Leendert Knijff, schilder van een interieur van de Sint Gertrudiskerk te Bergen op Zoom 34 35 De Waterschans nr. 3 1987 Dit voorjaar heeft het Rijksmu seum Het Catharijneconvent te Utrecht een 17de eeuws schilderij verworven met het interieur van de Sint Gertrudiskerk te Bergen op Zoom.1 Het stuk draagt de signa tuur van Leendert Knijff (1650- 1722), een van oorsprong Haar lemse schilder die zich in 1681 in St. Martin in the Fields te Londen vestigde als kunsthandelaar en schilder.2 In verschillende Engelse collecties bevindt zich werk van Knijff. Het zijn portretten, jachtstukken en ge tekende of geschilderde land schappen met paleizen en landhui zen in vogelvluchtperspectief, zo als van Windsor, Hampton Court en Clandon House.3 In de collectie van Museum Bredius, nu in het Haags Gemeentemuseum, be vindt zich een "Stilleven met dode vogels" van Knijff.4 Het schilderen van landschappen kende Knijff van huis uit. Zijn va der, Wouter Knijff, was een land schapsschilder van wie veel werk bewaard is. Ook zijn oudere broers Willem en Jacob waren schilder. Jacob was in 1672 werkzaam in Parijs en schilderde onder meer een gezicht op de stad en zeege zichten. In 1681 vertrok hij met Leendert naar Londen waar hij in datzelfde jaar stierf. In de zomer van 1693 verbleef Leendert Knijff in Bergen op Zoom, waar zijn vader zich ge vestigd had. Leendert maakte daar op 29 juni een testament, waarin zijn vader of - mocht deze eerder overlijden dan de erflater - zijn drie zusjes Geertruid, Catharina en Ma ria als erfgenaam werden ge noemd.5 Mogelijk in dit jaar of bij een be zoek aan de Republiek twee jaar la ter schilderde Knijff het interieur van de Sint Gertrudis of maakte daarvoor de schetsen. Zeker weten doen we dat niet daar het schilderij geen datering draagt. Het stuk is een gezicht op het koor, de zijbeuken en het middenschip van de kerk, gezien vanuit de west door drs. W. Zijp zijde (afb. 1). Opvallend is de koorafsluiting, die gedecoreerd is met een Tiengebodenbord. Deze zo centrale plaats in het interieur is illustratief voor de betekenis die de gereformeerden aan de Wet toe kenden. In het oog vallend is ook de triomfbalk. De plaatsing ervan is belangwekkend. Deze bevindt zich niet - zoals men zou verwachten - bij de afsluiting van het koor, maar bij de overgang van transept en schip. Deze plaats houdt mogelijk verband met de oorspronkelijke plaats van het hoogaltaar. Uit 1473 dateert een rekening, waaruit blijkt dat het altaar verplaatst werd "tot ons liefs heeren van Berghen choir wairts", dus naar het eigenlijke koor.6 Omdat in deze jaren een ok saal aangebracht werd ter afsluiting van het koor, werd geen nieuwe triomfbalk geplaatst. De gebruike lijke decoratie van de balk met een kruisiging en aan weerszijden daar van beelden van Maria en Johan nes is vermoedelijk verwijderd toen in 1580 door gereformeerden de kerk van beelden gezuiverd werd. De verdikkingen op de balk laten echter zien waar deze beelden gestaan hebben. Links in het interieur ziet men de preekstoel die voorzien is van een klankbord. Rond de preekstoel be vindt zich de zgn. dooptuin omge ven met het doophek. Recht daar tegenover bevindt zich de gouver nementsbank met als teken van waardigheid een fluwelen bekle ding en een overhuiving. Meer naar het koor toe en schuin tegen over de preekstoel staat de "gene- raelsbank" en rechts voor in het schilderij de "Vreede Regters bank". Onder het Tiengeboden bord bevindt zich een dubbele re- gentenbank. Geheel links achter de preekstoel is nog een stukje zichtbaar van de eenvoudig uitge voerde banken voor de weesjon gens.7 Het middengedeelte voor de preekstoel was de zitruimte voor vrouwen, die daartoe stoeltjes van Afb. 1. Interieur van de Sint Gertrudiskerk te Bergen op Zoom (gezicht vanuit het westen), schilderij door Leendert Knijff. ca. 1693 (Rijksmuseum Het Catharijnecon vent. Utrecht) huis meenamen of deze in de kerk huurden. In het interieur zijn enkele perso nen geschilderd. De man met de hoed rechts geeft kennelijk aan een bedelaar een aalmoes. Vermoede lijk is hier de Christelijke naasten liefde of Caritas uitgebeeld. Een werkelijke gebeurtenis zal het niet zijn. want bedelen in de kerk was verboden en zelfs mochten de "slechte of kwade bedelaars" de eredienst niet bijwonen. De kleine figuren in het interieur wijken af van wat in geschilderde kerkinte rieurs uit het midden van de 17de eeuw gebruikelijk was. Daar zijn de figuren zoals honden, spelende kinderen, zogende moeders en pratende mannen veelal meer ge detailleerd weergegeven. In ons schilderij versterken de proporties der figuren de indruk dat men met een zeer ruime kerk van doen heeft. Die indruk wordt ook ge wekt doordat de schilder een hoog standpunt heeft gekozen en een verdwijnend perspectief heeft toe gepast. Door zijn plaats vrijwel midden en achter in het schip is een symmetrische opbouw tot stand gebracht, die herinnert aan interieurs van de Oude Kerk in Delft (1662) en van de Domkerk in Utrecht (1672) door Hendrick van Vliet in het Centraal Museum te Utrecht, aan een interieur van de Sint Bavo in Haarlem door Isaac van Nickelen uit 1693 in het Frans Halsmuseum en aan een interieur van de Grote Kerk in Gouda in het Catharinagasthuis aldaar. Knijff heeft daarmee een gezichtspunt gekozen dat aansloot bij een tradi tie van het geschilderde kerkinte rieur, die na 1660 buiten Amster dam ontstond. Zo'n gezichtspunt bood volop mogelijkheid aandacht te besteden aan details van de ar chitectuur, die in de meer topogra fische interieurs van de 18de eeuwse prentkunst nog sterker naar voren komen. De met tegels en zerken belegde vloer vraagt speciale aandacht in dit interieur. Dat in de kerk begra ven werd, blijkt ook uit de rouw- borden aan de pilaren, aan de mu ren en in het koor. Het koor was als plaats waar het hoogaltaar op gesteld stond reeds in de Middel eeuwen de meest geliefde en daar mee ook meest dure plaats om be graven te worden. Een van de rouwborden op het schilderij draagt de datum 10 januari 1672 of 1673. Zeker moet het schilderij na die datum ontstaan zijn. Dege ne voor wie dit bord werd opgeha- gen is volgens het opschrift op 58- jarige leeftijd overleden. De lijst van overledenen in het Bergse ge meentearchief noemt voor die data deze persoon echter niet. Is hij mis schien elders dan in Bergen overle den en toch in de Sint Gertrudis begraven? Heraldisch onderzoek kan er misschien aan bijdragen de rouwborden op het schilderij te identificeren. Een lijst van graven in de kerk in 1692, die in het Ge meentearchief van Bergen op Zoom bewaard wordt,8 kan daarbij behulzaam zijn. Deze lijst geeft ook de verdeling van de graven in de kerkruimte. Aan de Noordzijde be vonden zich 33 graven. Aan de Zuidzijde waren het er 28, in het koor 26 en in het middenpad 12. Knijffs weergave benadert dit. In het middenpad schilderde hij ca. 15 zerken, aan de Noordzijde 28 rouwborden. aan de Zuidzijde 18 en in het koor 13. Bij vrijwel elk graf in de kerk werd blijkbaar een rouwbord opgehangen. De plaat sing van een rouwbord was duur en vermoedelijk werden met name vermogenden in de kerk begraven. Anderen vonden hun rustplaats op het Grootkerkhof of het Minder broederskerkhof. Het interieur door Leendert Knijff is niet het enige bewaarde schilderij van de Sint Gertrudis. In het Sta- tens Museum for Kunst in Kopen hagen wordt een interieur van de kerk bewaard door Gerard Houck- geest uit 16559 (afb. 2). Houck- geest woonde van 1653 tot zijn dood in 1661 te Bergen op Zoom. Met zijn schilderijen, vooral uit 1650-1651, geldt hij als een der vernieuwers onder de architectuur schilders. Dit schilderij van 1655 is echter in een meer traditionele stijl geschilderd. Het stuk is een gezicht op de preekstoel en het koor van Afb. 2. Interieur van de Sint Gertrudiskerk te Bergen op Zoom (gezicht op de preekstoel en het koor), schilderij door Gerard Houckgeest. 1655 (Statens Museum for Kunst. Kopenhagen)

Periodieken

De Waterschans | 1987 | | pagina 2