13
kuil bevonden zich de fragmenten
van een kruik, die qua baksel,
kleur, vorm en decoratie volledig
afwijkt van het potgoed, dat we ge
woonlijk in vroeg-zeventiende-
eeuwse afvalkuilen mogen ver
wachten. Een vreemde eend dus
in onze bijt (Afb. 2.d en 7).
Het is een relatief hardgebakken
aardewerken kruik, vervaardigd uit
witbakkende klei. Aan de binnen-
en buitenkant is de kruik geheel be
dekt met een olijfgroen gekleurde
glazuur. De kruik is met behulp van
een draaischijf gevormd en op de
vlakke bodem zijn - zoals bij veel
Duitse kannen en kruiken het geval
is - de sporen te zien van de draad,
waarmee de kruik van de schijf is
losgemaakt. Qua vorm vertoont
deze kruik overeenkomst met de
bruine steengoedkruiken uit Rae-
ren: de typische geprofileerde
voet, de vorm van de schouder, de
op de kruik aangebrachte
applique's en de vorm en bevesti-
gingswijze van het oor. Maar niet
alleen de omgeving van Raeren,
ook Grossalmerode in Hessen of
Waldenburg in Saksen lijken in
aanmerking te komen als plaats
van herkomst.11 Uit ons land zijn
buiten Bergen op Zoom slechts
twee voorbeelden van dergelijke
kruiken bekend: één uit Amster
dam en één uit Enkhuizen. Af
gaande op stijlkenmerken worden
die twee exemplaren bij gebrek aan
betere informatie, als zestiende
eeuws aangemerkt.12 Uit het bui
tenland zijn mij in het geheel geen
vergelijkbare kruiken bekend.
Bergen op Zooms aardewerk
Het Bergs aardewerk uit de afval
put is beperkt tot het eenvoudig
keukengerief: kookpotten (zoge
naamde grapen) (Afb. 3.c-o), een
schotel (Afb. 3p)een oorkom
metje (Afb. 3t) en een vergiet
(Afb. 3.v)Ook de kamerpot is van
de partij (Afb. 3.r). In de loop van
de zeventiende eeuw is bij de Ber
gen op Zoomse kookpotten een
randprofiel ontwikkeld, dat het
Bergs potgoed direkt onderscheidt
van het elders geproduceerde aar
dewerk. Kenmerkend is vooral de
kleine scherpe richel onderaan de
hoge naar buiten verdikte en licht
uitstaande mondrand. Tot ver in
de negentiende eeuw is dit karak
teristieke randprofiel in vrijwel on
gewijzigde vorm in zwang geble
ven.13 Dit randprofiel is ongetwij
feld ontstaan gedurende een perio-
Herkomst van de gebruiks
voorwerpen
Van heinde en ver kwam het ge-
bruiksaardewerk, dat men uitein
delijk in stukken en scherven in de
afvalkuil smeet. Genoemd zijn
reeds het gebied van de Weser en
van de Werra, de plaats Raeren en
de Hollandse majolica. Tot de im
porten behoort ook een kamerpot
uit het Duitse Westerwald (Afb.
2.g). De schotel met slibversiering
(Afb. 3.u) en het zalfpotje komen
vermoedelijk uit Zuid-Holland. Dat
geldt ook voor het groengeglazuur-
de fruittestje (Afb. 2.c). Een vrijwel
identiek fruittestje werd overigens
jaren geleden ook gevonden in de
beerkelder van de huizen Draeck
en Scherminckel aan de Lieve
vrouwestraat.
Een olijfgroen geglazuurde
medaillonkruik van onbeken
de herkomst.
Tussen het materiaal uit de afval-
de, waarin de Bergse potmakers
streefden naar een uniforme vorm
geving van hun produkten. Uit de
nu onderzochte afvalput blijkt, dat
die uniformiteit gedurende de peri
ode 1612-1620 al ver doorge
voerd was.
De Waterschans nr. 1 1988
Gebruiksvoorwerpen van circa 1613. Aardewerk uit roodbakkende klei, geheel of gedeeltelijk bedekt met loodglazuur.
De Waterschans nr. 1 1988
Herkomst van de gebruiksvoorwerpen
uit de onderzochte afvalput.
Het opgravingsterrein van bovenaf ge
fotografeerd. Rechts boven het mid
den de contouren van de zeventiende-
eeuwse afvalput.
Vindplaatsen van Wanfried-aardewerk
(Werra-waar).
Een fragment met reliëfdecoratie van
de groengeg/azuurde kruik.