Huisexpositie Gemeentelijke Archiefdienst Bergen 700, een heer van Wezemaal en een boek uit Leuven 32 m De Waterschans nr. 2 1988 "De lotgevallen van de Grote of Sint Gertrudiskerk" Sinds zaterdag 30 april j.l. is de Grote of Sint Gertrudiskerk voor bezichtiging opengesteld. Ter wijl de kerk tot dusverre slechts nu en dan voor publiek was te bezich tigen, zal thans een geregeld be zoek mogelijk zijn, doordat een groep vrijwilligers zich beschikbaar heeft gesteld om tijdens de ope ningsuren ten behoeve van bewa king, toelichting e.d. dienst te doen. In opdracht van het ge meentebestuur stelde de archivaris Willem van Ham een boekje sa- begon en in 1988 werd afgerond, kan het gebouw thans fungeren als bedehuis voor de rooms-katholie- ken en dienst doen voor culturele doeleinden. De toren is het oudste onderdeel van het gebouw. Deze wordt op ca. 1370 gedateerd. In de loop van de vijftiende eeuw is het grootste deel van het kerkgebouw, zoals dat thans in plattegrond nog bestaat, opgetrokken. Dit deel omvat het eerste dwarsschip, het koor met zij beuken, kapellen, de kooromgang en de sacristie. Van het middel eeuwse schipgedeelte zijn de zijka- •>w( ~r men over de geschiedenis van het kerkgebouw, dat in de kerk en bij de Gemeentelijke archiefdienst te koop is. Tevens is in het gemeentelijke ar chiefgebouw, Blokstallen 2, een kleine huistentoonstelling inge richt, met als thema "De lotgeval len van de Grote of Sint Gertrudis kerk". De geschiedenis van het ge bouw wordt daarbij in de vorm van afbeeldingen toegelicht. De Grote of Sint Gertrudiskerk is een gebouw met een boeiende en veelbewogen geschiedenis. Dank zij een langdurige en met zorg uit gevoerde restauratie, die in 1969 pellen en vier traveeën van de zij beuken weerszijden de toren be waard. Van een groots opgezet plan om een veel grotere kerk te bouwen, werd in de jaren ca. 1504-ca. 1545 een deel gerealiseerd. Dit werd ca. 1700 afgebroken, behalve enige ruimten van het tweede dwars schip, waar thans nog enige fraaie grafmonumenten staan. Deze ruimten zijn ten tijde van de bouw voorlopig door middel van enige tussenruimten met de oudere kerk verbonden. Wat als voorlopig be doeld was werd, zoals zo vaak, de finitief. Nadat het kerkgebouw voor een groot deel was verwoest tijdens de belegering van de stad in 1747 is het vijf jaar nadien weer in gebruik genomen. Om kosten te besparen was het muurwerk echter sterk ver laagd en grotendeels voorzien van houten tongewelven, die bij de kerkbrand in 1972 verloren gin gen. Bij de restauratie zijn nadien nieu we houten tongewelven aange bracht; het schip heeft thans één flauwgebogen houten plafond on der één platdak. Het westelijke dwarsschip en het koor hebben weer houten tongewelven gekre gen. Van het middeleeuwse kerkinte rieur zijn bewaard gebleven: delen van de muren, pijlers en zuilen van genoemde kerkgedeelten, muur schilderingen, enige gedenkplaten en grafzerken. Uit de zeventiende en achttiende eeuw dateren enige belangrijke grafmonumenten en andere gedenktekens en een groot aantal grafzerken in de vloer van het gebouw. Ook onder de nieuwe vloerconstructies bleef een aantal grafbakken- en keldertjes bewaard. Uit de in 1987 gesloten kerk van Maria Tenhemelopneming zijn on der meer afkomstig het koororgel, het groot orgel, de preekstoel, de communiebanken en de biecht stoelen. De overbrenging van het orgel was bij deze werkzaamheden het meest omvangrijk. De orgelkas uit 1864 en het in 1915 en 1972 ingrijpend veranderde instrument is gedemonteerd en herplaatst door de orgelmakers J.J. Elbertse en Zoon te Soest. De onderbouw of orgeltribune, nieuw gemaakt bij de overplaatsing, vormt met de kas een fraai geheel. Niet opengesteld voor bezichtiging zijn de ruimten ten zuiden van de toren, die voor repetitielokaal van de kerkkoren en als berging die nen. De dagkerk, ingericht aan de noordzijde van de toren, vroeger ook Noorderkapel genoemd is slechts beperkt toegankelijk. De tentoonstelling 'De lotgevallen van de Grote of Sint Gertrudis kerk" is in het archiefgebouw te zien op werkdagen van 9.00 tot 12.30 en van 13.30 tot 17.00 uur. Vrijdagmiddag gesloten. WILLEM VAN HAM Ze zijn voorbij: de geslaagde, soms luisterrijke feestelijkheden, waarbij het feit werd herdacht, dat door af splitsing van de heerlijkheid Breda de afzonderlijke heerlijkheid Ber gen op Zoom werd gevormd. Het sprak vele Bergenaren aan, dat on ze stad van dat nieuwe zelfstandige gebied de hoofdplaats werd. De idee, om alle inwoners van dat ge bied bij het gebeuren te betrekken, helaas veel minder, ondanks po gingen daartoe van de organisators van de festiviteiten. Er waren posi tieve aanzetten, zoals het aan het begin van het jaar verschijnen van een boek over het Markiezaat door Cees Vanwesenbeeck en de plaat sing van de vlaggen van alle be trokken gemeenten op markante punten in de stad. Toch over heersten op de stad gerichte slo gans als "Bergen 700" en "heerlij ke stad", die daarbuiten minder aanspreken. Het gebeuren in 1287 zelf, waarbij de persoon van de eerste heer van Bergen op Zoom, Gerard van We zemaal van het grootste belang was, bleef nog meer in de scha duw. Anders dan in 1938, toen bij het herdenken van hetzelfde feit (feitelijk één jaar te laat!) genoem de heer stond afgebeeld op de affi ches, het propagandamateriaal en zelfs op de gedenkpenningen. Van de laatsten zijn in 1987 een aantal opnieuw geslagen, zij het met ver anderde tekst. Einde vorig jaar heeft de stichting Vrienden van het Markiezenhof van dit verzuim nog iets goed willen maken door het or ganiseren van een viertal lezingen, waarbij de scheiding van 1287 en de toestand in West-Brabant in die periode centraal stond. Gerard van Wezemaal was de zoon van Arnold II van Wezemaal, een adellijk heer in Zuid-Brabant, en van Beatrijs, dochter van heer Godfried II van Breda en van Lut- gard van Perk. Dat laatste was van doorslaggevend belang: na het overlijden van zijn moeders zuster, de laatste vrouwe van Breda, Elisa beth, werd Gerard als één van de erfgenamen beschouwd, alsmede Razo VII van Gavere-Liedekerke, zoon van zijn gelijknamige vader Razo VI van Gavere en van Sofia van Breda, een andere zuster van Beatrijs. Van de levensloop van Gerard was overigens niet zo veel bekend, be halve dan dat hij slechts de heer lijkheden Herselt en Kwabeke be zat, terwijl Wezemaal aan zijn neef Arnoud IV van Wezemaal toe kwam. Over zijn vrij avontuurlijk bestaan als jong landedelman wa ren reeds enige feiten bekend, on der meer dat hij een excommuni catie opliep, toen hij met het kapit tel van Sint Bartholomeus te Luik in conflict kwam over het goed van dat kapittel te Lincent (prov. Luik) Als heer van Bergen op Zoom re gelde hij in 1289 met zijn mede erfgenaam te Breda een aantal za ken en met deze trad hij op als heer van Steenbergen. Ook te Gastel, Oudenbosch en Hoeven moest hij - na de nodige strubbelingen - een accoord bereiken, nu met de abdij van Sint Bernaards aan de Schelde te Hemiksem (prov. Antwerpen). Het klooster had in die plaatsen van Arnoud van Leuven en zijn echtgenote, de bovengenoemde Elisabeth van Breda, verschillende rechten verworven. Samen met Razo van Gavere en de heer van Zevenbergen trachtte Gerard te vergeefs de rechten van de abdij terug te dringen, maar vond de hertog van Brabant als beschermer van de abdij tegenover zich. Een meer eervolle vermelding le verde Gerard van Wezemaal de slag bij Woeringen in 1288 op. In het leger van de hertog weerde hij zich dapper, waarvoor hij geroemd wordt in het heldendicht van die slag, geschreven door Jan Heelu. Veel geschiedschrijvers noemen Gerard als degene, die de stad Bergen op Zoom voor het eerst liet ommuren. Daarvan zou de Lieve vrouwepoort een overblijfsel zijn. Het feit valt door het ontbreken van geschreven gegevens te be vestigen noch te ontkennen. Hij is overleden tussen augustus 1308 en 12 maart 1309.11 Juist voor het begin van de feesten van 1987 was het tweede deel ver schenen van het standaardwerk van Eduard van Ermen, medewer ker aan de katholieke universiteit van Leuven, dat de "landelijke be zittingen" van de heren van Weze maal in de middeleeuwen behan delt.2' Het eerste deel, in 1982 verschenen, bevat tal van gege vens over de eerste heer van Ber gen op Zoom die tot dusverre on bekend waren of interpretaties, die op wel bekende feiten een nieuw licht werpen. Bergen op Zoom heet in dit boek veruit de belang rijkste erfenis, die een opbouwen de factor vormde in de evolutie van het familiegoed (patrimoni um) Van Ermen stelt, dat Gerard de helft van het land van Breda, dus de heerlijkheid Bergen op Zoom. meer had te danken aan ingrijpen van hertog Jan I van Brabant, dan aan het strikt toepassen van de toen geldende rechtsregels. De hertog zegt dan ook in het verde lingsverdrag, dat Gerard zijn deel verkrijgt als beloning voor de dien sten, die hij bewezen had en nog zou bewijzen, én als erfdeel van zijn moeder. Wellicht werd Razo van Gavere als Vlaming met opzet in zijn aanspraken beperkt ten gun ste van de Brabander Gerard van Wezemaal. Zowel Razo als de bo vengenoemde neef Arnoud IV van Wezemaal hebben zich klaarblijke lijk neergelegd bij de uiteindelijke verdeling. Na deze uiteenzetting, die de om standigheden rond de het gebeu ren in 1287 aanmerkelijk verhel dert, behandelt Van Ermen de sa menstelling van de erfenis in Westelijk Noord-Brabant en het aangrenzende Antwerpse gebied. Daarbij steunt hij voor een belang rijk deel op de bestaande literatuur uit onze streek.3' Ook over het vroeger verleden van Gerard komen nieuwe feiten aan het licht. Dit blijkt nog meer afwis-

Periodieken

De Waterschans | 1988 | | pagina 11