WÊÊÊÊÊÊHÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊm
940-990, of 2. de datering volgens
Weijs kan worden gehandhaafd.
Datering van de gevonden potscher
ven is dan ook onontbeerlijk om tot
een juiste datering te komen van deze
oudste gevonden bewoningslaag.
REFERENTIES
1. L. Weijs. "Opgravingen in de Zuid
molenstraat". DE WATERSCHANS
13 (1983) 3-4.
2. L. Weijs. "Twee Middeleeuwse mun
ten gevonden te Bergen op Zoom".
DE WATERSCHANS 14 (1984) 5.
3. H A. Heidinga.'Toen het weer droog
was: een milieuramp in de 10e-
eeuw". NATUUR EN TECHNIEK
53(1985) 712-725.
H.A. Heidinga. DE VELUWE IN DE
VROEGE MIDDELEEUWEN. AS
PECTEN VAN DE NEDERZET-
TINGS-ARCHEOLOGIE VAN
KOOTWIJK EN ZIJN BUREN.(Am
sterdam, 1984).
H.H. Lamb. "Through Viking times
to the high MiddleAges". In: CLI
MATE, HISTORYTHE MODERN-
WORLD. (1982) 163-177.
M K.E. Gottschalk. STORM
VLOEDEN EN RIVIEROVERSTRO
MINGEN IN NEDERLAND. Deel I.
(voor 1400), (Assen, 1971).
BERGEN OP ZOOM
EN DE FARMACIE
Bergen op Zoom is pharmaceutisch-
historisch gezien een belangrijke stad.
Het heeft, na Amsterdam, de oudste
verordening ter regeling van het apo
thekersvak en dat der kruideniers
gehad (omstreeks 1530), het heeft in
de Franse tijd een militaire apotheek
gehad en er zijn interessante zaken
uit de grond gekomen.
Vóór de uitvaardiging van de eerste
verordening 1530, waren er al apo
thekers in Bergen op Zoom. Het hof
van de markies zal daar niet vreemd
aan geweest zijn.
In 1445/46 heeft de Cancelier te Ant
werpen "medecine" gehaald en liet
Jan van Holstraten medicine in Brus
sel halen. Er was toen typisch nog
geen apotheker in Bergen op Zoom.
Wel echter in 1472/73 toen ten be
hoeve van de heer specerijen en me
decine gehaald werden bij Gielyse
van Noten, apothecaris. In 1485/86
komt naast van (der) Nooten een Jan
de apotheker voor, die alderhande
specerien levert.
De bekendste apotheker te Bergen
op Zoom is wel Francois Manteau,
die in 1522 een deel van het huis de
"Blaue hond" aan de Grote Markt
kocht.
door Dr. D.A. Wittop Koning.
Hij bekleedde allerlei stedelijke amb
ten, zoals schepen, rentmeester,
weesmeester en wasin 1521 gezwore
ne van het gilde van de Meerse.
Hieruit kunnen we afleiden dat de
apothekers ook in Bergen op Zoom
tot het Kramersgilde behoorden. Apo
theker Manteau overleed op 25 mei
1557. Zijn graf in de Grote Kerk is nog
bewaard gebleven en wordt gedekt
door de mooiste grafsteen die we in
Nederland op èen graf van een apo
theker hebben.1)
Uit een brief van archivaris Slootmans
uit 1939 kunnen we nog gegevens
over de volgende apothekers opvoe
ren:
Jan Janssons; poorter 27 Juni 1483.
Hij komt nog voor in de stedelijke
rekeningen over 1497/98.
Dierick de Beol; poorter 18 Mei 1498,
afkomstig uit Utrecht.
Gabriel Sridders Adriaenss; poorter
16 Juni 1503.
Lijnken, weduwe Pieter in den Craen,
die in 1561 "sekere apotecarijen" aan
de stad levert.
Maar ook een medicus levert genees
middelen aan het gasthuis; Item be-
taelt aen doctor Cornelis van Nieu-
wenhoven den tweeden dach van
Junij 1594 over sekre medicamenten
bij heiji geleverd ten behoeve van
twee arme vrouwe persoonen, gelegen
hebbende op den gasthuyse al vol
gende de specificatie daarvan zijnde
als bij zijn quitantie ende ordonnantie
van den heere drossaert, beloopende
21 kar. gld, 15 stuivers.
Pieter Baltens; levert 1612/13 "ver-
scheijden medicamenten bij hem tot
behoeve van der siecken geprepareert,
volgens d'ordre hem daervan bij de
doctoren gegeven ende dat sedert
den 1en Meij 1612 totten lesten de-
cembris 1613, maecken 20 maenden
volgens zijne specificatie ende ordon
nantie compt tsamen 278 car. gld."
Francois Jaspers wordt in 1626/27
betaelt over leveringhe van specerien,
suycker, cruijt, caneel ende andere
volgens sijne cele ende ordonnantie
92 car.gld." Over 1629/30 werd be
taald aan de erfgenamen.
Dirck Grijp levert in 1628/29 aan het
gasthuis, over 1630/31 werd betaald
aan de weduwe Grijp.
Johannes Kennick levert van 1633tot
1646, in 1645 echter ook Lambertus
de Rijcke, die tot 1650 alleen levert.
Johan van Alphen levert van 1660/
1670, Johan van der Heijs van 1671
Grafzerk van Francois Manteau en zijn echtgenoten in de Grote Kerk te
Bergen op Zoom
tot 1684, daarna zijn weduwe.
Jacob Bollaert overlijdt in 1673 en
werd opgevolgd door Dirck van Hattem
tot 1676. Daarnaast levert Cornelis
Maten van 1675-1677, de weduwe
Sporckmans in 1685 en Samuel van
Hattem van 1696-1704.
Nu de verordening van omstreeks
1530. Levelt, een vroegere archivaris
van Bergen op Zoom publiceerde in
1929 deze keur2), die ik in 1952 ver
geleek met de keur van Amsterdam
van 1519 en de heel bescheiden keur
van Maastricht uit 14903). De keur is
merkwaardig, omdat het stadsbestuur
eerst diverse klachten laat horen en
dan aantoont dat het redelijk is strenge
maatregelen te nemen. De klachten
waren de volgende:
"Want in diverse plaetsen bevonden
zijn dicwils vele ende meniger hande
gebreken, abusen, negligentien en de
verzuymptheyden inde appotekari-
sen, waerdoerde pacienten bezwaert,
verachtert ende zeer gepassioneerd
worden end dicwils in perikel vallen,
tot heuren grooten verdriete ende
scaden ende oick tot diffamatien der
medicinen.
Inden eersten wast daer gebreck inde
apotecarisen uut dien dat zij ongeleert
zijn. nyet onderkennende die cruyden
noch drogghen noch oick verstaende
de boecken die hoer van noode zijn
tot der exercitien van hoer apote
carisen.
Ten tweedden uut dien dat zij coopen
van lieden van buyten, hoer laxativen,
hoer gedisteleerde wateren, hoer
olyen ende zommige andere dingen
die den medecyns behouflickzijn, die
welcke nochtans nyemant onderken
nen en mach, oft die wel ende oprecht
gemaect zijn oft nyet, ende worden
daer doer alzoe bedrogen, ende alzo
bedriegen zy voorts tgemeyn volck.
Ten derden valt daer gebreck in de
apotecarysen want de medicynen zijn
te oudt ende verdorven, oft zy zyn
gemaict van cruyden, zaden, vruchten
oft wortelen, die gepluct zijn buyten
honnen tijde oft die qualick gecon-
strueert zijn ende alzoe verstorven
ende zonder mach, oft zy zijn gemaict
van drogen dieteoudt ende verstorven
zyn, oft die gesophysticeert ende ge-
valst zijn.
Ten vierden, want mettiden bevonden
is, dat zy de drogen oft andere cruyden
nyet en hadden ende gaven quyt pro
quo.
Ten vyfsten, omdat zy zomtyts uut
hoers selfs auctoriteyt meerderen en
de minderen dat gewicht der laxativen,
sonder kennen die natueren oft com-
plexien vande genen diet nemen zal.
Ten sesten dat zy geven uuyt haers
selffs auctoriteyt oft uut auctoriteyt
en de raedt van lantlopers, barbiers,
susters oft andere vrouwen zeer
stercke medicynen, laxativen, inde
welcke gaen Scamonea Coloquitida
ende dyer gelycken.
Ten sevensten want huer dienaers
inexpert wesende inde offitie huere
huysvrouwen oft jonck wijffs de me-
deceyn dispenseerde".
De maatregelen bestonden uit:
Examinatiedoordestadsmedicus met
de andere doctoren.
Eigenbereiding van composita nadat
de dokter de grondstoffen gekeurd
heeft,
Het plaatsen van naam en datum op
de potten, bussen, zakken, enz.,
Geen geneesmiddelen quid pro quo,
d.w.z. de een voor de andere geven,
Eenheid in gewicht, waarbij een
drachme overeenkomt met het ge
wicht van de Hongaafse ducaat. De
zgn. Hongaarse ducaat was een in de
Nederlanden algemeen gangbare gou
den munt met de afbeelding van de
Madonna met het kind.
Geen sterk werkende geneesmiddelen
zonder recept of op een oud recept af
te leveren;
Visitatie éénmaal per jaar door de
stadsmedicus met enkele doktoren,
waarbij opgemerkt wordt, dat men
daegelicx visiteert waer als vog helen,
visschen enz. eermen die mach ver-
coopen, oyck koert men lakenen, mee-
deendeveleanderedingen, nochtans
min peryckel in is dan in die medi
cynen.
Levering aan armen tegen taxatie
door de dokter.
Naast deze ordonnatie werd op 30
Augustus 1561 een verordening op
de kruideniers, de groothandelaren,
uitgevaardigd. Ook deze is door
Levelt5) in 1922 onder de vage titel
"Uit oude archieven" gepubliceerd4).
De tekst luidt als volgt:
'Ordonantie op ende teghens de
cruydeniers, dat sy nyet en moghen
vercoopen eenighe venynighe mede-
cynen dan int gros".
1. Alsoo dicwils bevonden is dat de
cruydeniers uuyt huns selffs raet, oft
uuyt raedt van ongeleerde persoonen,
oft uuyt eysschen van slechten sim-
pelen menschen vercoopen appelen
van coloquitida aloe ongecorrigeert.
schamonea, ender dijer gelycke ve
nynighe medecynen om dye in te
nemen het sy om camerganck, oft
tegens dye wormen oft anders, waer
dore de menschen dije dat nemen
comen dicwijls tot vele quadere acci
denten, als tot bloet quyt te worddene,
tot crancheyt der maghen ende le
veren etc. Soo is bij mijnen heeren
Drossaet Schouteth Borgermeesters
ende Schepenen deser Stadt gheor-
doneert dat van nu voortane soowel
de cruydeniers als apotecarisen dese
voergenoemde venynige medecynen
nyet en selen mogen vercoopen dan
int gros.
62