Belegering en inundatie
38
39
De Waterschans nr. 3 1988
ken hier geheel. In zes kolommen
staat een uitvoerig rijm over de ge
beurtenissen. De titel van deze
kennelijk zeldzame druk - slechts
één exemplaar in particulier bezit is
mij bekend - luidt: Kurze und ei-
gentliche Contrafactuer und Be-
schreibung der Stat Bergen up
Zoom, mit sampt den Konigschen
Hispanischen Veltlager. De onder
delen van de belegeringsmacht zijn
op de kaart aangegeven; maar van
de gevechten rond de havenmon
ding is niets te zien.
Jaren later (1730) beeldde Jan
Luyken in een standaardwerk over
de Nederlandse geschiedenis een
gevecht tussen belegerden en bele
geraars in het gebied ten noorden
van Bergen op Zoom af. Van deze
prent zal deze winter een herdruk
met toelichting verschijnen.21 Deze
fraaie afbeelding heeft uiteraard als
rechtstreekse historische bron min
der waarde dan als exempel van
geschieduitbeelding.
Boeree illustreerde zijn boekje over
het beleg met duidelijke schets
kaarten. Het is jammer, dat hij bij
het tekenen van de stad teveel uit
ging van de latere (zoals op die van
Blaeu) bekende situatie. Nadere
studie heeft geleerd, dat deze in
1588 nog niet bestond.22
Besluit
Het beleg van 1588, zo kort na de
ondergang van de Onoverwinnelij
ke Vloot en zo gunstig voor de Ne
derlanden verlopen, gaf aan de
Opstand, die op een einde scheen
te geraken, een steun in de rug.
Voor Parma, die deze landen weer
onder het banier van zijn koning
leek te gaan verenigen, was het
een begin van het einde.
Bergen op Zoom, dat sinds het
midden van de zestiende eeuw een
tijd van achteruitgang en rampen
had gekend, kon herademen en
aan herstel gaan denken. Een
roemrijke bladzijde uit de oorlogs
geschiedenis plaatste de vesting
aan de Schelde in het middelpunt
van de nationale aandacht.
NOTEN
1. J. Kleyntjens en C.J.F. Slootmans, Hervorming te Bergen op Zoom (Bergen op Zoom. 1933) 65-90; W.A. van Ham,
Merck toch hoe sterck (Bergen op Zoom. 1982) 46-51.
2. W.A. van Ham, Merck toch hoe sterck, 48-51.
3. J. Baselis, De obsidione Bergopzomii, ad eius urbis senatum commentarius (Bergen op Zoom, 1603); idem, Historisch
verhael, inhoudende sekere notable explooten van Oorloge in de Nederlanden (Breda, 1615) 20-82.
4. Baselis, De obsidione en Historisch Verhael: Th. Boeree, Het beleg van Bergen op Zoom in 1588, overdruk uit "Sinte
Geertruydtsbronne" 1937-1938, 49-85.
5. L. Van der Essen, Alexandre Farnèse, prince de Parma (Brussel, 1937) 243.
6. Van der Essen, Farnèse, 243-244.
7. Van der Essen, Farnèse, 244.
8. Van der Essen, Farnèse, 245.
9. Van der Essen, Farnèse, 247.
10. Ten Raa en de Bas, Het Staatsche Leger II (Breda, 1913) 271.
11. W. van Loon, Nederlandsche Historipenningen, 4e Boek, 394-396.
12. Gepubliceerd in De Navorscher, 13 (1863) 82-83.
13. Orlers en Van Haestens, Nassausche Laurencrance (ook andere titels) (Leiden, 1610). E. van Meteren, Nederlantsche
Historiën (Z.pl., 1611) 15e boek, 471-471v; P.Bor, Oorsprongk, begin ende vervolgh der Nederlantdscher oorlogen (Lei
den, 1626) 3, 2e stuk, fol. 20v-24.
14. F. Strada, De Bello Belgico, Decas Secunda, (z.pl.z.j. [1647]), 691-696.
15. J. Wagenaar, Vaderlandsche historiën (Amsterdam, 1792) 31. Boek, 289-291; J. Bosscha, Neerlands heldedaden
te land (Leeuwarden, 1834) 283-288; J.P. Arend, Algemeene Geschiedenis des Vaderlands 3, le st., 7e boek (Am
sterdam, 1855) 381-383; R. Fruin, Tien jaaren uit den tachtigjarigen oorlog ('s-Gravenhage, le druk 1857, hier gebruikt
de uitg. 1906) 19; W.J.F. Nuyens, Geschiedenis van de vorming van de republiek IV, 2e deel (Amsterdam, 1869)
51-52; P.J. Blok, Geschiedenis van het Nederlandsche volk 2 (Leiden, 1896) 283.
16. P.L. Muller, Onzen Gouden Eeuw (Leiden, 1908) 17; Ten Raa en De Bas, Staatsche Leger II, 8.
17. Van der Essen, Farnèse, 246; idem, "Politieke geschiedenis van het Zuiden", in: Algemene Geschiedenis der Nederlanden
5 (Utrecht, 1952) 256.
18. G. Parker. Van Beeldenstorm tot Bestand (Haarlem, 1978) 214. H. de Schepper, "De "Reconquista" mislukt in:
Algemene Geschiedenis der Nederlanden 2 (Bussum, 1979) 2-6.
19. G. Braun en F. Hogenberg, Civitates Orbis Terrarum III (Keulen, 1581), nr. 114.
20. Zie de bijdrage over deze kaart, later te verschijnen.
21. J. le Clerc, Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden (Amsterdam, 1730).
22. Boeree, Het beleg van Bergen op Zoom, Schets nr. 1 tegenover blz. 12; schets nr. 2 tegenover blz. 33 geeft daarentegen
een zeer verouderd beeld van de stadsversterkingen. Vergelijk de kaartjes in W.A. van Ham, Merck toch hoe sterck 52
afb. 17 en 54 afb. 18.
o+azi R E RGEN op OOM Voorop »J*?-
De Waterschans nr. 3 1988
In het Ned. Hervormd doop
boek van Kruisland, 1654-1764,
staat een interessante vermelding
over de belegering van Bergen op
Zoom in 1747 door de Franse troe
pen en de inundatie van Kruisland,
geschreven door de predikant van
Kruisland, Nicolaas Crooswijk, al
daar bevestigd 16 juli 1730. Hij
heeft daar gedoopt tot 1777.
den 20 Julij sijn sij aan het schieten
gegaan
1747
NB. Alsoo op den 12 Julij, de
Fransen voor Bergen op Zoom sijn
gekomen, deselve weeken hebben
belegert, en eijndelijk op den 4...
hebben ingenomen, en daar van
Meester sijn geworden en is Ber
gen daarna namentlijk op den 4
Nov 1748 weder ingenomen aan
onse Trouppes so hebben onse
overgheijdt het omliggende landt
rontom Steenbergen, en voorna-
mentlijk Cruislandt geinundeert en
onder water gestelt al aanstonds
den 12 Julij 1747 voornoemt, heb
bende wel verscheijde dijcken
doorgestooken, en breuken1 ge
maakt, Maar voornamentlijk de
Oude blauwe Sluis, (daar lange ja
ren een wagt op geweest is, en een
kleijn fortje was) welke in den
voorgaande jaren reeds al open
geset was om het landt te inunde
ren, maar met de tweede vloedt
door gewelt van 't water instorte,
sodat die gestopt wierdt door de
puin, waarom men zoe een
vingerling2 leijde, dog daarna den
12 Julij 1747 heeft men die Sluis
verder doorgestooken, waardoor
het gantsche landt seer hoog onder
water gestelt is geworden, en heeft
so een groote breuke gemaakt, dat
deselve nauwlijks weer heeft kun
nen herstelt worden, sijnde eijnde
lijk nog, nadat het door de sterke
stroom, en winden 2 maal bijna
volmaakt sijnde doorgebroken
was, weder volkomen gemaakt en
toegeregt op den. van den jare
1749, De Basen die daar aan ge
werkt hebben en aangenomen,
waren van Kuik, en meer andere
van Donkersloot van Almkerk, en
onse schoolmr: Huibert van Die-
penbeecq was aldaar als schrijver
en boekhouder.
Die inundatie heeft seer veel scha
de aan huisen, en schuuren- men-
P.M.J. DINGEMANS
Het beleg van Bergen op Zoom door de Fransen In I 747.
(Gravure door Sibelius, verz.: Topografische Atlas Gemeentelijke Archief
dienst Bergen op Zoom).
schen en beesten gedaan, en bijna
een gantsche ruine veroorsaakt,
sijnde alle boomen hier te lande
gants gestorven.
En seer velen namen de vlugt na
elders, niet alleen voor de Fransen
maar ook voor die sware inunda
tie.
En wijl d'Ed: Agtb: Regering van
Steenbergen mij een Certificatie
van de gesteltheijdt dier tijden op
mijn versoek gaven, waar uit bleek
dat men hier niet meer wonen kon
den, niet alleen van wegen de
Fransen, maar ook wegens de
sware inundatie, afsnijding van alle
communicatie Ec. gelijk ik het sel-
ve in het acteboek inleveren sal,
waarop met bijgevoegde Requeste
sijn Doorlugtige Hoogheijdt onsen
Heere, Prince van Orange en Nas-
sauw onse geliefde Erfstadhouder
behaagt heeft mijn Predicants trac-
tament te laten continueren, en
heb ik met mijn vrouw en seven
kleijne kinderen de vlugt schielijk
moeten nemen op den 14 Julij
1747 en sijn aangekomen met een
kleijn, out verslete Hengtsje3 ('t
geen nog een lek kreeg omtrent
ooitjesplaat,4 so dat we dagten
daar te sullen vergaan) den 15 dito
te IJsselmonde daar een vieren
deel jaars gewoont hebbende sijn
gaan woonen te Capelle aan den
IJssel, en daar ruim twee jaren ge-
woont hebbende, sijn met ons
Huisgesin, vrouw en 7 kinderen
wederom gekomen den 9 decemb.
1749.
Dit als een kort en kleijn dog waar
verhaal: in die tussen tijdt nu sijn
hier geen kinderen gedoopt, te we
ten 1747 en in den jare 1748,
1749 en sijn ook op geen andere
plaatsen kinderen van hier ge
doopt, ook sijn maar 2 weduwen
daar na over gebleven, die weder
hertrouwt sijn, en is mijn waarde
Huisvrouw, na dat wij een week
hier weder aangekomen waren,
wel in de kraam gekomen, dog is
verlost van een doodt kindt, sodat
hier niets verder aan te tekenen
valt.
NOTEN
later in de marge bijgeschreven.
1. Breuke: dijkdoorbraak.
2. Vingerling: boogvormige dam.
3. Hengstje: klein vissersvaartuig.
4. Ooitjesplaat: Ooltgensplaat.