DE GROTE KERK
EN ZIJN OMGEVING
afb. 3
VERKENNINGEN IN MIDDELEEUWS BERGEN OP ZOOM - 6
2.r en u). Alleen het oorspronkelijke
model (Afb. 2.v) draagt de naam ber
kemeier. De daarvan afgeleide drink
glazen noemt men romers of roemers.
De roemer blijft tot in de vorige eeuw
een bijzonder populair wijnglas.10)
Een aantal jaren geleden heeft men
getracht de zeventiende eeu wse Neer-
landse roemers en aanverwante glas
modellen naar hun vorm te dateren
aan de hand van meer van 200 gesig
neerde en gedateerde stillevens van
Vlaamse en Noord-Nederlandse mees
ters, waarop dergelijk glaswerk is
uitgebeeld.11)
Volgens de daarbij ontwikkelde tabel
zijn de roemers van De Draeck en De
Scherminckel afkomstig uit de vol
gende perioden:
- 1608/1622 (Afb. 2.q);
- 1634/1676 (Afb. 2.r);
- 1638/1658 (Afb. 2.s) en
- 1652/1668 (Afb. 2.u).
OVERIGE GLASVONDSTEN
De andere glasvondsten uit de afval
put van de huizen De Draeck en De
Scherminckel zijn helaas minder
nauwkeurig te dateren. Het groenig
gekleurde drinkglas met het druppel
reliëf (Afb. 2.i) plaatst men meestal in
de vijftiende en zestiende eeuw.12)
Maar uit andere onderzoekingen blijkt
weer, dat men hier met vroeg-zeven-
tiende eeuws glas te maken heeft.13)
Hetzelfde geldt ook voor de vlecht
werkglazen (Afb. 2.k-l). De oorsprong
daarvan ligt mogelijk in de zestiende
eeuw in Antwerpen, maar gedurende
de zeventiende eeuw zijn ze ook buiten
Antwerpen erg populair.14) De onder
2.h afgebeelde glazen beker komt
eveneens reeds in de zeventiende
eeuw voor15), terwijl de vorm van het
onder 1 .m afgebeelde exemplaar zelfs
al omstreeks 1464 in zwang is.16)
Waarschijnlijk zijn dit soort drinkbe
kers dan ook in een vrijwel ongewij
zigde vorm gedurende een lange
periode in gebruik geweest. Wel zien
we in de loop der tijd de drinkbeker
iets in hoogte toenemen.
Terwijl in een groot deel van Europa
het groene Waldglas zich in een toe
nemende populariteit mag verheugen,
is men in Venetië reeds snel de glas
kunst van het westen ver vooruit.
Daar ontstaat intussen een geheel
nieuwe vormgeving en ontdekt men
de techniek voor het vervaardigen
van helder kleurloos glas. Het groene
glas is evenwel tot op de dag van
5 10cm
Afb. 3. Een tweetal flessen uit de
afvalput van de hulzen De Draeck en
De Scherminckel (tek. G.C. Groene-
weg).
vandaag voor wijnglazen in gebruik
gebleven, maar vanaf de zestiende
eeuw komt er steeds meer kleurloos
Venetiaans glas op de markt. Op het
einde van die eeuw wordt er ook op
tal van plaatsen in Nederland en België
glas vervaardigd "a la fagon de Ve-
NOTEN
1. L.J. Weijs, "Putvondsten achter
Draeck en Scherminckel" in: DE HUIZEN
DRAECK EN SCHERMINCKEL (Ber
gen op Zoom, 1976) 34, afb. 57.
2. F. Gieles, "Een laat-middeleeuwse
glaswerkplaats te Bergen op Zoom",
DE WATERSCHANS, I (1968-2) 33-
36 en 64-68: idem, "Glasvondst te
Bergen op Zoom", BRABANTS
HEEM, XXXII (1980) 65-73 en idem,
"Enkele unieke drinkglasmodellen uit
de 16e eeuw gevonden te Bergen op
Zoom". BRABANTS HEEM, XXIV
(1982-3) 116-123.
3. C.J.F. Slootmans, PAAS- EN KOU-
DEMARKTEN TE BERGEN OP
ZOOM 1365-1565 (Tilburg, 1985)
1343.
4. B. Dubbe, "Hessische glasexport
naar Nederland", BULLETIN VAN
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE
OUDHEIDKUNDIGE BOND, XV
(1962) 299-310.
nise" (op Venitiaanse wijze). Het bier
glas (Afb. 2.j) en de kelkglazen (Afb.
2.b-fzijn weliswaar niet uit Venietië
afkomstig, maar wel uit het daar ont
dekte kleurloze glas vervaardigd. De
kelkglazen zijn zeker van jongere da
tum dan het meeste andere glaswerk
van De Draeck en De Scherminckel.
Mogelijk dateren zij zelfs uit de vroege
achttiende eeuw.
De afvalput van De Draeck en De
Scherminckel leverde tenslotte de
fragmenten op van een tweetal opval
lend slanke flessen (Afb. 3). Dergelijke
apothekers- of kwakzalversflesjes
plaatst men meestal in de zeventiende
en achttiende eeuw.17) Maar in een
meerzuivercylindrischevorm komen
ze ook algemeen voor rond 1800. Dan
zijn deze flesjes afkomstig uit Frank
rijk en gevuld met parfum of planten
extracten.18) Erg stabiel zullen deze
flesjes niet hebben kunnen staan.
Men vermoedt dan ook, datze liggend
in een rekje werden vervoerd.
SLOT
De datering van het glas van De
Draeck en De Scherminckel komt
min of meer overeen met die van de
andere vondsten uit het afvalkelder-
tje: 1500-1725. Al met al geeft deze
vondst een goede indruk van de drink-
glasvormen, die gedurende die pe
riode in Bergen op Zoom algemeen
in gebruik zijn geweest. Opmerkelijk
is daarbij, dat het luxueuze en vaak
zeer fraai versierde echte Venitiaanse
glaswerk, dat vanaf de zestiende eeuw
op de markt verschijnt, tussen het
afval van De Draeck en De Scher
minckel volledig ontbreekt.
5. Franz Rademacher, DIE DEUTSCHEN
GLASER DES MITTELALTERS (Ber
lin 1933) Tef. 22.
6. C. Issings, "Glass from pit N of Vre-
denburg Castle, Utrecht" in: LIBER
CASTELLORUM; 40 VARIATIES OP
HET THEMA KASTEEL (Zutphen,
1981) 390-396.
7. G.C. Groeneweg, "Bergen op Zooms
aardewerk rond 1500", WESTER
HEEM, XXXIV (1985-6) 259-268.
8. J.G.N. Renaud, "Glas uit het einde
der middeleeuwen", BULLETIN VAN
DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE
OUDHEIDKUNDIGE BOND, XV
(1962) kolom 101-114, fig. 2.4: Rade
macher, DIE DEUTSCHE GLASER,
Taf. 36.a-b; VAN NEDERZETTING
TOT METROPOOL: ARCHEOLO-
GISCH-HISTORISCH ONDERZOEK
IN DE ANTWERPSE BINNENSTAD
(Catalogus Volkskundemuseum 3
december 1982/17 april 1983) 119-
120.
door Willem van Ham
Het kerkgebouw met het omringende stadsgedeelte ca. 1750.
Detail van de maquette in het museum Des Plans Reliëfs te Parijs.
9. Renaud, "Glas uit het einde der mid
deleeuwen", afb. 1 rechtsonder; Gie
les, "Glasvondst te Bergen op Zoom",
fig. 3.
10. Thomas Dexel, GEBRAUCHSGLAS;
GLASER DES ALLTAGS VOM SPAT-
MITTELALTER BISZUM BEGINNEN-
DEN 20. JAHRHUNDERT (Braunsch
weig, 1977) afb. 97 t/m 108 en Taf. IV.
11J.A. Brongers H.F. Wijnman, "Chro
nological classification of roemers
with the help of 17th century paintings
in the Low Countries" in: ROTTEDAM
PAPERS (Rotterdam, 1968) 15-22.
Zie ook: A.E Liederwald, DIE NIE-
DERLANDISCHE GLASFORMEN
DES 17. JAHRHUNDERTS (Freiburg,
1962) en van dezelfde auteur: "Der
Romer, Studiën zu einer Glasform",
JOURNAL OF GLASS STUDIES, X
(1968) 114-155 en XI (1969) 43-69.
12. Stephan Vandenberghe, "Les verres
de l'époque médiévaleet post-médié-
vale découverts au cours de fouiIles
récentes a Malines Prov. d'Anvers,
Belgique), ZEITSCHRIFT FÜR AR-
CHAOLOGIE DES MITTELALTERS,
X (1982) 133-145, fig. 1.9; DE SINT
PIETERSABDIJ TE GENT; HET RIJ
KE LEVEN VAN ZIEKE MONNIKEN;
TWEE AFVALPUTTEN UIT DE IN
FIRMERIE 1600-1780 (Gent, 1985)
cat.nrs. A 133 en B 72.
13. A.M. Terlinden D.W. Crossley,
"Post-medieval glass-making in Bra
bant, the excavation of a seventeenth-
century furnace at Savenel, Nethen",
POST-MEDIEVAL ARCHAELOGY,
XV (1981) 177-206.
14. VAN NEDERZETTING TOT METRO-
POOL, cat.nrs. 471.c-d-e; H.E. Hen-
kes, "Glasvondsten afkomstig van
het kasteel te IJsselmonde", HOL
LAND, VI (1974) 19-32; R, van Wage-
ningen, "De materiële neerslag uit
een beerput van een Haarlemse lin
nenwever en/of lijnwaadmaker" in:
HAARLEMS BODEMONDERZOEK
17 (Haarlem, 1983) 38 t/m 52; Gerrit
Groeneweg, OPGRAVINGEN IN
STEENBERGEN; VERSLAG VAN
HET ARCHEOLOGISCH ONDER
ZOEK NAAR HET VOORMALIGE
GASTHUIS VAN STEENBERGEN
(N.-BR.) (Eindhoven, 1982) afb. 55
midden.
15. Walter Dexel, DAS HAUSGERAT
MITTELEUROPAS; WESEN UND
WANDEL DER FORMEN IN ZWEI
JAHRTAUSENDEN (Braunschweig-
Berlin, 1962) afb. 416.
16. Rademacher, DIE DEUTSCHE GLA
SER. Taf. 27.b-c.
17. DE SINT-PIETERSABDIJ TE GENT,
cat.nr. B 70.
18. Thomas Dexel, GEBRAUCHSGLAS,
afb. 295.
Van Swietenlaan 12
4624 VW Bergen op Zoom
Een priester of pastoor van Bergen
op Zoom wordt reedsin 1219vermeld;
toen zal er ook een kerkgebouw zijn
geweest en niet pas in 1267, zoals
onlangs nog een feestpenning wist te
melden. Er zijn geen aanwijzingen
dat deze kerk ergens anders zou
hebben gestaan dan de huidige plaats
van de Grote Kerk.
Uiteraard moet dit gebouw heel wat
kleiner van omvang zijn geweest dan
het tegenwoordige. Het stond aan
alle kanten vrij op het kerkhof, dat
echter geen rechtstreekse aanslui
ting moet hebben gehad op de Grote
Markt. De percelen in de oostwand
van het plein waren belast met een
hofstadcijns. Reeds eerder in dit tijd
schrift is getracht aannemelijk te ma
ken, dat de percelen in de oudste
kern van de stad als één blok zijn
uitgegeven.1) Is dat juist, dan is ten
50