Enige opmerkingen bij de sculptuur
van kapitelen en kraagstenen in de
Sint Gertrudiskerk
50
51
Ondanks verwoestingen en
verwaarlozing gedurende vele ja
ren bevat dit kerkgebouw nog de
restanten van een indertijd veel rij
ker versiering. Beeldenstorm en
verwering lieten weinig heel van
het beeldhouwwerk, dat de kerk
in- en uitwendig aanzien gaf. Al
leen de sculptuur van kapitelen en
kraagstenen in het inwendige van
het kerkgebouw is voor een groot
deel bewaard gebleven. In deze bij
drage wordt de sculptuur behan
deld van het kerkgedeelte, dat tus
sen 1444 en ca. 1470 is gebouwd
onder leiding van Evert Spoorwa-
ter.
Bij de laatste, in 1988 afgeronde,
restauratie is ook genoemde sculp-
HAN BOS
tuur gerestaureerd. Dit gebeurde
kennelijk niet met die in de (door
gaans niet voor het publiek toegan
kelijke) repetitieruimte voor de
kerkkoren in de zuidwesthoek van
de kerk (de voormalige Zuiderka
pel) Die is wel mede bij deze korte
beschouwing betrokken. Dit arti
keltje vormt een eerste "voorzet"
en heeft uitsluitend de bedoeling,
de lezer te wijzen op deze vaak
over het hoofd gezienen kunst
werkjes. Uiteraard zullen deskundi
gen, met name kunsthistorici, deze
materie uitvoeriger kunnen behan
delen.
De restanten van de sculpturale
versiering van de kerk omvatten -
voor zover in de kerk waarneem
baar - die op 10 zuilen, op 46 half-
zuilen en op 67 kraagstenen.
Het bladwerk van de dubbelom-
kranste kapitelen van de nog aan
wezige zuilen en halfzuilen in het
koor en van de halfzuilen van de
zijkapellen van het schip heeft de
vorm van gestileerde eikebladeren.
Doorgaans meent men hier in de
regel "koolbladkapitelen" te kun
nen waarnemen. Ik meen te mo
gen stellen, dat de nog bestaande
sculptuur in hoofdzaak eikeblade
ren weergeeft (afb. 1-2).
Tijdens de laatste restauratie is in
de restanten van één van de acht
tiende eeuwse lijstkapitelen in de
kruising een fragment aangetroffen
van een, oorspronkelijk vier meter
11 12
hoger geplaatst, kapiteel, versierd
met eikebladeren en eikels (afb. 3)
Door de vondst van meerdere frag
menten was het mogelijk een re
constructie van dit kapiteel samen
te stellen, inclusief de aanzetten
van de gordelbogen en ribben van
het vroegere gewelf.1
De zo befaamde "koolbladsculp
tuur" kwam in dit deel van het
kerkgebouw slechts zeldzaam
voor. Eén kraagsteen in het tegen
woordige repetitielokaal voor de
zangkoren vertoont dit type beeld
houwwerk. Overigens is een grote
variatie van vormen in de bladmo
tieven in de kerk te vinden. Deze is
nog het meest te constateren aan
de halfzuilen van de zijkapellen van
het schip. Bij onderlinge vergelij
king blijkt het bladwerk van de zui
len en halfzuilen in het koor het
meeste op de vorm van het eike
blad te gelijken.
Deze bladeren kwamen, voor zo
ver valt na te gaan, ook voor aan
kraagstenen in dit gebouw (afb. 4-
5)Daarentegen bevindt zich in het
noordelijke deel van de koorzij
beuk op de overgang naar de koor
omgang een kraagsteen, die ver
sierd is met wingerdbladeren,
waartussen zich kleine druiventros
sen bevinden (afb. 6). Een
kraagsteen met koolblad in het re
petitielokaal is hierboven al ge
noemd.
De overige kraagstenen hebben fi-
gurale voorstellingen. Drie van de
ze kraagstenen bevinden zich in de
noordelijke koorkapel (voormalige
Mariakapel) tegen de noordmuur.
De Waterschans nr. 4 1988
Schematische plattegrond van de Grote of Sint Gertrudiskerk.
De cijfers 1-15 corresponderen met de afbeeldingen bij dit artikel.
A repetitieruimte kerkkoren; B schip van de kerk; C kruising; D koor; E
sacristie.
De Waterschans nr. 4 1988