Bospoort 250 3. De Voorstad buiten de Wouwsepoort. 1De Drie Kronen. 2. Sint Elisabeth ziekenhuis. 3. Zwanen Bogaert. 4. Leprozenhuis. ren geweest, een "groot nyeuw gast- huys" tot stand.20) Aangenamer zal het lot zijn geweest van de bewoners van het grote huis met torentje, gelegen aan bovenge noemde zijweg. De archief gegevens laten toe, dit te vereenzelvigen met Zwaenen boogert, alias d'Bloxken, in 1574 een hoeve met onder meer een "huis van plaisancien", een buiten huis dus.21) Tijdens de tachtigjarige oorlog zijn zowel het gasthuis als de huizen aan de straat opgeruimd. Een groot deel verdween onder de vestingswerken. Wat van de weg overbleef (de oude Wouwsebaan) liep dood en is na de stadsuitbreiding voor een deel om gedoopt in Kastanjelaan. Bij de ont manteling van de stad kon de verbin ding tussen de Stationsstraat, die in het tracé van de Oude Wouwseweg ligt, niet met de Oude Wouwsebaan worden verbonden door de aanwezig heid van het stationsgebouw en het spoorwegterrein.22) Tussen de BOSPOORT en het Bergse bos lag eveneens een voorstad. Hier waren enige uitlopers van de bebou wing langs de beide dreven naar Borgvliet en langs de singelweg van de stadsgracht. De afstand tussen het bos en de stad was 250 meter; er was dus niet veel plaats voor huizen. Ook hier werden de huizen afgewisseld met enige bedrijfsgebouwen als een smouterij en de blekerij de Drie Snoecxkens. Het stadsbestuur was geïnteresseerd in een andere blekerij; 1- Kolveniershof. deze verdween toen vlak erbij de 2. Wijngaardberg. houwer (reservoir) van de watermolen &er9s Bos. werd gemaakt.23) In het bos kochten 4. De Voorstad buiten de Bospoort 67 HET SPUI. einde zeventiende eeuw. Anonieme potlood-tekening op perkament in de verzameling van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist. Links op de achtergrond (vaag) de Grote Kerk en rechts daarvan de Gevangenpoort. Op de voorgrond de Spuitoren met aangrenzende bebouwing. de handboogschutters van de stad in 1482 een erf, om er hun schuttershof te maken. In 1524 verkochten zij het weer, maar met het aangrenzende "Peerdekerckhoff" bleef de naam er van nog lang bekend.24) Dichter bij de stad moet het kolveniershof gelegen hebben, vlak bij de stadsvest.25) Ten zuiden daarvan lag een wijngaard- berg. Wie mocht twijfelen, dat ooit in Nederland druiventeelt is geweest, moge weten dat in de akte sprake is van een wijngaard, die op een berg stond, met pershuis, (wijn)persen- enz In 1541 kocht de markiezin deze wijngaard, maar na twee jaar deed zij er afstand van. Was de wijn te- zuur?26) Een perceel in de nabijheid heette in 1521 't Gansenvelt.27) HET HAVENKWARTIER De grootste voorstad vormde onge twijfeld het latere Havenkwartier. Oorspronkelijk zal dit niet meer heb ben omvat dan een bebouwing aan beide zijden van de haven. Het in 1472 rechtgetrokken haven kanaal eindigde met een haakse bocht: daar boog het water zuidoostwaarts, om zich bij de Ham in twee armen te splitsen. Dezuidelijkstearm is in 1500 verlengd om te dienen als toeleidings- kanaal voor de Watermolen (het zogenaamde Molenwater); de noor delijke havenarm liep tot aan het Spui en verlengde zich als het ware in de vorm van de Grebbe.28) In 1424 had het Havenkwartier aan de zuidzijde reeds een gracht en/of wal. Wellicht bestond deze gracht reeds tien jaar eerder en heeft een rekening post betreffende het maken van een gat in de wal met de aanleg van een tijdelijke brug ten behoeve van de stedelijke processie of ommegang betrekking op de Bruinevisstraat, die in de middeleeuwen Sint Gertrudis- straat heette.29) De processie zal daarlangs en via de weg langs de rand van hoog en laag naar de Sint Gertrudiskapel onder Borgvliet heb ben getrokken. Aan de noordkant van het havengebied is in die tijd geen gracht of wal bekend.30) De situatie veranderde sterk door de bouw van een nieuw westfront van de stadsomwalling, nadat in 1484-1488 het Havenkwartier aan de noord- en zuidzijde van nieuwe grachten was voorzien. In 1505-1508 is de tweede fase van dit werk voltooid met het verhogen van reeds bestaande muren en de bouw van drie poorten: de Sint Nicolaas of Houtpoort aan de noord zijde; de Ham- of Waterpoort in het midden en de Sint Jacobspoort aan de zuidzijde. De aanleg van het Molen water en de Houwer ten behoeve van de watermolen gaf de stad aan de zuidwestzijdeeen extra beveiliging.31) Het oude westfront van de stadsom- muring kon nu worden opgeruimd. De Lievevrouwepoort werd gebruikt als gevangenis en bleef als zodanig gehandhaafd. Een deel van de stads gracht ten zuiden van die poort bleef eveneens bestaan ter verbinding van de Grebbe met de Zuidvest en het Molenwater. Dit was van belang voor de in 1532 of 1533 gebouwde kleine watermolen aan de Grebbe bij het Spui. Deze molen werkte niet goed, werd in 1560 door de markies aan de stad verkocht (met het verbod daarop nog langer te laten malen) en is vervolgens in 1594 afgebroken.32) Ten noorden van de Grebbe is de stads gracht gedempt. Daar kon de Nieuwe Markt worden aangelegd. Via een reeds bestaand straatje kon een ver binding worden gemaakt tussen de Dubbelstraat en de Moeregrebstraat, die vervolgens is rechtgetrokken.33) De RIJKEBUURTSTRAAT, de verbin ding van de Lievevrouwepoort met het Spui, is ouder dan men aan de hand van de vrij jonge straatnaam zou kunnen vermoeden. Deze straat vormt in feite een verlenging van de Lievevrouwestraat in westelijke rich ting en zet zich voort in de straat langs de zuidzijde van de haven. Aan 68

Periodieken

De Waterschans | 1986 | | pagina 6