14 15 de waterschans nr. 1 1987 hoorn versterking. Het eigenlijke vestingwerk kwam langzamerhand in verval. In de jaren twintig van onze eeuw liet het rijk plannen tot herstel ma ken, die pas konden worden uitge voerd, nadat de gemeente het ra velijn in 1927 had aangekocht en er een kwekerij liet inrichten. On der leiding van architect H. van Heeswijk, lid van de rijkscommissie voor de Monumentenzorg, kon in 1931-1932 de restauratie door gang vinden. In plaats van de be staande aarden dam kwamen een houten brug met toegangspoortje, die geen historische waarde heb ben en op een weinig gelukkige plaats zijn aangebracht. Ook het opwerpen van een wal aan de stadskant van het ravelijn is uit vestingbouwkundig opzicht onjuist. Na enige strijd omtrent de bestem ming van de binnenruimte is de gemeente-kwekerij in 1977 ver plaatst. Het ravelijn is nadien tot een openbaar plantsoen ingericht. Contregarde Coehoorn In het Anton van Duinkerkenpark, tevoren Volkspark genoemd, ligt een merkwaardig eilandje. Dit ei landje, door een brug met de rest van het park verbonden, heeft een gebogen vorm. Niemand zal ver moeden, dat het een militair verle den heeft. Waar nu de brug aan de parkzijde begint, lag ongeveer de Grote of Coehoornsluis. Deze sluis, die om streeks 1700 aangelegd moet zijn, had eertijds een belangrijke func tie. Hij diende om het water uit de Zoom en uit de Liniegracht of Lig- ne door te laten in de richting van het Smitsvestje of in de richting Zoutevest. Daartoe had de sluis twee gewelven. Aan de oostkant was de sluis weliswaar beschermd door het water van de Zoominun- datie (ook wel het "Water van de derde brug", nu de Parkvijver ge noemd), maar dat vond men niet voldoende. Midden in het water werd een zogenaamde contregar de aangelegd, waarop men in tijd van oorlog desnoods troepen en geschut kon onderbrengen. Deze contragarde bestond uit een gebo gen werk van twee walstukken, die elkaar in een punt ontmoetten. De ze gebogen vorm vindt men nu nog terug in het Parkeilandje. De Grote of Coehoornsluis is ver dwenen bij het slechten van de vesting. De sluis lag in het zoge naamde Noorderfrontier, dat we gens technische moeilijkheden het laatst aan de beurt kwam. Doordat de oude grachten verdwenen, moest een nieuwe uitmonding van de Zoom worden gegraven. De stad nam de gelegenheid te baat door het kanaal vanaf Wouw ge heel onder handen te nemen. Ter wijl de slechting van het Noorder frontier in 1882 werd aanbesteed, kon met de Zoomkanalisatie pas in 1885 worden begonnen. De ge meente had reeds in 1882 het plan opgevat om de contragarde Coe hoorn met stroken grond rondom te bestemmen tot park. Daarom werd met het rijk overeengeko men, dit onderdeel buiten de vei ling van de vestinggronden te hou den. Voor de aanleg werd de tuin architect Lieven Rosseels uit Leu ven benaderd, die in juli 1886 een gekleurde ontwerptekening maak te; deze tekening bevindt zich nog in het gemeentearchief. Zijn "pu bliek Parck" is in grote lijnen vol gens plan aangelegd in 1887. De strakke contouren van de oude vesting zijn sindsdien verdoezeld door de gebogen lijnen van de parkaanleg en de aangebrachte be planting. Een ander bewaard gebleven res tant van de vestingwerken vormt de Smitsvest, gelegen aan de Van de waterschans nr. 1 1987 Gorkumweg aan de rand van het havengebied. Dit grachtgedeelte is weinig bezienswaardig. De Forten De Roovere en Pinssen Tijdens de belegeringen van Groenlo (1627) en van 's-Herto- genbosch (1629) verbleef het Staat se leger geruime tijd in Overijssel, Gelderland en oostelijk Noord- Brabant. Men vreesde, dat de Spanjaarden hiervan gebruik zou den maken elders aanvallen te doen, bijvoorbeeld op het eiland Tholen of Bergen op Zoom. In het voorjaar van 1628 vonden te Bergen op Zoom besprekingen plaats, waarbij men van militaire zijde tot de conclusie kwam, dat het aanleggen van forten op de heuvelruggen die tot Halsteren (en dus tot de oever van de Eendracht) toegang gaven, een goede oplos sing vormde. De moerassen, tus sen deze hoogten gelegen, zouden waar nodig met elkaar in verbin ding worden gebracht. In juni 1628 begonnen de werk zaamheden. Een legerkamp met een sterke bezetting onder bevel van kolonel Willem Pijnssen waak te tegen onverhoedse aanvallen. Van de zijde van Holland waren Pompejus de Roovere, heer van Hardinxveld en van de zijde van Zeeland Iman van Zuytland, heer van Moermont, ten nauwste bij de aanleg van de forten betrokken. Naar de genoemde personen kre gen de drie forten de namen van Pinssen (onder Noordgeest), De Roovere (onder Halsteren) en Moermont (onder Bergen op Zoom). In november 1628 waren de forten in staat van verdediging gebracht. Ondertussen waren in mei 1628 de werken begonnen waarmee onder Steenbergen een "zoute inundatie" werd geformeerd. Door een inun- datiesluis bij Steenbergen kon zout water worden ingelaten, dat tot aan het fort De Roovere liep. Ook Steenbergen kreeg nieuwe vestingwerken, die in de herfst van 1628 gereed kwamen. Het bleek echter nodig, ook de noordkant van die stad van een omwalling te voorzien. Dit is in de loop van 1629 voltooid terwijl in 1630 de af werking plaats had. Tot het fort De Roovere kon door middel van een "zoute" inundatie linie vanaf Steenbergen zeewater worden ingelaten, doch vandaar af moest door middel van zoet water uit de Wouwse heide een veel gro ter gebied worden geïnundeerd dan tot dusverre het geval was ge weest. De Meeren en de reeds bestaande plassen genaamd de Grote en Klei ne Melanen en andere vennen on der Noordgeest en Halsteren wer den door kanalen, "doorsnijdin gen" genoemd, met elkaar in ver binding gebracht. Tijdens de vele landoorlogen, die de republiek sinds 1670 moest voeren, werden de forten bemand en het tussenliggende land onder water gezet. De linie was "in wer king" zoals men dat wel noemde. Verdere werkzaamheden aan de li nie bleven wellicht achterwege, omdat in de jaren 1702-1713 de inundatie in verband met de oor logstoestand in werking was. Pas in 1727 werd onder leiding van inge nieur Van Bommel een nieuwe li nie aangelegd. Hierbij zijn de for ten De Roovere, Pinssen en Moer mont en de vesting Bergen op Zoom door middel van een van re- dans (versterkte punten) voorziene wal verbonden. De linie begon bij de voorgracht tegenover de Wouwsepoort. Zij eindigde onge veer 250 meter ten noorden van fort De Roovere, waar c. 1638 een kleine redoute was aangelegd, na dat de Spanjaarden in 1636 erin waren geslaagd, tot aan de Water kant (de Eendracht) door te drin gen. Vóór de linie lag een natte gracht. De totale lengte was ca. 5,5 km. Het tracé had een S-vorm: tussen de stad en Fort Mourmont boog het buiten (dus oostjwaarts om. Naar het noorden boog het achter (dus west)waarts om. De aanleg ondervond reeds na enige tijd felle kritiek. De wal tussen de stad en Moermont had Van Bommel vol gens critici deze vormen gegeven, om de bezittingen van zijn familie te beschermen. Inderdaad lag aan de oude Zoom binnen de linie het landgoed "Bommelrust". De waterloop (afzonderlijk ook wel Ligne genaamd) tussen Elders Re doute onder Steenbergen en het fort De Roovere is in 1745 ver breed. De oorlog bracht in 1747 de inun daties weer in werking. Het fort De Roovere is toen door de Fransen aangevallen. Na de verovering van de stad Bergen op Zoom vielen de drie forten zonder slag of stoot in handen van de Fransen, doordat de bezetting zich zonder meer overgaf. Onder leiding van ingenieur Van Wijck vonden in 1758-1759 enige veranderingen aan de linie plaats. De voornaamste wijziging betrof de liniewal en gracht nabij de stad. Deze wal is een eind noordwaarts ingetrokken waardoor de Zoom op de liniegracht en deze gracht recht streeks op de inundatie bij de stad uitmondde. De laatste belangrijke herzieningen aan de linie vonden in 1784 plaats. Daarbij zijn de voorwerken van de drie forten vervangen door gete- nailleerde werken, die men in ver binding met de liniewal bracht. De keelzijde (westzijde) van de hoofd wal van de drie forten met de aan grenzende flanken van de bastions en grachtsgedeelten zijn daarbij verwijderd. Hierover toonde vriend en vijand zich nadien zeer verbaasd. Napoleon besloot in 1811 Steen bergen en de linie te laten slechten. Door zijn nederlaag (in december 1813 is Steenbergen zonder meer ontruimd) kwam hiervan voorlopig niets. In 1814-1815 lieten de Ne derlanders Steenbergen weer in staat van verdediging brengen. Daarmee schreef men de laatste bladzijden van de geschiedenis van de linie. In juni 1815 besteedde men de slechting aan van het linie stuk tussen Bergen op Zoom en Fort Moermont. De wallen van Steenbergen zijn in 1816 door de Geniedienst aan de domeinadmi nistratie overgedragen. Ook de drie forten zijn als vestingwerk op geheven en buiten onderhoud ge steld. De wallen van Steenbergen zijn in 1827 samen met bijbehoren de werken (onder meer fort Henri- cus) aan particulieren verkocht. Het opgeven van Steenbergen maakte de linie waardeloos en de vesting Bergen op Zoom relatief zwak. Ondanks dat is in 1830- 1832 de inundatie bij Bergen op Zoom weer in werking gesteld. Doordat er niet veel regen viel, was de waterstand in de polders slechts matig: er moest zeewater worden ingelaten. In de veertiger jaren van de negentiende eeuw werd ener zijds bepleit de gehele linie op te geven; anderzijds waren er stem men, die voor herstel pleitten. Nog jarenlang zouden de restanten van de linie zich blijven aftekenen in het landschap, op de luchtfoto's en kaarten. Het fort Moermont liet geen enkel spoor achter, terwijl de resten van de linie tussen de stad Bergen op Zoom en het fort door de aanleg van een industrieterrein zijn uitgewist. Zoom De linie van Bergen op Zoom vanaf de stad rechtstot aan de inundatie van het Laag. Fragment van de kaart, door Fr. van Schoten, 1627, uitgegeven door G. B/aeu, 1629.

Periodieken

De Waterschans | 1987 | | pagina 9