4 5 De Waterschans nr. 1 1989 pellen ter lengte van twee tra veeën.3De transepten zouden, aansluitend op de kruising of vie ring, weerszijden drie travieën om vatten (zie afb. 1). Verondersteld wordt dat dit schip zou aansluiten bij de reeds bestaande kerktoren, die men zou handhaven. Waar schijnlijk zou de toren met één ge leding verhoogd worden, omdat het nieuwe middenschip veel ho ger werd. Het driebeukige koor telt twee traveeën en heeft een koorsluiting met vijf zijden van een achthoek als grondslag. De zijbeu ken van het koor worden aan weerszijden geflankeerd door rechtgesloten kapellen, die ieder twee traveelen lang zijn. Deze koorzijbeuken werden achter om de koorsluiting heen verbonden door een kooromgang, waarvan de drie grootste zijden geopend waren op straalkapellen. Deze hadden een plattegrond, die uit vijf zijden van een achthoek bestond. De korte zijden van de koorom gang werden geflankeerd door rechtgesloten kapellen. Of in dit 4. Schematische plattegrond van de Sint Gertrudiskerk (situatie 1500) waarop aangegeven de plaats van de op afb. 5-7 en 10 gereconstrueerde bouwgedeelten. stadium ook de traptoren met de afsluitende muur aan de zuidzijde was opgenomen blijft een open vraag. Van dit plan werd de gehele koor partij uitgevoerd; spoedig zag men 3. Bouwrest (moet) van de noor doostelijke steunbeer van de toren op de oostelijke wand van de vierde gele ding. Opname 1946. Topografische atlas Gemeentelijke Archiefdienst. in, dat het voorgenomen kerkge bouw - na uitvoering te klein zou blijken. Het tweede, aangepaste plan, werd ca. 1452 door dezelfde bouwmeester vervaardigd. Hier door zou de nieuwe kerk aanmer kelijk groter worden. Dit plan kwam tot uitvoering nadat de voor genomen bouw van de koorpartij reeds ver voltooid was. De date ring voor dit tweede ontwerp lijkt aannemelijk, omdat een periode van acht jaar (1444-1452) voor de bouw van de koorpartij niet onre delijk lijkt en omdat de vergelijking mogelijk is met de in dezelfde jaren uitgevoerde wijziging aan het oor spronkelijke bouwplan van de Lie- vevrouwekerk te Antwerpen. De werkzamheden aan het oor spronkelijke bouwplan van die kerk waren ongeveer een eeuw te voren begonnen. Evert Spoorwa- ter leidde de werkzaamheden al daar vanaf 1439.4 De wijziging hield een verbreding van het schip in door de toevoeging van een bre de zijbeuk aan de noord- en zuidzij de van het (nog te bouwen) schip. Hierna werd aan het ontwerp van de transepten weerszijden een tra vee toegevoegd en de zijbeuken langs het torenfront doorgetrok ken. De traveemaat bleef te Ant werpen in het schip dezelfde als die in het koor. Deze lag immers vast, omdat de realisering van zes tra veeën werd afgedwongen door de De Waterschans nr. 1 1989 aanwezigheid van het reeds in aan bouw zijnde torenfront. Dit gewij zigde ontwerp voor de Antwerpse kerk moet kort vóór 1454 gemaakt zijn.5 Te Bergen op Zoom bestonden voor de uitbreiding van het plan enige belemmeringen in de vorm van de aanwezige oude kerktoren en van de bebouwing langs de Grote Markt. Hier zou men minstens zeven panden moeten verwerven. De verbinding tussen de Grote Markt en de Hoogstraat ten zuidwesten van de kerk, die reeds betrekkelijk smal was (zes meter) mocht niet verder worden versmald. Aan de overzijde van deze straat stond de lakenhal en het lijkt onwaarschijnlijk dat men zo'n gebouw aan de plannen zou opofferen. De aanwezigheid van de oude kerktoren vormde kenne lijk een beletsel van mindere aard, wat kan blijken uit hetgeen uitein delijk werd gerealiseerd in de vorm van het middenschip en de zijbeu ken. De toren zou dus worden gea- moveerd omdat hij niet in het plan paste. Bij de plaatsing van de westelijke gevel ging dit ontwerp vermoedelijk uit van een punt ten zuidwesten van de kerktoren op de rooilijn van de bebouwing aan de oostzijde van de Grote Markt. Deze gevellijn zou vanaf dat punt noord waarts lopen, ongeveer 9,5 meter ten westen van de huidige slui- tingswand. Uitgaande van de posi tie van de koorpartij en van deze veronderstelde plaatsing van de westgevel kan het plan verder ge detailleerd worden. Tegen de reeds gerealiseerde koorpartij werd een kruising met transeptarmen geplaatst, waarop het middenschip en de zijbeuken zouden aansluiten. Hierbij valt de scheve plaatsing van de koorpartij ten opzichte van de rest van de kerk op. Mogelijk wa ren hier problemen in het spel, ver oorzaakt door de aanwezigheid van de funderingen van oudere bouwwerken in de grond; ook de positie ten opzichte van de oostelijk van het koor gelegen Oude Kerk hofstraat kan hier van invloed zijn geweest.6 De oorspronkelijke opzet om het middenschip zes traveeën lang te maken heeft men vastgehouden, maar iedere travee moest heel wat langer worden. Tegen de westzijde van dit middenschip werd een vier kante toren ontworpen, waarvan de basis in de kerkruimte werd op genomen door de zijbeuken met twee traveeën te verlengen. De to- 5. Poging tot reconstructie van de dwarsdoorsnede A-B van het kerkgebouw ca. 1500. ren van de St. Catharinakerk in Den Briel, waarvan het ontwerp (uitvoerig begonnen ca. 1462) aan Spoorwater wordt toegeschreven, is een voorbeeld van een dergelijke inbouw. De verlenging was daar drie traveeën lang, omdat de maat van de torenbasis veel groter was dan die te Bergen op Zoom.7 De plattegrondvormen van de torens van de Sint Maartenskerk te Zalt- bommel (bouw begonnen ca. 1450) en van de Onzelievevrou- wekerk van Breda (bouw begon nen 1468) mogen hierbij genoemd worden. Om meer ruimte te ver krijgen heeft men de breedtemaat van de zijbeuken van het koor te Bergen op Zoom in de zijbeuken van het schip verdubbeld. Vervol gens zouden zowel aan de noord als aan de zuidzijde van de zijbeu ken van het schip rechtgesloten zij kapellen worden geplaatst. Omdat daardoor de transeptarmen niet meer buiten het schip zouden uit steken werd aan iedere zijde één travee toegevoegd. De lengte van de voorgenomen traveeën langs de ontworpen toren zal de helft hebben bedragen van die van zijn basis. Bouwaktiviteiten onder leiding van Evert Spoorwater aan de Sint Willi- brorduskerk te Hulst zijn pas vanaf 1462 met zekerheid aan te wijzen. Het koor van die kerk is ca. 1462- 1469 gebouwd.9 De koorpartij vormt in feite een versoberde uit werking van die van de kerk van Bergen op Zoom.10 Het schip van de kerk te Hulst vertoont dezelfde plattegrond als het voor Bergen op Zoom voorgestelde (tweede) plan. Te Hulst ontbreken echter de zijka pellen en de toren met aanliggende zijbeuken. De uitvoering van de werkzaamheden is pas in 1481, na het overlijden van Spoorwater in 1474, begonnen.11 Ook de, wat jongere, St. Maria Magdalenakerk te Goes vertoont overeenkomsten in plattegrond en in onderdelen van de opstand met de Gertrudiskerk te Bergen op Zoom. Aan de westzijde van de transeptarmen van de Goese kerk zijn nog restanten te zien van bouwkundige ingrepen ten behoe ve van een (niet gerealiseerd) zeer breed schip. Deze zijn aan het ein de van de vijftiende eeuw begon nen, maar niet verder uitge voerd.12 Gelijkenis met het hier

Periodieken

De Waterschans | 1989 | | pagina 4