27 de waterschans nr. 2 1987 tief van de burgemeester uit voorzorg naar het stadhuis overge plaatst. De voorzichtige houding van de militairen tegenover het Markie zenhof kwam meer voor uit geld gebrek dan uit eerbied voor het ge bouw. De schaarse mogelijkheden tot verbouwing leidden tot kleine rampen. Betreurenswaardig was het vervangen van de grote mid deleeuwse trappen door houten, die gemakkelijker beloopbaar wa ren. Gelukkig liet men bij deze operatie de buitenmuren van de traptorens intakt. In 1890 voltrok zich een nieu we schanddaad. Op de grote bin nenplaats werden enkele nieuwe ramen aangebracht op een andere plek dan hun voorgangers gezeten hadden, waardoor het oude muur werk ingrijpend werd aangetast. Nog voor deze euveldaad voltooid was marcheerde de eerste restau ratie-architect van het Rijk door de poort naar binnen om het bevel rechtsomkeert te geven. Met grote discipline werd de weg terug inge slagen. VI. De restauratie van de voorgevel en het markante muurwerk De muren van het Markiezen hof zijn allemaal op gelijke wijze gemetseld. Op vijf tot zes lagen kleurige baksteen volgt een band van witte natuursteen. Steeds heeft men dit muurwerk als een karakte ristiek van het gebouw beschouwd. Bij de achttiende-eeuwse verbou wingen van de woonvleugel en van de kantoorvleugel heeft men sommige, toen vernieuwde muur gedeelten ook op deze wijze uitge voerd. Nimmer werd een gedeelte van het muurwerk bepleisterd, hoewel de stad er omheen geleide lijk een witte gedaante kreeg. Bij de algehele restauratie van het Markiezenhof in deze eeuw heeft men eveneens met grote zorg het muurwerk met bijpassend materiaal hersteld, waardoor de oorspronke lijke buitenhuid van het gebouw geen littekens toont. Na 1900 werd de gevel aan de Steenbergsestraat in zijn oorspron kelijke staat hersteld. De leiding was in goede handen en men be schikte over alle gegevens, zodat het resultaat verrassend was. Het Markiezenhof was na deze behan deling het meest fotogenieke ge bouw van de stad, het kenmerk van Bergen op Zoom. De neer gaande lijn van de geschiedenis zo volledig stel middeleeuwse kap pen bewaard als het Markiezenhof. Geen brand of oorlog heeft schade aangericht aan deze buitengewoon zorgvuldige oude constructies, wel ke van groot vakmanschap getui gen. Aangezien de ruimten op de zolders door vele dakkapellen wer den verlicht en daardoor bruikbaar waren, hebben de oude kappen een rol gespeeld in de geschiedenis van het huis. Het is waarschijnlijk aan deze extra ruimten die de kap pen boden toe te schrijven dat het complex de negentiende eeuw zo betrekkelijk weinig geschonden is doorgekomen. Nadat in 1795 de Franse troe pen ons land bezet hadden, wer den overal de oude bestuursvor men afgeschaft. Het Markiezaat werd geconfisceerd en het Markie zenhof ontruimd. Waarschijnlijk was dit het meest kritieke moment uit de geschiedenis van het ge bouw. Aangezien het complex zich bevond in een belangrijke vesting stad, werd het in beslag genomen door de Franse troepen, die hier aanvankelijk een hospitaal inricht ten. In een kleine stad als Bergen op Zoom zou geen enkele andere bestemming dan een militair ge bruik voor het Markiezenhof moge lijk zijn geweest. Het huis zou dan, als zoveel van dit soort complexen, in een aantal delen uiteen zijn ge vallen en onherroepelijk te gronde zijn gegaan. Het gebruik als militair hospitaal schijnt niet bijster inten sief te zijn geweest. Er werd daar voor niet zoveel aan het gebouw veranderd, waartoe vermoedelijk ook het geld ontbrak. Slechts in de woonvleugel werden een aantal vertrekken samengevoegd tot zie kenzalen. In 1820 werd het Markiezen hof ingericht tot kazerne van het Derde Regiment Infanterie, dat hier tot 1957 is gebleven. Er moes ten nu ongeveer zevenhonderd man gelegerd worden, hetgeen al leen mogelijk was door gebruik te maken van de ruime zolders. In dien deze ruimte in de kap niet voorhanden was geweest zou men het gebouw hebben moeten uit breiden of verhogen. Ook nu moest de inrichting met een minimum aan kosten plaatsvinden. Slechts op één punt vond een ingrijpende verminking plaats: het gehele complex werd systematisch ontdaan van de be timmeringen die nog op de wan den aanwezig waren. Waarschijn lijk bevonden zich hieronder nog een aantal kamerbetimmeringen uit de bouwtijd. Aangezien in ka zernes buiten de keukens vrijwel niet gestookt werd was een ver nieuwing van de stookplaatsen niet nodig. Bij de huidige restauratie werd in elk geval nog een viertal oorspronkelijke middeleeuwse schouwen aangetroffen. De grote Sint Christoffelschouw bleef tot 1844 in de kazerne aanwezig, doch werd in dat jaar - op initia- de waterschans nr. 2 1987 was definitief omgebogen, de toonzetting voor de verdere restau ratie gegeven. Nadat de voorgevel hersteld was ging het terugbrengen van de oude vorm van de vensters op de grote binnenplaats langzaam ver der. Dit werk werd onderbroken door de Eerste Wereldoorlog en kwam daarna eerst laat op gang, om met het uitbreken van de crisis direct te worden verschoven naar betere tijden. Na de Tweede Wereldoorlog werd het steeds duidelijker dat het Markiezenhof geen blijvende huis vesting aan militairen zou kunnen bieden zonder ingrijpende verbou wing. Bovendien werd de aan drang op de militairen om het ge bouw te verlaten steeds groter. In 1957 viel het besluit de kazerne te ontruimen en het gebouw over te dragen aan de stad. Het feit dat de gemeente Bergen op Zoom dit complex wilde en kon aanvaarden was de sleutel tot het daarop vol gende herstel en behoud. VII. De grote restauratie (1957-1987) en het herstelde achtererf Na enkele jaren van voorbe reiding en onderzoek kon in 1963 met de uitvoering van het werk worden begonnen. In die tijd lie pen de grote restauraties van de door de oorlog beschadigde monu menten af. Men had ervaring met omvangrijke restauraties, het vak manschap stond daardoor op een hoog peil en men beschikte nog over de juiste materialen. Ook was men eraan gewend om verdwenen gedeelten, wanneer daarvoor vol doende gegevens waren, te her bouwen. Uit de kazernetijd was er niets overgebleven dat het behoud waardig gekeurd werd. Voor de veranderingen die de Raad- en Re kenkamer in 1785 bij de galerij en kantoorvleugel op de grote binnen plaats had laten aanbrengen be stond evenmin waardering. Bij de restauratie werden de dichtgezette galerijen weer open gemaakt, de grote toren naast de ingangspoort herbouwd, de uitge- sloopte stenen trappen in de nog bestaande traptorens weer aange bracht, de middeleeuwse balklagen aangevuld en hersteld en de Sint Christoffelschouw op zijn plaats te ruggezet. Rondom werd het oude muurwerk hersteld, de kruiskozij nen weer aangebracht en de dak kapellen herplaatst. De in de acht tiende eeuw gewijzigde woonvleu gel herkreeg zijn oorspronkelijke venstervorm. Inwendig werden de doorgangen hier weer hersteld en naar de gevonden resten parket vloeren gereconstrueerd. De af werking van het interieur geschied de in dit gedeelte van het gebouw door het aanbrengen van stijlka mers. Aan de buitenzijde werd op de architectuur van de gevel aan gesloten door een tuinaanleg in achttiende-eeuwse trant. Deze onbekrompen en onbe vangen restauratie pastte geheel in de geest van de tijd. Dit werk is het laatst voltooide van de reeks grote restauraties van na de oorlog. De afsluiting ervan vormt het einde van een belangrijke periode uit de geschiedenis van het restaureren. Ook het achterterrein, dat in de kazernetijd nogal verrommeld was, werd bij de restauratie betrok ken. De gedeeltelijk bewaard ge bleven oude gebouwen werden, voor zover dat nog mogelijk was, in de oorspronkelijke toestand ge bracht. De tussenliggende ruimten kregen weer elk een eigen karak ter. Dit herstelde achtererf is wel licht de grootste zeldzaamheid van het huidige Markiezenhof. Resten van het alledaagse leven van vroe ger zijn schaarser dan overblijfselen van de rijke kanten van het be staan. Bij geen van de weinige fragmentarisch bewaarde en sterk gerestaureerde woonhuiscom plexen in België, is ook maar iets overgebleven van de vroegere dienstgebouwen. Ook bij het Mar kiezenhof was dit deel het meest geschonden, maar toch bleven hier aanzienlijke stukken bewaard. Het gebouw dat als bak- en washuis diende doorstond de aanslagen van de tijd wonderlijk goed. Van het stallencomplex bleef slechts een klein deel behouden; de grote schuur werd door een brand in 1935 zwaar beschadigd en gebrek kig hersteld. Doordat op de plaats van het verdwenen gedeelte van De achtergevel in de kazerneperiode (foto Rijksdienst v. d. Mon. Zorg, 1924). Zijgevel aan de Hofstraat (foto Rijksdienst v.d. Mon. Zorg, 1965). Kleine Binnenplaats tijdens de restauratie (foto Rijksdienst v.d. Mon. Zorg, 1968).

Periodieken

De Waterschans | 1987 | | pagina 8