VERKENNINGEN IN MIDDELEEUWS BERGEN OP ZOOM - 5
DE BUREN VAN
DE MARKIES
door Willem van Ham
Het Markiezenhof vormt naast de Ge
vangenpoort en de Grote Kerk het
voornaamste "middeleeuwse" monu
mentvan de stad. Weinigen realiseren
zich, dat hier vóór de bouw van het
huidige complex de situatie heel an
ders was dan tegenwoordig.
Thans heeft het geheel een flinke
omvang. Het terrein vertoont nogal
wat hoogteverschillen. Het hoogste
punt ligt bij het achtergebouw aan de
Hofstraat op 8,4 m boven N.A.P. Het
laagste punt bevindt zich nabij de
achterpoort aan de Vismarkt op 6
meter boven dat peil. Links van de
hoofdingang, op de hoek van de
Hofstraat, ligt een punt van 6.5 meter.
De hoogteligging wordt enerzijds
bepaald door het plateau van de
Scholiersberg, die zich vroeger tot in
de achtererven en de achtertuinen
van het Hof uitstrekte. Bij de uitbrei
dingen van het Hof is deze hoogte
gedeeltelijk afgegraven. Anderzijds
speelde de geul, waardoor de Grebbe
stroomt, een rol. De kanten, die veel
steiler moeten zijn geweest, komen
nu minder uitdrukkelijk tot hun recht
omdat deze laagte geleidelijk werd
opgevuld. Evenals elders in destad is
de door de natuur gegeven situatie in
een proces van bewoning aangepast
aan het menselijk gebruik. Al testerke
hellingen in het terrein werden daarbij
afgegraven en de afkomende grond
op de lager gelegen terreinen gestort.
Aan de hand van archiefgegevens,
die hierna genoemd worden, is een
reconstructie gemaakt van de situatie
van het Hof en zijn omgeving vóór de
grootscheepse nieuwbouw in 1485
begon. Voor de reconstructie werd
tevens gebruik gemaakt van de op-
metings-tekeningen die werden op
gemaakt bij het aantreffen van bouw
en bewoningssporen op het terrein
van het Markiezenhof tijdens graaf
werken in verband met de restauratie.
KORTE
MEESTRAAT
Daarnaast kon uit de in 1825 nog
aanwezige oude verkaveling van de
aangrenzende huizenblokken een en
ander worden afgelezen. Uiteraard is
een dergelijke reconstructie voor
wijziging vatbaar; vooral opgravingen
zouden meer zekerheid over de oude
situatie kunnen brengen.
Uit de reconstructie blijkt, dat rondom
het oude Hof een drietal huizenblok
ken was gelegen: dat op de hoek van
de Kortemeestraat/Steenbergsestraat,
noordwaarts begrensd door de vóór
1500 nog openliggende Grebbe; dat
in de Steenbergsestraat, gelegen op
het terrein waar zich thans de grote
binnenplaats met de omringende ge
bouwen bevinden; op het achterter
rein van het Markiezenhof, waarthans
een beeldentuin is aangelegd, met de
aangrenzende bebouwing.1)
Tussen Grebbe en Kortemeestraat
In 1435/1436 werd een nieuwe brug
gemaakt (in de Steenbergsestraat)
vóór het Hof. Terwijl men daarmee
doende was, viel de muur om van een
perceel van de (jonk) heer van Bergen
Kaart 1. Schetskaart van de situatie
van het Hof en zijn omgeving ca. 1480.
A. Achterterrein van het Hof
BP. Terrein van het latere Beursplein
P. Poorten van het Hof
R. Rosmolen
S. Verdwenen straatje (zie voetnoot
22).
De betekenis van de cijfers is aange
geven in het artikel.
op Zoom, afkomstig van Jan Peck.
Destenen van die muur belandden in
de Grebbe en de rentmeester van de
heer liet ze opvissen, schoonmaken
en aan een muur elders verwerken.2)
Deze situatie bestond reeds in 1401.
Toen verkreeg Heynric van Woude
Clauszoon het erf ernaast, waar eer
der Jan van Spellen woonde. Op het
erf van Jan Peck had Jan van Herlaar
gewoond. Waren deze huizen ver
woest door de stadsbrand van 1397?3)
(kaart 1, nr. 1) Het volgende huis,
later het Gulden Cruys genaamd,
grensde in 1418 aan het Hof en aan
de Grebbe, zodat de verwerving van
deze percelen door de heer vóór 1418
•39
moet hebben plaatsgevonden.4) Uit
de bewoordingen van de genoemde
akte van 1401 kan men echter niet
opmaken, dat de heer van Bergen op
Zoom (die niet in die akte genoemd
wordt) het perceel van Peck toen
reeds bezat; nadien is het ernaast
gelegen erf eveneens in handen van
de heer gekomen.
Een van de grootste panden in dit
huizenblok was het reeds genoemde
Gulden Cruys. (kaart 1, nr. 2) Het
was, zoals blijkt uit bij de restauratie
aangetroffen fundamenten, ten dele
gelegen ter plaatse van de huidige
museumzaal nr. 7 en onder van het
daarnaast staande gebouw, dat van
1951-1967 als devotiekapel was inge
richt (thans dienstingang van het
Markiezenhof). Uit de hierna genoem
de akte van 1346 blijkt, dat er toen een
brouwerij was gevestigd, eigendom
van Heilzoete, weduwe van Alsteen
Potters. In 1385 wordt de brouwerij
niet meer genoemd en is het huis en
erf in bezit van Claus Lachaert.5)
Op 24 januari 1505 verkocht Thomas
Henricxszoon, bontwerker, aan de
heer van Bergen op Zoom zijn huis,
erf, achterplaats en twee kamers, ge
naamd het Gulden Cruys, dat hij in
1497 had gekocht. In de rentmees
tersrekening 1507/1508 wordt ver
meld. dat het Gulden Cruys "nu mijns
heeren Hoff" is.6)
Het perceel naast het Gulden Cruys
(kaart 1 nrs. 3 en 4) was eveneens
reeds lang bebouwd. Gemelde akte
van 1346komtvoorin hetcartularium
van de Kartuizers van Antwerpen,
thans berustende in het rijksarchief
aldaar. Het huis was toen eigendom
van Hendrik Standaert. Volgens een
akte uit 1385 was de scheepsmaker
Jan Roupeigenaar. Beide akten hebben
betrekking op de vestiging van cijnzen
of jaarrenten ten behoeve van de
Kartuizers. Het perceel is in 1447
gesplitst en gaf toen plaats aan twee
huizen: het hierna te noemen (dat in
1531 De Cleynen Mortier heette, na
dien de Mortier of het Mortierken) en
het daarna volgende.7)
De Cleynen Mortier (kaart 1,3) was in
1502-1505 eigendom van de heer,
maar waarschijnlijk had deze na het
verwerven van het Gulen Cruys (voor
lopig) geen behoefte aan dit pand en
verkocht het weer. Daarna, circa 1530,
is het echter opnieuw door hem ver
worven en in 1531 doordetoenmalige
De tegenwoordige zuidelijke achter
poort van het Markiezenhof vóór de
restauratie van het huis De Rennen
berg. 1966.
bewoner ontuimd. In 1553/1554 blijkt
het Mortierken een open plaats te
vormen.8)
In september 1533 verkochten de
erfgenamen van Jan Corneliszoon,
plattijnmaker, hun huis met erf, plaats
en achterkamer naast 't Reepken
(kaart 1,4) aan de markies van Bergen
op Zoom. In 1561/1562 blijkt ook dit
perceel geen zelfstandige eenheid
meer te zijn.9)
Meergemelde akte van 1346 noemt
het hoekhuis (kaart 1,5) als eigendom
van Jan Batenszoon. In 1385 was
Katline, weduwe van jonkheer Jan,
eigenares. Een zeker Willem Pauwels
verkocht het erf in 1397 aan Willem de
Zeelandere; deze heeft er een huis op
gebouwd. In 1400 werd het in beslag
genomen door Pieter van den Sande,
koopman van Dordrecht, aan wie
deze Willem schulden had. Een be
langrijke eigenaar was Willem de
Brouwere, die het in 1440 verwierf en
ook elders in destad bezittingen had.10)
In 1505 heette het huis Den Ouden
Salm; twee jaar later horen er een
achterhuis, erf en plaats bij. In 1532
werd het gekocht door de heer van
Bergen Zoom, die zodoende het hele
blok in handen kreeg. Wellicht is het
hoekhuis tijdens de tachtigjarige oor
log verwoest of ingrijpend verbouwd.
Vóór 1611 is het gesplitst in het Groot
Reepken (op de hoek) (kaart 2,A) en
het Cleijn Reepken (in de Kortemee
straat) (kaart 2,B) en aan particulieren
verkocht.11)
In de Kortemeestraat stond in 1523
naast het laatstgenoemde een huis
dat toen (om de verwarring groter te
maken) eveneens Cleijn Reepken
heette. In 1543 is het aan Pieter
Marinussen van der Velden, lijndraaier
verkocht. Inmiddels was het omge
doopt in De Zeeridder.11) (kaart 2,C)
Door dit hus bleek in 1576/1577 een
gang te lopen, die bij het Markiezen
hof behoorde en door de weduwe van
Pieter gehuurd werd. Aan deze ver
bindingsgang, die in 1611 nog bestond,
was sindsdien kennelijk geen behoefte
meer; in de archiefstukken wordt er
niet meer over gesproken. Hiermee
was de verbinding tussen het Hof en
de Kortemeestraat verdwenen.12)
In de Steenbergsestraat
Ten noorden van het oude Hof in de
Steenbergsestraat bevonden zich een
aantal panden, die bij de uitbreidingen
van het hofcomplex daarin werden
opgenomen.
Jan van Herlaar, die reeds hiervoor is
genoemd als eigenaar van het huis
De zuidelijke vleugel van het Markie
zenhof met rechts de nadien verdwe
nen trapgevel van het huis Het Groot
Reepken. Detail van de tekening van
C. Pronk. 1748.
40