.A. Juten "De Sint Geertruikerk
te Bergen op Zoom. III. De Nieuwe
Kerk". TAXANDRIA 31(1924(46-47);
idem "IV. De Sacramentskapel"
TAXANDRIA 31 (1924)74. Zie ook Oud
SA inv.nr.33.
Oud SA 266 (stadsrek. 1525/1526) 92.
Oud SA 1404, ongef. Zie ook Archie
ven raad en rekenkamer inv.nr.656.4
(rekening rentm.generaal 1545) 28.
Oud SA 850.2 (kerkfabrieksrek.1559/
1560) 11 v, 21 v e.v.
10. Juten, "Sacramentskapel", 75-76.
11. R 214, 34v (akte van 13 mei 1468); R
214,212v(akte van 25 juli 1477); oud
SA 31,59 (besluit van 18 mei 1499).
De reconstructie wijkt af van. die in
C.J.F. Slootmans PAAS- EN KOU-
DEMARKTEN TE BERGEN OP
ZOOM 1365-1565 (Tilburg, 1985) 299,
kaart6.
De oostelijke begrenzing van het
Oosterlingenhuis raakt aan de straat
ten westen van het waaggebouw, die
c. 1527/1528 is gerealiseerd.
12. R 214,171v(akten van 12 mei 1475); R
R 221,28v (akte van 8 okt.1546); R
226,146v(akte van 24 mei 1577); R
228,166v. (akte van 1 april 1611) en
SA 850. 2 (kerkfabrieksrek. 1559/
1560) 18v.
13. R 213.77v(akte van 20 oktober 1441
R 213, 127 (akte van 20 mei 1446): R
216, 22v (akte van 5 juni 1506); C D
Vanwesenbeeck "De Lombarden te
Bergen op Zoom". STUDIES UIT
BERGEN OP ZOOM 22(1977)67.
14. R 217,82v (akte van 26 augustus
1519). Op 2 april 1517 verkreeg de
"appelleerder" van de kerk het voor
malige Lombaardenhuis in gebruik.
Dit is kennelijk in 1518 niet meer te
bewonen, want dan krijgt hij inplaats
daarvan het huis Sinte Catline. Stads
archief inv.nr 158,318 en 318v.
15. R 216,23 (akte van 5 juni 1506).
16. SA 849.1 (legger cijnzen van de ker-
fabriek 1491), ongefol. Rente op St.
Jacobsdag op "de Witvoet aldernaest
de Gapaert". R 215,306 (akte van 28
mrt. 1505).
17. R 216, 69v (akte van 5 november
1507).
18. R 217,82v (akte van 26 augustus
1519); R 217,87 (akte van 5 sept.
1519).
19. R 220,114 (akte van 4 jan. 1538) en R
222,241v (akte van 27 jan.1553).
20. R 220,57 (akte van 14 juni 1536).
21. R 216.196v (akte van 8 aug.1516): R
21819 (akte van 3 juni 1524); R 220,261
(akte van 25 nov. 1543) en R 222,168
(akte van 12 jan. 1560).
22. R 216,135v (akte van 10 mei 1510).
Misschien moeten hier worden ge
plaatst de huizen De Kleine Sperwer
en de Kleine Houttuijn. die volgens
de kerkfabrieksrek 1559/1560,17v
eigendom waren van de kerk en waar
voor cijns werd betaald. De datum
van aankoop en die van afbraak van
die panden is tot dusverre nog niet
achterhaald.
23. SA Stadsreg.70 (akte van 22 april
1401); 114 (akte van 9 juni 1413) en
198 (akte van 26 november 1434).
Een poortje aan de zijde van de
Hoogstraat diende evenals dat aan
de zijde van de Zuivelstraat waar
schijnlijk alleen om vanuit de kerk
naar het kerkhof te gaan. Het eerst
genoemde kreeg later via een kerk-
pad een verbinding met de uitloper
van de Grote Markt naar de Hoog-
56