Keldermans, een architectonisch
netwerk in de Nederlanden
De vensterkorven van het Markiezenhof
18
19
A'ftRi.RMANs
architectonisch netwerk
de waterschans nr. 2 1987
Ter gelegenheid van het ge
reedkomen van de restauratie van
het Markiezenhof te Bergen op
Zoom, organiseert het in dat ge
bouw gevestigde Gemeentemu
seum een tentoonstelling over de
bouwmeestersfamilie Keldermans
(20 juni tot 7 september 1987).
Het Markiezenhof is het voor
malige stadspaleis van de markie
zen van Bergen op Zoom. Het is
een schepping van Anthonis I Kel
dermans, die omstreeks 1490 bij
de vernieuwing en uitbreiding van
dit hof betrokken werd, terwijl na
diens overlijden in 1512 zijn zoon
Rombout II er de laatste hand aan
legde. In 1522 kon met de plaat
sing van de befaamde monumen
tale Christoffelschouw deze ver
nieuwing als beëindigd worden be
schouwd. Dit gebouw is het enige
gaaf bewaard gebleven laatgotisch
stadspaleis in Nederland en het is
uit de zorgvuldige restauratie, die
een kwart eeuw heeft gevergd,
luisterrijk herrezen.
Het Markiezenhof was tot
1795 in gebruik als woning voor de
markies en zijn familie, terwijl er
ook diens Raad- en Rekenkamer
en het Leenhof in gevestigd waren.
In de Franse tijd diende het com
plex tot militair hospitaal. Daarna
werd het kazerne en bleef dat tot
1957. Het gebouw werd vervol
gens door de gemeente Bergen op
Zoom, die sedert het begin van de
negentiende eeuw reeds eigenaar
was, bestemd tot cultureel centrum
met huisvesting voor o.a. het Ge
meentemuseum doch het diende
eerst een algehele restauratie te
ondergaan. Na een uitvoerig voor
onderzoek is men in 1963 daar
mee begonnen en deze is zojuist
gereedgekomen. Op 27 mei heeft
H.M. Koningin Beatrix het Markie
zenhof officieel geopend.
De tentoonstelling geeft een
overzicht van het oeuvre van de
bouwmeestersfamilie Keldermans
in Nederland en België, waarbij de
reeds genoemde Anthonis I en
Rombout II centraal staan.
Dat zal geschieden met afbeeldin
gen van die gebouwen in de vorm
van schilderijen, tekeningen en
prenten, waarbij er naar gestreefd
is de vroegst mogelijke afbeeldin
gen ervan bijeen te brengen, voorts
bouwfragmenten en uiteraard
onmisbaar fotomateriaal, oud
en recent. Deze tentoonstelling
kreeg als titel mee: "Keldermans,
een architectonisch netwerk in de
Nederlanden".
De bouwpraktijk van de Kelder-
mansen bestreek immers het hele
gebied van Alkmaar tot Gent, van
Utrecht tot Leuven, van Brussel,
Lier en Mechelen tot Antwerpen
en Bergen op Zoom.
De beoogde catalogus groeide
uit tot een afzonderlijk boekwerk,
in de uitgave waarvan de Staatsuit
geverij geïnteresseerd bleek. Dit
ruim geïllustreerde boek, dat de
zelfde titel draagt als de tentoon
stelling, bevat bijdragen van prof.
dr. ir. R. Meischke (RU Leiden),
H. Janse (Rijksdienst Mon. Zorg)
en de dames prof. dr. F. van Tyg-
hem (RU Gent), B. v.d. Berg, L.
van Langendonck (Mechelen), J.
Leys en C. van Wylick-Wester-
mann. Aan de orde komen kerke
lijke bouwprojecten, stedelijke
bouwopgaven, bestuursgebouwen,
huizen en hoven, kasteelfortifica
ties, het bouwbedrijf en de steen-
handel, reizende bouwmeesters en
Brabantse handelsgothiek en de
samenstelling van deze familie met
zijn vele gelijkluidende en daar
door verwarring gevende voorna
men.
De redactie van deze bundel was in
handen van de reeds genoemde
auteurs Janse, Meischke, Van
Tyghem alsmede J.H. van Mossel
veld (Gemeente-archief en mu
seum Bergen op Zoom) die als
eind-redacteur optrad.
Tot dusver ontbrak een standaard
werk over het oeuvre van deze
bouwmeesters, die gedurende zo'n
vijftal generaties in Noord en Zuid
een grote bouwpraktijk hadden.
Door het verschijnen van dit boek,
waaraan veel nieuw archiefonder
zoek ten grondslag ligt, wordt on
getwijfeld in een manco voorzien.
Het is een uitgave van de Staatsuit
geverij in samenwerking met het
Gemeentemuseum van Bergen op
Zoom. Het is verkrijgbaar in dat
museum en in de boekhandel. De
prijs bedraagt 39,50.
sints kennis van soortgelijke wer
ken hebben, vooral baart de juiste
afdeling der gaten, door welke de
ijzeren staven malkander door-
kruissen, de grootste verwondering
van dit werk".
"Al dezelve geen bevallige uitwer
king aan het oog doen".
Mooi zijn ze niet, de enige versie
ring bevindt zich in het midden van
elke korf en dan nog een vrij sim
pele die nu prettig opvalt door de
kleurtjes die men heeft aange
bracht. Toch is deze versiering be
langrijk voor de constructie zoals
verderop zal blijken. vooral
baart de juiste afdeling der gaten
de grootste verwondering van
dit werk" (3).
Al had men toen nog geen rolme-
ters en duimstokken, men kon met
de toenmaals gebruikelijke maten
zoals duimen, voeten, enz. wel de
gelijk uit de voeten en het maken
van seriewerk met gebruik van
mallen en stempels had men wel
degelijk onder de knie.
bewonderenswaardig om
hun zeldzaamheid
Het is mij niet bekend of dit soort
korven elders is toegepast, het lijkt
mij sterk dat het eenmalig is ge
weest. Het zou natuurlijk kunnen
zijn dat de smeden gezegd hebben
"eens maar nooit meer", want ga
er maar eens aan staan om dag in
dag uit gaten te smeden en niets
anders. Je zou er van gaan dro
men (circa twaalfduizend)
Van Mansfeld bedoelt met "echter
hun zonderling maaksel" "bijzon
der" waarmee ik het zonder meer
eens ben, echter ik vind geraffi
neerd een betere uitdrukking. Als
het op de dag van vandaag ge
maakt moest worden, zou de voor
bereiding alleen al een lieve cent
gekost hebben. Wat het maken
toen gekost heeft heb ik nog niet
kunnen ontdekken. Het zal toch
niet te vergelijken zijn met de he
dendaagse produktiekosten. Ne
men we alleen al de ronde staven,
die we nu zo op de gewenste dikte
kunnen bestellen en die toen uit
langwerpige vierkante blokken ge
smeed moesten worden.
De vervaardiging van de
korven
Deze omvat het smeden van
de gaten en de juiste afstand tussen
de gaten. Over het rond smeden
Van welke kant men ook
komt, het eerste wat opvalt zijn de
zware smeedijzeren korven voor
de ramen.
Tijdens mijn opleiding tot smid
ging ik met enkele Bergse smeden
de weddenschap aan om uit te vin
den hoe de geniaal samengestelde
korven tot stand zijn gekomen.
De Heer en/of zijn bouwmeesters
hebben toen al aan inbraakpreven
tie gedacht, en dat niet alleen,
maar ook degelijke maatregelen
getroffen. Dat het om inbraakpre
ventie ging, concludeer ik uit de
twee korven aan de kapel (een aan
de binnenplaats en een naast de in
gang) die destijds in gebruik was als
archiefbewaarplaats. (1)
door P.M.J. DINGEMANS
Dat deze korven op een geraf
fineerde manier samengesteld zijn,
zal iedereen met me eens zijn en
wat dat betreft sta ik niet alleen. Jo-
han Faure vermeldde in zijn werk
over de stadshistorie "de venster-
korven, bewonderenswaardig om
hun zeldzaamheid" (2). Dan de
passage uit het handschrift van
Van Mansfeld. "Hetgeen tegen
woordig de aandacht der kunst
kenners het meeste tot zich trekt,
zijn de ruitwijze gevormde ijzers,
voor de ramen aan de voorzijde
van dit hof. Al dezelve geen beval
lige uitwerking aan het oog doen,
echter hun zonderling maaksel en
juiste uitvoering, een vorm van
verwondering zijn aan alle die enig-
St.i.t:si.iti'!'ver.|. 's Gr ivenhmri
GemécnteiHusciMi] Het Markiczen hof, Bcf e;cir op Zoom j
Eerste vensterkorf aan de voorgevel. (Foto Rijksdienst v.d. Mon. Zorg).