VERKENNINGEN IN MIDDELEEUWS BERGEN OP ZOOM - 7 Mi— DE VOORSTEDEN door: Willem van Ham Bij het bestuderen van de middel eeuwse stad wordt bijna steeds alleen gedacht aan het gebied binnen de stadsmuren. Toch was ook dit gebied buiten de muren bewoond. Naast het buitengebied, waar in de zestiende eeuw ca. 50 boerderijen stonden, waren er de voorsteden. Deze zijn doorVan Deventeropzijn kaart duide lijk weergegeven. De tellingen ten- behoeve van de hertogelijke belas tingen, die per haard werden gehe ven,tonen over de jaren 1480,1496 en 1526 een splitsing van het aantal huizen in "intra muros" (binnen de muren) en "extra muros" (buiten de muren).1) De archiefbescheiden kennen voor steden buiten de Lievevrouwepoort, de Steenbergsepoort, de Verloren Costpoort, de Wouwsepoort en de Bospoort. De "voorstad" buiten de Lievevrouwestraat vormde het Haven kwartier, dat tussen 1484 en 1508 binnen de stadsomwalling werd ge bracht. Een deel van dat stadsdeel bleef buiten de "uuterste poorten" ofwel het nieuwe westfront van de vesting Bergen op Zoom. Van iedere voorstad volgt hierna een korte karak teristiek. Buiten de Landpoorten. De voorstad buiten de Steenberg sepoort omvatte het gebied langs de Halsterseweg, die door een zijweg naar het westen was verbonden met de ringweg of singel langs de noorde lijke gracht van Havenkwartier (op een punt tegenover de Noordmolen) en met deZandstraat doortwee land wegen, die in elkaar overliepen.2) Op de kaart van Jac.v.Deventer is de Steenbergse poort bebouwing langs de Halsterseweg aaneengesloten weergegeven, met- enige uitlopers langs de zijwegen en de singelweg. I n 1497/1498 werd er buiten de STEEN BERGSEPOORT een nieuwe steen weg aangelegd 3). De grens van het hoge land en polder het Noordland werd gevormd door de Moerwech.4) Moeilijker terug te vinden is Lienden straetken, vermoedelijk genoemd naar het punt "aen de Lynde".5) Een andere hoek vormde "den Santput" vermoedelijk te situeren aan de weg of singel langs de stadvest, ten oos ten van de Halsterseweg. Er lagen enige boomgaarden.6) Er was ook een straatje naar een andere put, de "Gansenput". Dit straatje lag bij de Schotse vest. Sinds 1505 hadden een aantal Schotten huizen en erven in eigendom, gelegen aan de singelweg.7) In 1497 stond een wind-oliemolen in deze voorstad, aan de grens van Noord- 1. De Voorstad buiten de Steenbergsepoort. 1. Moerweg 2. Varie Bogaertberg. 3. Molenberg. 4. Molenstraatje. 5. Zandput. 6. Ganzenput. geest. De molenberg wordt nog in 1506 genoemd, de windmolen voor het laatst vier jaar nadien. Op de kaart van Jac. van Deventer (c. 1560) is in deze voorstad geen molen meer te zien. In 1535 wordt een deel verkocht van een rosmolen (molen, door een paard in beweging gezet). Er stond een brouwerij naast. De weg ernaast heette het Molenstraetken. Aan de westzijde van de straat (vermoedelijk de Halstersweg) stond een smoutmo- len (oliemolen).8) Bij de gevechten rond de stad bij het beleg in 1588 speelde de Varie Bogaert-berg een 65 rol. Deze was genoemd naar de Varie Bogaert, die op een hoog punt of berg lag.8) In de tachtigjarige oorlog is de voor stad buiten de Steenbergsepoort ge heel verdwenen: de grond werd opge nomen in de buitenwerken van de vesting. Pas na de ontmanteling daar van is de Halsterseweg door de aan leg van de Burgemeester Stule- meyerlaan weer rechtstreeks met stads- centrum verbonden. De VERLOREN COSTPOORT is lan ge tijd een stadsuitgang zonder veel betekenis geweest. Daarom was er ook geen bebouwing van enige om vang. Oostwaarts lag voornamelijk laag weiland of beemden, waardoor de Grebbe of Moervaart was aange legd (de latere Zoom). Westwaarts lag een hoger gebied, dat heuvel achtig was. In 1467 stond in de beemden een brouwerij.10) In 1483 kwam de stad in bezit van een schuur en erf. Wellicht hetzelfde gebouw, waarin de stad een (laken) ververij had gevestigd. Ook had de stad op het erf een ramerij, waar het laken op houten stellages of ramen werd gespannen In 1550 verkocht de stad, om haar schulden af te lossen, gebouw en erf. Het was gelegen bij (tegenover) het begijn hof, aan de vaart. Ten noorden ervan lag een timmerwerf voor (turf) schui ten.11) Een hoeve ten oosten van de scheepswerf heette Zoete Biggen Bogaert of hoeve.12) Het stadsbestuur kocht in 1496 een aantal erven, om daarop een begijn hof te stichten. Jarenlange voorberei dingen waren er aan voorafgegaan. De pauselijke toestemmening kwam eerst om 1495; die van de bisschop van Luik nog drie jaar daarna. In mei 1498 begon men met het bouwen van het begijnhof. Het had een eigen ommuring: langs een weg bereikte men een rechthoekig plein (een gras veld) met een eveneens rechthoekige uitloper. Midden op het plein stond de begijnhofkerk. Enige welgestelde Bergenaren lieten er huizen bouwen om er bejaarden en arme kinderen onder te brengen: 't convent Coelge- nen en 't Everdeys convent. Verder was er een "fermerie" of infirmerie voor de verzorging van zieken. Wel licht zijn dit de gebouwen, die op de kaart van Jac.van Deventer tegen de westelijke begijnhofmuur zijn ge plaatst.13) Aan de westzijde van het begijnhof heette een deel van de singelweg langs de stadsgracht "Couden- berch". Ten noorden hiervan lag een 2. De Voorstad buiten de Verloren Costpoort. 1. Koudenberg. 2. Elewoutsberg. 3. Infirmerie (ziekenhuis). 4. Zoete Biggen Hoeve. andere heuvel, in het bezit van Elewout Willemszoon, nadien van dienszoon Willem Elewoutszoon. Ele wout werd naarzijn huis op deze berg "Elewout op ten berch" genoemd. Na zijn overlijden heette de hoeve Elewouts- berch.14) In november 1580 besloot het stadsbe- stuur tot verkoop van de materialen van de begijnhofkerk, het ziekenhuis enz. Nadien zijn de laatste resten verdwenen bij de aanleg van het Begijnen- bolwerk met voorliggende hoorn werk. Deze vestingwerken zijn omge zet en uitgebreid tot het bastion Edel mo gende en het ravelijn op den Zoom. Na de ontmanteling van de vesting kreeg de Zoom het tegenwoordige tracé, zodat alleen de naam van het ravelijn en de straatnaam Bagijnhof- straat aan de oude situatie herin neren.15) De voorstad buiten de WOUWSE POORT omvatte een lintbebouwing langs de oude Wouwseweg en iangs de aangrenzende singelweg. Een zij weg liep van deze singel door het gebied van De Noort en De Meeren en boog vervolgens naar de Wouwse weg terug om ten oosten van de stad op uitte monden (thans Papverstraat/ Kastanjelaan). De voorstadsbebou wing (voorzoveraaneensluitend) be sloeg iets meer dan de helft van dat deel van de Wouwseweg. De hofstad cijns, een mogelijke bron voor de kennis van de oudste stadsplategron- den besloeg ook enige percelen buiten deze poort.16) De aangrenzende stadsgracht heette in 1447 de Diepveste; een ander deel daarvan heette Peerdenveste. Langs de straat stonden onder meer een smoutmolen met erf, molenhuis, twee kamerwoningen.17) Aan de zuidkant van de weg stond nabij de singelweg een huis met erf en ververij, ge noemde de Drie Croonen (1528). Bij na dertig jaar later was dit een brou werij. Een andere brouwerij aan deze weg heette de Drye Hoeffijsers. In 1563 is nog sprake van een erf. dat tevoren een lijnbaan was geweest. In die tijd stond er ook een (huide-) vetterij (leerlooierij).18) Op de hoek van een zijweg (thans gelegen aan de Kastanjelaan 216/- 218) stond reeds in 1407 de "lazerije" of het huis van de "Laserluden". Dit waren personen die aangetast waren door de ziekte van Lazerus, melaats heid, schurft of wat daar op leek. Jac.van Deventer noemt ze op zijn kaart "Leprosen".19) In 1478 besloten de stadsbestuurders een erf buiten de Wouwsepoort beschik baar te stellen, waarop zich kloosterzus ters zouden vestigen, die zieken (in het bijzonder pestlijders) zouden verple gen. Pas in 1513 kregen de zusters in dit klooster, genaamd het godshuis van Sint Lysbetten, een leefregel. Eerst in 1525 kwam, nadat allerlei tijdelijke onderkomens in gebruik wa- 66

Periodieken

De Waterschans | 1986 | | pagina 5