Een ampul van de Heilige Traan?
52
53
De Waterschans nr. 4 1987
Door Louis Hopstaken
In de zomer van 1978 spoelde
er ter plaatse van het voormalige
dorp Nieuwlande een kleine glazen
ampul schoon.
Het voorwerpje is inclusief de hals
28 mm hoog, de buikdiameter is
19 mm en de wanddikte 2,5 mm.
Door deze verhoudingsgewijs grote
wanddikte is de inhoud bijzonder
klein. De ampul heeft daarom
waarschijnlijk een waardevolle in
houd bevat. Dit kan zowel in mate
rieel als in geestelijk opzicht gel
den.
Merkwaardig is het ontbreken van
een standring waardoor de ampul
niet kan worden neergezet. Con
clusie: deze werd gedragen. Dat
gebeurde waarschijnlijk door mid
del van een koordje dat om de hals
van de ampul was vastgeknoopt.
De forse manchet op de hals moet
voorkomen dat het koordje eraf
kon glijden. Op soortgelijke wijze
werden ook tinnen pelgrims-ampul
len gedragen, zij het dat deze wa
ren voorzien van twee oogjes
waaraan het koordje werd be
vestigd. In eerste instantie leek het
erop dat de ampul had gediend om
er reukwater of geurige olie (par
fum) in te bewaren: of had het mis
schien een zeldzame vloeistof voor
een alchemist bevat? Dat het ook
om een religieus voorwerp kon
gaan bleek pas later.
Bij navraag bleken er nog 4 ampul
len te bestaan waarvan er drie uit
Nieuwlande, en een uit Middel
burgse bodem afkomstig waren.
Na alle gegevens te hebben afge
wogen liet ik het vermoeden varen
dat het om reuk- of alchemisten
ampullen zou gaan. De reden hier
voor was vooral gelegen in de om
geving waaruit de ampullen af
komstig zijn. Deze vondstlokatie
bevatte voornamelijk religieuze
voorwerpen zoals pelgrimsinsignes
en scapulieren. De rest van de
vondsten bestond overwegend uit
voorwerpen bestemd voor de
opsmuk zoals kleding accessoires
en sierspelden. Het feit dat ±50%
van de vondsten een religieus ka
rakter had doet vermoeden dat de
ampullen eveneens van religieuse
betekenis waren.
Er zijn meerdere technische aan
wijzingen en overeenkomsten
t.a.v. de tinnen ampul die dit ver
moeden aannemelijker maken.
Omdat glazen ampullen niet in een
mal werden gemaakt maar uit de
hand werden geblazen bestaan er
onderling kleine maatverschillen.
Na het blazen werd de ampul van
de blaaspijp losgebroken, wat een
ruw breukvlak veroorzaakt aan de
bovenzijde van de manchet. Men
heeft daarna niet de moeite geno
men om het breukvlak, na verhit
ting, vlak te strijken. Is de reden
om dit na te laten misschien ge
weest, dat het hier een massapro
duct betrof? Dit soort onzorgvuldig
heden komen n.l. ook voor bij me
talen pelgrimstekens waarbij zoals
uit vondsten blijkt, delen van de af
beelding ontbreken. Dit werd ver
oorzaakt doordat de gieter de mal
niet op tijd schoonmaakte waar
door delen van de gietmal verstopt
raakten met als gevolg een onvol
ledig gietproduct. Toch werden de
ze "gebrekkige", insignes aan de
pelgrims verkocht, het was immers
maar een massaproduct. Deze on-
zorvuldige afwerking van metalen
voorwerpen komt echter zelden
voor bij b.v. kledingaccessoires en
velerlei ander beslag. Dit is vaak
zeer zorgvuldig en vakbekwaam af
gewerkt.
Men zou haast kunnen stellen dat
de vaak onzorgvuldige afwerking
typerend is voor religieuse insignes
in het bijzonder die uit het einde
15e begin 16e eeuw. Dat de glazen
ampullen aan de manchet onzorg
vuldig zijn afgewerkt past in dit ka
der. Hoe deze werden afgesloten is
gelukkig ook bekend doordat een
ampul uit de collectie R. Hopsta
ken nog het houten stopje bevatte
toen het werd gevonden, maar dit
was helaas in dermate slechte con
ditie dat het niet kon worden be
houden. Gelukkig weten we nu
wel op welke manier dergelijke
ampullen werden afgesloten. Ook
hier is weer overeenkomst met tin
nen pelgrimsampullen die ook met
houten stopjes werden afgesloten
mits zij een cylindrische halsope
ning hadden. Een groot deel van
de tinnen ampullen heeft geen ron
de maar ovale opening. Deze wer
den niet d.m.v. een houten stopje
afgesloten maar hier werd de hals
dichtgeklopt en bij vloeibare in
houd met pek dichtgemaakt. In de
Engelse plaats Marske-on sea, die
gelegen is in het Graafschap
Yorkshire, werd in 1965 zo'n am
pul gevonden die nog geheel intakt
was. De dichtgeklopte hals was
met pek afgesloten en de vloeibare
inhoud was ook nog aanwezig. De
ze bestond uit een aangenaam
geurende vloeistof die na vooraf
gaand onderzoek scheen te zijn be
reid uit een mengsel van vermoe
delijk geneeskundige specerijen en
kruiden vermengd met water. Ook
de ampul uit Santiago de Com-
postela die in het verdronken dorp
Oud-Valkenisse werd gevonden
bezat tijdens de vondst ook nog
een houten stopje. Onder de stop
bleek de ampul echter dicht te zijn.
Het stopje zat er duidelijk voor de
show op. Deze ampul bevatte tij
dens het vinden een vloeistof die
echter na enige maanden uit mini-
scule gaatjes was verdampt. In de
ampul zijn nog wel stukjes vast ma
teriaal aanwezig. Vermoedelijk be
vatte de ampul tijdens het fabrice
ren een stukje vast materiaal om
dat het mij erg moeilijk lijkt een
ampul tegelijkertijd met de vloeistof
erin te gieten. De vloeistof zal
waarschijnlijk na een eeuwenlang
verblijf in de natte grond op dezelf
de manier zijn binnengedrongen
zoals deze na het vinden ontsnap
te. Als laatste voorbeeld is er nog
een ampul bekend compleet met
houten stop. Deze werd op 30 juli
1937 voor de kust van West-Kap-
pelle tesamen met meerdere voor
werpen opgevist. Al deze voorwer
pen bevonden zich in een houten
kist die permanent in het stedelijk
Museum te Vlissingen is te bezichti
gen. De ampul bezit nog het com
plete stopje maar ook hier is de in
houd verloren gegaan. Dat de am
pul in zo'n slechte staat verkeert is
waarschijnlijk te wijten aan onvol
doende conservering wat vaak
wordt onderschat bij dit soort bo
demvondsten. Uit bovenstaande
voorbeelden blijkt dat een houten
stopje waarschijnlijk een standaard
afsluiting vormde voor ampullen
met een cylindrische halsopening
zoals ook bij de glazen ampullen
het geval is.
Een duidelijke aanwijzing dat de
glazen ampullen evenals de tinnen
een religieus karakter hebben kan
ik met bovenstaande vergelijkingen
niet aantonen. Maar laten we ook
De Waterschans nr. 4 1987
Afb. 1.
Glazen ampul, collectie L. Hopstaken
(foto J. Plompen).
eventuele andere funktie- of ge
bruiksmogelijkheden van de glazen
ampul wat nader bekijken.
Bij een eerste oppervlakkige bestu
dering zou men geneigd zijn te
denken dat het om glasafval of om
de knop van een glazen deksel zou
gaan. Beide suggesties leken mij
onjuist omdat er ten eerste nooit
glas te Nieuwlande is geprodu
ceerd anders zouden er tijdens 20
jaar opgraven zeker wel sporen
van lokale fabricage zijn aangetrof
fen. Tevens is het onwaarschijnlijk
dat alle stukjes glasafval (zowel de
Middelburgse als de Nieuwlandse)
uiterlijk exact hetzelfde zijn terwijl
ze toch uit ver uiteen gelegen
woonsteden afkomstig zijn. Ten
tweede was glas in de Middeleeu
wen een vrij kostbaar materiaal en
werd om die reden meestal op
nieuw omgesmolten en niet weg
gegooid. De veronderstelling dat
de ampul een dekselknop zou zijn
is mijns inziens eveneens onlo
gisch. Waar zijn dan de deksels zelf
gebleven? Nooit zijn er te Nieuw
lande fragmenten van dergelijke
deksels gevonden. Ook zou het
wel héél toevallig zijn dat zowel de
"knoppen" uit Middelburg als die
uit Nieuwlande precies op dezelfde
manier van het deksel zijn afgebro
ken. Al deze hypothesen vond ik
onlogisch en ik bleef daarom bij het
standpunt dat de ampullen waar
schijnlijk devotionalia waren.
In het boek getiteld "Vlaamse pel
grimstochten", door Antoon Viae-
ne komt een pelgrimage voor naar
de stad Vendöme waar in het Be-
Afb. 3.
Tinnen ampul met beide ophang-oogjes, collectie L. Hopstaken.
nediktijnenklooster van de Drievul
digheid de relikwie van de Heilige
Traan werd vereerd die Christus
weende toen hij van Martha en
Maria vernam dat haar broer Laze-
rus was gestorven. Maria zou daar
bij een traan van Christus hebben
opgevangen en in een flesje be
waard voor een kerk in Gallië. Na
vele omzwervingen vond het
traanrelikwie haar bestemming in
de genoemde abdij te Vendöme.
De kloosterkerk van de Lacrima
Christi werd een vermaarde bede
vaartskerk waaraan talrijke pel
grims uit de Nederlanden een be
zoek hebben gebracht. In het Be-
nediktijnenklooster bevond zich
een kristallen ampul die de Heilige
Traan bevatte. Het bedeoord ver
loor zijn bekendheid in de Neder
landen na het verdwijnen van de
strafbedevaarten rond 1550.
De gotieke relikwiekast was tot
1803 in de abdijkerk aanwezig
maar werd dat jaar vernieldAlleen
een inscriptie in de koorafsluiting
herinnert ons nog aan de befaam
de Sainte-Larme of "Ons Heren-
trane".
Afb. 2.
Afbeelding van een gotieke Relikwie-
kast, die voorkomt op een tinnen am
pul, in 1858 te Parijs gevonden. (A.
Forgeais, deel 4, blz 80)