20
21
n,D
menten hebben als grondslag de
vorm van een halve achthoek, ter
wijl dit basement aan de zijde van
de kooromgang een vierde gedeel
te van een achthoek als basis heeft
(afb. 6). Deze vorm blijkt de oor
spronkelijke te zijn en is dus niet tot
stand gekomen als het gevolg van
latere veranderingen. Het bewaard
gebleven deel van de scheiboog
tussen deze ruimte en de koorom
gang vertoont alleen aan de zijde
van de laatste een profiel (afb. 7).
Aan de zijde van genoemde ruimte
is het geheel vlak gehouden. Beide
gegevens, die van het basement en
die van de scheiboog wijzen er op,
dat het vertrek door een muur van
de kooromgang was gescheiden.
De deur, die voor de ontsluiting op
de begane grond dienst deed, zal
zich mogelijk aan de noordoostzij
de van de ruimte bevonden heb
ben, tegenover de traptoren, waar
van de fundering teruggevonden
is. Of zich naast de deur nog meer
openingen in deze muur hebben
bevonden is niet meer na te gaan.
Deze ruimten hebben vanaf ca.
1450, het vermoedelijke jaar van
de ingebruikneming, waarschijnlijk
tot ca. 1504 gediend als sacristie
en/of bergplaats (schatkamer)
voor liturgische vaatwerken, gewa
den e.d. De dichtgemetselde deu
romlijstingen in de zuidmuur van
De Waterschans nr. 2 1988
3. Reconstructie van de plattegrond van de Sint Gertrudiskerk ca. 1500.
ZUIVEL STRAAT
NOOPD
GROTE.
MARKT
RECEPTIE Lg
4. Plattegrond van de Sint Gertrudiskerk door A. Koens1988, waarop door de schrijver zijn aangegeven
de verdwenen delen van de Sint Gertrudiskerk, die c. 1500 nog bestonden.
De Waterschans nr. 2 1988
5. Poging tot reconstructie van de plattegrond van de koorpartij van de Sint
Gertrudiskerk ca. 1500, 1988.
1. in 1988 bestaand muurwerk; 2. verdwenen muurdelen; 3. in 1988 aanwe
zige gewelven en gewelfribben; 4. verdwenen gewelven en gewelfribben.
6. Basement op de noordwest-
hoek van de ruimte aan de zuidzijde
van de kooromgang.
7. Deel van de scheiboog tussen de
onder 6 genoemde ruimte en de
kooromgang.