54
55
Holwegenberg
Kapelblok
fontein
A perceel Het Kerkhof genaamd
De Waterschans nr. 4 1989
Volgens Le Roy waren tot 1622
nog muren van de kapel aanwezig
en legden gelovigen nog offerpen
ningen neer in de spleten daarvan.
Na het beleg van Bergen op Zoom
in 1622 zijn de bouwvallen kenne
lijk nog verder gesloopt en was het
restant te verwaarlozen.48 In 1626
heet aan de Zeekant onder Bergen
op Zoom een stuk land nog te lig
gen "ontrent Ste. Geertruijden ca-
pelleken.49 De kapel komt nog
voor op kaarten van het beleg van
1622 en zelfs nog op een kaart
door Johan Merck uit 1647.50
Wellicht ging de laatste op oudere
kaarten terug.
De Fontein
Vlak bij de kapel was een bron, die
eveneens afgebeeld staat op de
kaart van Jacob van Deventer
(ca. 1560). Er waren meer fontei
nen langs de kust onder meer de
fontein bij het kasteel van Borg
vliet. Het kasteel staat wél, laatst
genoemde bron niét op deze
kaart.51
Op de vraag, hoe temidden van de
steeds zouter wordende omgeving
een bron met zoet water kan be
staan, geeft de geo-hydrologie een
antwoord. De bodem van dergelij
ke bronnen wordt gelegd in een fij-
9. Schetskaart van de situatie van
de kapel en omgeving in 1560,
door Han Bos, 7 989.
ne, veelal slibhoudende zand
grond, waarin zich plaatselijk leem-
lenzen bevinden. Deze gronden
liggen op matig grof, slibarm zand
terwijl het geheel wordt afgedekt
door moeilijk waterdoorlatende af
zettingen. Deze afzettingen sluiten
aan bij de eerder genoemde leem-
lagen en sterk slibhoudende zand
grond. Het grondwater kan hier
door niet dieper doordringen,
maar welt op naar de bovenliggen
de afzettingslaag, die geen zout
water doorlaat. Door het laatste
blijft het opwellende grondwater
zoet.52
De Gertrudisfontein in 1538/1539
voor het eerst in de rekeningen ge
noemd. Hij werd toen gemaakt of
gerepareerd.53 De desbetreffende
passage in de rekening luidt "dat
hij [Goes de metsser] een fonteine
gemaickt heeft beneeden van den
Capelle van onder op, van dat hij
al gelevert heeft sonder noch dat
hij moeten doen beteren sal
De vermelding "een fonteine"
schijnt toch wel op iets nieuws te
wijzen, anders zou de rentmeester
"de fonteine" geschreven hebben.
Verderop in de rekening is sprake
van "Jan Cornelissen, voer een
wyle, die in de gront van de fontei
ne leet" en van "dachgelt aen den
putt te maicken en de wyle te zinc-
ken". De raadslieden van de heer
hebben de kapel en de fontein be
zocht en geïnspecteerd, waarbij
een gelag werd uitbetaald. Dit alles
wijst op een volkomen nieuwe
aanleg.54
De fontein stond beneden aan de
heuvelrand, waarop de kapel
stond. Er waren goten, waardoor
(regen)water naar de fontein liep.
Dit gegeven staat haaks op de be
wering, dat het water van de fon-
8. Sint Gertrudis in een bloemen
tuin. Gegraveerde, ingekleurde af
beelding op een communieprentje
van Anna Cornelia van Loenhout
te Steenbergen, 8 april 1810.
De Waterschans nr. 4 1989
van de voorm,
plaats van de
ivoorm. Stads
nieuwe
r-Gertrudiskapel
(1989)
plaats v.d. voormalige ;bron B
Oud Borgvliet
iVo°rmai
ikasteel-
,'terre,-
70. Schetskaart van de situatie
van de kapel en omgeving in 1989
door Han Bos, 7 989.
tein (die men dan vereenzelvigt
met de Stadsfontein) naar de kapel
werd geleid. In de fontein werd het
verzameld in een reservoir of hou
wer.55 Een vergelijkbare "fontein"
met opvangbak en reservoir, in
1541 gebouwd, treft men thans
nog aan bij de Onze-Lieve-
Vrouwekerk te Veere.5b
De goten van de Borgvlietse fon
tein diende men geregeld schoon
te maken en te repareren.57
Hoogstwaarschijnlijk is de fontein
verdwenen toen in 1570 het aan
grenzende polderland opnieuw in
een gorzenlandschap veranderde.
Baselis vermeldt, dat het Gertru-
disbeeld (vermoedelijk in 1580) is
vernield.58 De verdere ver
woesting van de kapel kan het zijne
aan het verdwijnen van de bron
hebben bijgedragen. Officieel zal
het protestantse stadsbestuur de
verering niet hebben toegejuicht.
De kapel bleef een ruïne en naar
de bron zal men niet meer hebben
omgekeken. Vandaar, dat men
nadien de zeventiende-eeuwse
Stadsfontein met de oude Gertru
disfontein kon verwarren.
De Stadsfontein
In 1631 besloot het stadsbestuur
"de fonteyne bij St.Geertruydenca-
pelle" op te maken ten dienste van
de stad.59 Dit plan blijkt niet te zijn
uitgevoerd. Zoals hierboven reeds
vermeld, was de oude bron in een
afkalvend gebied gelegen en waar
schijnlijk heeft men daarom naar
een alternatief gezocht. Bij het uit
voeren van dit werk is steeds spra
ke van de fontein bij "Kikendepot"
of buiten de Bospoort.60 De nieu
we fontein lag in het stadsgebied
zij kan identiek zijn geweest met de
bovengenoemde zestiende eeuwse
Drencke. Het is overigens niet uit
gesloten. dat men de bron voor de
nieuwe fontein reeds in 1622 heeft
gevonden bij het aanleggen van de
gracht voor de liniewal tussen de
Bospoort en Kijk in de Pot.
De in 1631 gemaakte fontein werd
kennelijk van de grond af opge
bouwd; aan grondwerk werd on
der meer het leveren van in totaal
68 grote karren potaarde verricht.
De fontein werd in 1645 opnieuw
opgebouwd.61 Wellicht is toen de
barokke dakhelm die is afgebeeld
op de gravure van Samuel de
Swaeff (1634) vervangen door een
spits.62 De nieuwe bekroning is te
zien op de tekeningen, die Barnar
dus en Valentijn Klotz in 1671
maakten.63 In 1707 waren voor
zieningen nodig om de Stadsfon
tein tegen verdere beschadiging te
vrijwaren; dertig jaar later is herstel
nodig van "zeebraken" aldaar.64
Bij het beleg van Bergen op Zoom
in 1747 is de opstand van de fon
tein verwoest. Een tekening van
Cornelis Pronk uit het volgende
jaar geeft daarvan een beeld.65
Tevergeefs drongen inwoners aan
op herstel.66
Zelfs de plaats van de Stadsfontein
geraakte in vergetelheid, al werden
de grondslagen zo nu en dan te
ruggevonden. Volgens Krüger
vond in augustus 1844 "op last van
de stads Regering eene graving"
plaats, waardoor de grondslag van
de "voormalige koepel, van eene
zeshoekige gedaante, zigtbaar
werd."67 Volgens Levelt gebeurde
dit opnieuw in de zomer van 1857
omstreeks 1884 door Majoor N.
La Fontijn (de naam was een voor
teken!) en in 1919 door de toen
malige Verfraaiingscommissie. Le
velt meldde in 1924, dat de plaats
van de bron verborgen lag onder
een dunne sliblaag. Toch wist hij.
dat het een "achthoekige fundee
ring" betrof en dat "midden daarin
tusschen allerlei rommel" een
zoetewater-wel lag.
In augustus 1929 heeft men (naar
aanwijzingen van Levelt het
"fonteintje" weer getraceerd.68 De
fontein is vanaf 8 november 1930
weer in exploitatie genomen door
de Firma Gebroeders Touw.69
Daarbij werd de teruggevonden
bron afgedekt met een betonnen
plaat en een leiding aangelegd
naar een pomphuisje. Er werd zelfs
een Maatschappij tot Exploitatie
van de "St. Geertruydtsbronne"
opgericht. Het bronwater werd in
flessen op de markt gebracht. In