62
63
Prehistorische vondst uit Bergen op Zoom
vader Willem Weyts en een oom
van Jan waren aannemer. Op zich
is het dus niet vreemd dat Jan
Weyts de bouwkunde met de pap
lepel heeft binnen gekregen. Zijn
belangstelling voor de bouwkunst
uit het verleden kreeg een sterke
impuls toen hij bij zijn opleiding
bouwkunde aan de T.H. (thans
T.U.) in Delft kon kiezen voor de
specialisatie "restauratie". Mede
dank zij de aktiviteiten van Jan
Weyts in Delft kwam deze afstu
deerrichting tot stand. Daardoor
was hij één van de eerste
restauratie-architecten in Neder
land die aan deze nieuwe studie
richting afstudeerden.
Na zijn opleiding trad hij toe tot het
architectenbureau van zijn vader;
dit bureau ging zich daarna voor
namelijk met restauratiewerk bezig
houden.
Inmiddels heeft Jan met zijn bedrijf
ook bekendheid gekregen buiten
Bergen op Zoom en voerde hij on
der meer opdrachten uit in Wil
lemstad en Breda (Waalse Kerk);
zo raakte hij ook betrokken bij het
welstandstoezicht in Zierikzee en bij
de advisering over het monumen
tenbeleid van de Provincie Noord-
Brabant. Op het hierbij afgebeelde
kaartje staat aangegeven aan wel
ke huizen in Bergen op Zoom Jan
Weyts gewerkt heeft.
Stadsherstel
Het werk van de in 1971 opgerich
te stichting Stadsherstel is niet los
te zien van dat van Jan Weyts. Al
sinds de oprichting is hij bij deze
stichting betrokken. Hij tekende al
le restauratie-plannen die de stich
ting in uitvoering nam. Het eerste
pand in restauratie was "de Bruyne
Hondt" (Zuidzijde Haven 57), op
geleverd in 1974. Door zijn aktivi
teiten voor de stichting Stads
herstel kreeg Jan Weyts de gele
genheid om op een wat grotere
schaal aan het herstel van de oude
binnenstad bij te dragen. Hij koos
daarbij nagenoeg altijd voor het be
houd van het karater van het pand
en daarmee voor het karakter van
de Bergse binnenstad.
Archeologie
Zijn belangstelling voor de archeo
logie leidde in 1965 tot de oprich
ting van de werkgroep In den
Scherminckel; hij deed dat samen
met Louis Weys en Kees van Es.
In de eerste jaren was dit een vrien
denclub, die zich voornamelijk be
zig hield met gelegenheids
vondsten en onderzoek in afval
putten. De groei van de "aarde
werkcollectie maakte het in 1971
noodzakelijk de werkgroep om te
zetten in een stichting. Meer en
meer werden de aktiviteiten ver
legd naar het stadskernonderzoek;
in enkele gevallen leidde dat ook
tot publikaties, zoals bij het onder
zoek rond de Gevangenpoort. Het
inmiddels omvangrijke bezit van de
stichting zal binnen afzienbare tijd
worden ondergebracht in het Mar
kiezenhof. Voor de inrichting van
dit aardewerkmuseum stelde Jan
Weyts het geldelijk deel van zijn
prijs beschikbaar. Een prijzens
waardige daad!
Nog steeds hoort Jan Weyts tot de
kernploeg van de Stichting In den
Scherminckel.
Vereniging Binnenstad
Het past helemaal binnen de visie
van Jan Weyts als restauratiearchi
tect, dat hij betrokken raakte bij het
Kaart van de binnenstad van Bergen op Zoom, waarop in arcering de huizen zijn aangegeven waaraan Jan Weijts heeft gewerkt.
initiatief tot oprichting van de Vere
niging Binnenstad in 1981. Deze
vereniging strijdt voor het behoud
van de leefbaarheid en de cultuur
historische waardevolle bebouwing
van de binnenstad. Door zich
strijdbaar op te stellen, maakte hij
zich niet overal populair; het lever
de hem zelfs risico op voor het flo
reren van zijn architectenbureau.
Zijn ideaal, het behoud van de
Bergse binnenstad, stelde hij bo
ven financieel eigen belang. Ook
dat strekt hem tot eer en dat mag
wel eens gesteld worden.
Geschiedkundige Kring
Jan Weyts is niet alleen een trouw
bezoeker van de jaarvergadering
van de Geschiedkundige Kring; hij
is een aktief lid van de vereniging.
Aan de eerste drie bundels "Stu
dies uit Bergen op Zoom" werkte
hij mee: hij schreef er wetenschap
pelijke bijdragen voor. Hij was
mede-auteur voor de boekwerkjes
"De huizen de Draeck en de Scher
minckel" en "Het Kleine Hof aan
de Goudenbloemstraat". Daar
naast schreef hij vele artikelen in
De Waterschans. Van belang is zijn
bijdrage aan het jubileum-boek
"Bergen op Zoom, gebouwd en
beschouwd"; zijn bijdrage hieraan
kon hij met hulp van zijn vrouw Ria
Ramondt en de redaktie afwerken,
omdat hij zelf bezig was aan een
moeizaam herstel van een auto
ongeluk.
Ieder jaar kan men rekenen op zijn
medewerking voor het organiseren
van mini-excursies naar in restau
ratie zijnde panden. Deze excursies
zijn een vast onderdeel geworden
van het aktiviteiten-programma
van de Kring.
Tot slot
We wensen Jan van harte proficiat
met de toekenning van de Sakko-
prijs, die hij niet eerder kon krijgen
omdat hij lhnge tijd zelf in de jury
zat, die over de toekenning advi
seerde. Als aanmoediging heeft
Jan hem niet meer nodig; hij gaat
toch wel door met zijn vele aktivi
teiten. Als compliment voor zijn
werk en zijn strijdvaardigheid is de
ze prijs zeker op zijn plaats.
Een neolitisch mes tussen middeleeuws pottenbakkersafval
door Gerrit Groeneweg
Veel achterhuizen in het
westelijk stadsdeel van Bergen op
Zoom blijken een schier onuitput
telijke bron te zijn voor allerlei ar-
cheologica. Eeuwenlang begroe
ven de bewoners daar hun huisvuil
en dumpten potmakers daar hun
misbaksels.
Het achtererf van het huis "Croon-
enburg" aan de Noordzijde Haven,
waar gedurende de periode 1578-
1836 onafgebroken de potten
bakkersnijverheid is beoefend,
vormt daarop geen uitzondering.1
Toen de huidige bewoners van
"Croonenburg", de familie Van
den Bosch, zich ging interesseren
voor de potscherven die voorgaan
de bewoners in de loop der eeu
wen in hun tuin hadden begraven,
kwam tussen de talloze misbaksels
een langwerpig stuk bewerkt
vuursteen te voorschijn (Afb. 1 en
2).2
Nader onderzoek wees uit, dat we
hier te maken hebben met een mes
uit het neoliticum, de jongste
steentijd, daterend uit de periode
tussen 3000 en 2000 voor het be
gin van onze jaartelling.3
Het stenen mes is niet compleet;
het meet nu 77 mm; oorspronke
lijk moet het circa twee keer zo lang
zijn geweest. De grootste breedte
en maximale dikte bedragen respec
tievelijk 21 en 6 mm, de kleur is
lichtgrijs.
Neolitische vondsten in Noord-
Brabant ten westen van Zundert-
Rijsbergen zijn erg zeldzaam. Tot
voor kort waren alleen wat pijlpun
ten bekend uit de Borgvlietse
duintjes nabij de Wouwse Planta
ge. Een aantal daarvan is te bezich
tigen in het Natuurhistorisch Mu
seum van Oudenbosch.4 Datzelfde
geldt ook voor relicten uit het me-
soliticum (7.000 a 10.000 jaar ge
leden) en uit het paleoliticum
(meer dan 10.000 jaar oud).
Bij archeologische veldverkennin-
gen door de heemkundekring De
Vierschaer uit Wouw werd in de
winter 1985/'86 langs de Smalle
Beek ondermeer een jongpaleoliti-
sche schrabber gevonden (circa
30.000 jaar oud); een geïmpor
teerd en gedeeltelijk bewerkt stuk
vuursteen; een niet nader te date
ren boortje en tot slot een primitief
bewerkt steentje uit het Oud-
Paleoliticum.5)
Resteert nog de vraag, hoe zo'n
prehistorisch mes tussen midde
leeuws pottenbakkersafval terecht
is gekomen. Waarschijnlijk werd
het van elders aangevoerd: de pot
tenbakker had immers klei, (mage-
rings)zand en brandstof nodig. De
gebruikte klei ontstond in het oud-
pleistoceen, zo'n twee miljoen jaar
geleden en komt om die reden niet
in aanmerking, aanvoer metbrand-
De Waterschans nr. 4 1987
De Waterschans nr. 4 1987