De Waterschans nr. 4 1988
10
ten koorkapel, bevindt zich een
kraagsteen waarvan de vorm doet
denken aan een wildeman, die een
schild draagt (afb. 10).
De tegenwoordige sacristie, gele
gen aan de noordzijde van het
koor, is toegankelijk via een poort
je in de Mariakapel. Deze ruimte is
doorgaans niet te bezichtigen. Te
gen de noordwand van dit vertrek
bevinden zich twee figurale
kraagstenen. Die in de hoek van
de wand aan de westzijde is het
meest beschadigd: men kan er nog
een persoon (vrouw?) uit herken
nen. Het gavere exemplaar in het
midden van de noordelijke muur
stelt een gekroonde in een
mantel met gesp geklede, (aarts-)
engel voor (afb. 11 en 12). Het is
de vraag, of de voorstellingen van
beide kraagstenen bijeenbehoren:
wellicht de boodschap van de En
gel Gabriël aan de H. Maagd Ma
ria? De kraagstenen tegen de zuid-
wand van dit vertrek zijn een pro
duct van de laatste restauratie.2
In de zuidelijke overgang naar het
"Nieuwe Werck" bevinden zich
12
nog twee kraagstenen met figurale
voorstellingen. Deze herinneren
aan de tevoren afzonderlijke posi
tie van die ruimte binnen dit kerk-
onderdeel. De ene kraagsteen
heeft de vorm van een gevleugelde
mens, de andere die van een ge
vleugelde leeuw, beide met een
banderol (afb. 13 en 14). Deze
voorstellingen, mens en leeuw,
9
Het betreft hier kraagstenen met
voorstellingen van een monster
(draak?), van het borstbeeld van
een (uitkomende) persoon met
hoofddeksel en van een engel met
twee wapenschilden (deze
kraagsteen is zwaar beschadigd)
(afb. 7-9). In de hiernaast gelegen
ruimte, restant van een rechtgeslo-
De Waterschans nr. 4 1988
wijzen erop, dat in die ruimte de
symbolen van de vier Evangelisten
waren aangebracht (Mattheëus:
mens; Marcus: leeuw; Lucas: stier
of rund; Johannes: adelaar).3 De
twee laatstgenoemde evangelisten
symbolen zijn na 1504 met de
kraagstenen, waarop zij voorkwa
men, verdwenen.
Vier verweerde kraagstenen van
de afgebroken straalkapellen be
vinden zich thans aan de buitenzij
de (Paradekant) van het kerkge
bouw. Drie ervan hebben - nu ver
weerde - bladmotieven, één de
vorm van een mascaron (masker-
kop), onder Bergenaren beter be
kend als het "Duveltje" (afb. 15).
Aan de Marktzijde van de kerk zijn
ook nog restanten van halfzuilen
en kraagstenen aanwezig, welke
grotendeels schuilgaan achter de
stadsbebouwing. Zij zijn in deze bij
drage niet inbegrepen.4
NOTEN
1. W.A. van Ham, De Grote of Sint Gertrudiskerk (Bergen op Zoom, 1988) 26.
2. Van Ham, Grote of Sint Gertrudiskerk, 47.
3. J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie (Weesp, 1985) 42; J.
Seibnitz (red.) Lexikon Christlicher Kunst (Freiburg, 1980) 107.
4. De foto's nrs. 1, 2, 4-12 en 15 en de schetsplattegrond zijn van de schrijver;
foto 3 van C. Vanwesenbeeck; foto 13 en 14 van Rijksdienst voor Monumen-
tenzorg/L.M. Tangel.