46 47 grots De Waterschans nr. 3 1987 Afb. 5. Vermoedelijke situatie Penstraat-Potterstraat-Grote Markt omstreeks 1600: St.- Geertruid (a). Valkenborg (b). Zwarte Leeuw (c). Rode Leeuw (d), Paternoster (e), Oude Handboog (f). Vleeshuis (g). stal uan de Oude Handboog (i). Klein Bijltje (j). Klein Ossenhoojd (k), stal uan Valkenborg (I), Zwart Schaap (m). Turf (n). Kleine Valk (o), tussen Kleine Valk en Turf de toegangspoort uan Valkenborg (de zgn. middenpoortde Ekster (q). het oosten grensde het grondge bied van Valkenborg uiteraard aan de Markt, maar ook aan de achter erven van de huizen Paternoster en Zwarte Leeuw.61 Met behulp van deze begrenzingen, die in overeenstemming zijn met de hier voor vermelde conclusies over de andere huizen langs de Grote Markt, kunnen we thans de per ceelsscheidingen situeren naar de toestand kort na 1400 (Afb. 3). In 1460 wordt het huis Valkenborg eigendom van Willem Adriaens; Valkenborg wordt dan als horeca bedrijf geëxploiteerd.62 De waard- eigenaar was ook op ander gebied aktief, zo deed hij veel zaken met Cornelis de Jongh Hughens uit Goes. Die transacties hadden voor al betrekking op meekrap en zaad.63 Zoals is te verwachten heeft men het grote perceel achter het huis Valkenborg niet onbenut gelaten. Wanneer het huis na Willem's dood aan de stad wordt verkocht, is er tevens sprake van een achter huis, een stalling, een hof, enzo voorts.64 De horeca-bestemming van Valkenborg blijkt dan inmid dels te zijn beëindigd. Het complex komt in handen van respectievelijk een droogscheerder, een vlees houwer en een lakenkoopman.65 Deze laatste, Diericke van Moers, wonende te Antwerpen, had ook het aangrenzende pand de Zwarte Leeuw in zijn bezit. Zoals we zagen krijgt de Zwarte Leeuw dan de naam Kleine Valk, Valkenborg wordt dan de Grote Valk.66 In 1501 blijkt, dat er bij Valkenborg ook een bornput behoort. Het is de bedoeling deze bron op te vullen en met twee kamerwoningen te be timmeren. In de archieven is regel matig sprake van pakhuizen of ka mers achter Valkenborg, die ge bruik maken van een gemeen schappelijke bornput.67 Voor de reconstructie van de Penstraat is die bebouwing van weinig belang. Omstreeks het midden van de ze ventiende eeuw komt het huis Val kenborg in handen van de familie Hoekgeest. Het perceel omvat dan een huis, erf, achterhuis, stalling en schuur en grenst dan nog steeds aan de Pen- en Potterstraat.68 In 1679 wordt Valkenborg verhuurd aan Vrouwe Prinses Aemilia van Portugal.69 En in 1849 tenslotte, zijn de huizen Valkenborg en de Zwarte Leeuw gesloopt en is - zoals hiervoor vermeld - het huidige mo numentale pand gebouwd.70 Klein Ossenhoofd Keren we dan terug naar de Penstraat. Zoals reeds is opge merkt, stond daar allereerst het Vleeshuis, in de vijftiende eeuw westwaarts gevolgd door de stal van 't Lam (later bij het Vleeshuis gevoegd), de stal van de Oude Handboog (Penstraat 2) en het turfhuis, dat later Klein Bijltje heet te (Penstraat 4). Terwijl het Klein Bijltje voorheen aan de westzijde grensde aan het erf van Valken borg, blijkt dat daar later - waar schijnlijk in het begin van de zestiende eeuw - op dat erf ook een huis is gebouwd, dat dan via de schout wordt verkocht aan Ger- truijt Norijs, weduwe van ridder Claes van Liere.71 Reeds spoedig daarna verkoopt zij dat huis aan een vleeshouwer; een reeks van vleeshouwers en beenhakkers zul len hem volgen. Ook de naam van dit huis (Penstraat 6) lijkt verband te houden met de slagerij: Klein Ossenhoofd. In 1618 komt die naam voor het eerst voor.72 Het is niet bekend of het Klein Ossen hoofd een reeds eerder bestaand achterhuis van Valkenborg was, dat nadien is verkocht, dan wel dat de eigenaar van Valkenborg een onbebouwd stuk van zijn erf ver kocht, waarop nadien Klein Ossen hoofd is gebouwd. De stal van Valkenborg Ten westen van het Klein Ossen hoofd stond - alweer - een stal (Penstraat 8 t/m 30. rechter deel). Deze stal hoorde vanouds bij het huis Valkenborg. Zwart Schaap en Turf De twee daarop volgende huizen langs de Penstraat waren het Zwart Schaap en de Turf, daarna volgde een poort van Valkenborg en tenslotte op de hoek van de Pen en Potterstraat het huis Kleine Valk. Samen met de anonieme stal moest ook het Zwart Schaap wij ken voor de onlangs gerealiseerde nieuwbouw (Penstraat 8 t/m 30). Het Zwart Schaap stond op de plaats waar de archeologische vondsten zijn gedaan, maar het is uitgerekend ook het huis, waar over het minst bekend is! De eerste vermelding van een huis met de naam Zwart Schaap dateert eerst van omstreeks 1650.73 De oudste gegevens over het huis de Turf gaan niet veel verder terug in de tijd: in 1672 wordt Valkenborg ver kocht, inclusief de Klein Valk, maar uitgezonderd "Den Torf" in de Penstraat aan de oostzijde van de poort.74 Waar lag die poort? Het antwoord op die vraag geeft een transportakte uit 1594: naast de Klein Valk.75 En op de ka dastrale kaart van omstreeks 1830 is dan ook nog duidelijk te zien, hoe het pad vanaf de poort (Penstraat 34, rechter deel) achter om de Turf en het Zwart Schaap in de richting van het huis Valken- De Waterschans nr. 3 1987 borg moet hebben gelopen (Afb. 5). Met de wetenschap dat Turf en Kleine Valk, met de daartussen ge legen poort, tot 1627 deel hebben uitgemaakt van het complex Va- leknborg, kunnen we terug naar 1592. In dat jaar verwerft Willem Frans, oud-burgemeester, het ge heel in eigendom. De aankoop omvat uiteraard het huis aan de Grote Markt, maar ook de Kleine Valk op de hoek van de Vleeshou wersstraat Penstraat) èn: een huis in die straat.76 Het huis de Kleine Valk ligt dus op de hoek van de Pen- en Potterstraat (Penstraat 34 linker deel. Penstraat 36 en Potterstraat 37bis). Dat andere huis moet - gelet op het transport in 1627 - de Turf zijn. Als ook het Zwart Schaap in 1592 reeds bestond, maakt het toen blijkbaar geen deel meer uit van Valkenborg, terwijl dat oorspron kelijk wel het geval moet zijn ge weest (Afb. 3). Reeds in 1537 is er sprake van achterhuizen van Val kenborg als belending ten westen van het Klein Ossenhoofd.77 Waarschijnlijk is dat de oudste ver wijzing naar de huizen de Turf en het Zwart Schaap. Oudere gegevens over deze hui zen ontbreken dus. Wel zijn er aan wijzingen, dat deze woningen om streeks 1500 kunnen zijn ge bouwd. Omstreeks die eeuwwisseling vin den er namelijk nogal wat bouwak- tiviteiten plaats op het terrein Penstraat-Potterstraat-Grote Markt. Zo is er in 1501 sprake van nieuwe kamers achter Valkenborg; in verband daarmee wordt een born put gedempt en een nieuwe put gegraven. Die kamers lagen welis waar niet langs de Penstraat, maar ook daar wordt gebouwd: het Klein Bijltje dateert immers uit die periode. In 1501 ook wordt het huis Valkenborg verkocht, uitge zonderd een groot perceel tussen globaal de Pen- en Potterstraat.78 Welke plannen de eigenaar daar mee had, is niet bekend, doch het is niet onaannemelijk dat hij van plan was daarop huizen te bou wen, zoals bijvoorbeeld de Turf en het Zwart Schaap. Die ambitieuze eigenaar was vleeshouwer van be roep; juist voor dat ambacht was de Penstraat van bijzonder groot belang. Kleine Valk Het huis Kleine Valk op de hoek van de Pen- en Potterstraat kwam reeds eerder ter sprake. Het pand dat er nu staat, dateert uit 1881.79 Het huis dat hier oorpsornkelijk heeft gestaan, is waarschijnlijk ge bouwd in de periode 1564-1591, wanneer de naam Kleine Valk niet langer van toepassing is op het huis de Zwarte Leeuw aan de Grote Markt.80 Aan de andere zijde van de Kleine Valk, in de Potterstraat, worden kort voor 1672 twee nieuwe huis jes gebouwd, maar die periode is voor deze studie niet meer van be lang.81 Het daarop volgende huis langs de Potterstraat is de Ekster (Pot terstraat 33), in 1438 wordt het "huijsd'Aextere" reeds genoemd.82 Herkomst van de gebruiks voorwerpen Rest tenslotte de vraag naar de herkomst van de verzamelde ge bruiksvoorwerpen. De vondsten zijn gedaan in een sleuf ter plaatse van of juist achter het huis het Zwart Schaap (Afb. 4). Zoals meest al het geval is, is het ook hier he laas niet mogelijk om met zeker heid te zeggen van welk pand het verzamelde materiaal afkomstig is. Bestonden het Zwart Schaap en de Turf toen reeds? Het is mogelijk dat men het terrein tussen de Pen en Potterstraat, of delen van dat terrein, omstreeks 1500 heeft geë galiseerd voor de bouw van wonin gen. Een in onbruik geraakte grep pel kan daartoe zijn dichtgestort met huishoudelijk afval uit de beer put van bijvoorbeeld Valkenborg. Vleeshouwer Jan Jacobuss "uuten Ghijere" moet omstreeks 1500 een belangrijke rol hebben gespeeld bij de bouwaktiviteiten in dit stads deel.83 Die datum komt aardig overeen met de datering van de verzamelde gebruiksvoorwerpen. Zekerheid daarover zal waarschijn lijk nooit kunnen worden verkre gen. Noten 1 Met dank aan de leden van de Stichting "In den Scherminckel" voor de mij verstrekte informatie en voor het feit, dat ik in de gelegenheid ben geweest om het door hen verzamelde materiaal te bewerken. 2. B. Dubbe, Hessische glasexport naar Nederland' Bulletin uan de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond XV (1962) 299-310. 3. Franz Rademacher, Die deutsche Glaser des Mittelalters (Berlin, 1933) Taf. 22. Zie ook: Helmut Ricke, Anne-Marie Kahns Marianne Cames (eds.). Glas des spaten Mittelalters: die Sammlung Karl Amendt (bearbeitet von Erwin Baumgartner), tentoonstellingscatalogus Kunstmuseum Düsseldorf 22-3/31-5-'87, Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam 13- 6/14-9-'87 en Kunstsammlung der Veste Coburg 20-3/29-5-1988 (Düsseldorf, 1987), 70. 4. C. Issings, "Glass from pit N of Vredenburg Castle, Utrecht" in: T.J. Hoekstraat e.a. (eds.), Liber Castellorum: 40 uariaties op het thema kasteel (Zutphen, 1981) 390-396. 5. B. Dubbe. "Drinct bi maten het sal v baten: een zestiende-eeuws tinnen stapelbekertje". Antiek, VI (1971/72) 455-470: Keur uan tin uit de hauensteden Amsterdam. Antwerpen en Rotterdam (Catalogus Amsterdam 23 apr./10 juni 1979, Ant werpen (Deurne) 7 juli/9 sept. 1979 en Rotterdam 6 okt./2 dec. 1979), cat.nrs. 47, 48 en 136; J.G.N. Renaud, "De vondsten gedaan bij het archeologisch onderzoek naar het voormalig Kartuizer klooster buiten Delft" in: De Kartuizers en hun Delftse klooster (Een bundel studiën ter gelegenheid van het achtste lustrum van het Genootschap Delfia Batavorum) (Delft. 1975), 36-99. afb. 39.2, zelfs mèt oor: afb. 36.4. 6. Sven Schutte, "Glas in der mittelalterlichen Stadt" in: Jürgen Wittstock (ed.)Aus dem Altag der mittelalterlichen Stadt (Ka- talog Bremer Landesmuseum für Kunst- und Kulturgeschichte, Focke-Museum, 5 dec. 1982/24 apr. 1983), 133-144: Ra demacher. Die deutsche Glaser, Taf. 25b. 25d en pag. 96; C. Issings H F. Wijnman. "Medieval glass from Utrecht", Journal of glass studies, XIX (1977), 77-83, afb. 2.2; Thomas Dexel, GebrauchsglasGlaser des Alltags u om Spatmittelal- ter bis zum beginnenden 20.Jahrhundert (Braunschweig, 1977), afb. 33; T. Oost (ed.), uan nederzetting tot metropool archeologisch-historisch onderzoek in de Antwerpse binnenstad (Catalogus Volkskundemuseum Antwerpen 3-12-'82/17- 4-1983) cat.nr. 447 en Ricke e.a.. Glas des spaten Mittelalters, 72.

Periodieken

De Waterschans | 1987 | | pagina 8