Verdwenen venen;
een verborgen geschiedenis
60
61
De Waterschans nr. 4 1989
4. Sint Gertrudis heeft zojuist een
bron aan het Scheldestrand doen
ontspringen. Glasraam naar ont
werp van Fons Gieles in de nieu
we Gertrudiskapel, 1989. Foto
Fons Gieles, 1989.
De tekst op de beide bronzen pla
ten, die zich aan weerszijden van
de kapelingang bevinden, is van
drs. Nic. Grosfeld, historicus te
Bergen op Zoom. Deze platen wer
den gegoten in de metaalgieterij
van de gebr. Bruys te Bergen op
Zoom, naar een aangeleverd mo
del van Leon Vermunt.
Het Portugese tegeltableau aan de
achterzijde van de kapel werd ver
vaardigd te Lissabon. De Gertru-
disfiguur zoals die voorkomt op het
door Fons Gielis ontworpen etiket
van de Gertrudiswijn, heeft als mo
del gefungeerd. Het tegeltableau is
een schenking van Gertrudiswijn-
importeurs en verkopers: de heren
C. van Dommelen en Van Aken,
beiden te Bergen op Zoom.
Het bronzen Gertrudisbeeld werd
afgegoten naar het bestaande gip
sen model door de beeldhouwer
Piet van Dongen 1987), dank
zij de vriendelijke medewerking
6. Tegeltableau aan de westwand
van de nieuwe kapel naar ontwerp
van Fons Gieles, 1989. Foto Ftan
Bos, 1989.
De fa. Tebbens te Bergen op Zoom
vervaardigde het ijzeren buitenhek
naar ontwerp van Fons Gieles. De
heer J. de Waal, verbonden aan
de schildervakopleiding te Breda,
nam heel wat schilderwerk onder
zijn verantwoording, daarin bij
gestaan door zijn zoon Jeroen. Op
de vakopleiding te Breda werd de
haan verguld en het buitenhek van
goud en kleur voorzien. Voorts
werden het binnenhek en de lan
taarn gegrond en geverfd.
5. Sint Gertrudis reikt de beker
aan de ridder, die zijn ziel aan de
duivel had verkocht. Ontwerpteke
ning voor een glasraam in de nieu
we Gertrudiskapel, 1989. Foto
Fons Gieles, 1989.
De Waterschans nr. 4 1989
van Mevr. J. van Dongen- Roem.
Nico de Wit, beeldhouwer te Til
burg, maakte de contra-mallen ten
gerieve van de gieter Leon Ver
munt te Halsteren, die het wasmo-
del en het bronzen beeld vervaar
digde.
De sokkel waarop het Gertrudis
beeld staat, is afkomstig uit het
voormalige Smits-kerkje aan de St.
Josephstraat te Bergen op Zoom
en diende om het beeld van de H.
Anna en Maria te dragen. Ter wille
van de goede verhoudingen bin
nen de kapelmuren moest de sok
kel 20 cm hoger worden geplaatst.
De hr. J. Huesman bracht een
eikenhouten voet onder de oude
sokkel aan, alsmede een eiken
houten dekplaat op het draagvlak
voor het Gertrudisbeeld.
De glas-in-loodramen zijn gemaakt
naar de ontwerptekeningen van
Fons Gieles en door Fl, de Groot
vervaardigd op het atelier De
GroQt in de Van der Rijtstraat.
Dhr. Ant. Pelle vervaardigde de
smeedijzeren lantaarn, welke thans
in de kapel hangt en afkomstig is
uit de kapel van het vroegere Car
melitessenklooster aan de Halster-
se weg. De lantaarn werd bevestigd
door de fa. van Vliet te Bergen op
Zoom. De firma Tebbens voorzag
het smeedijzeren binnenhek van
passende nieuwe hangen. Dit bin
nenhek werd eveneens vlak na de
Tweede Wereldoorlog ontworpen
en gesmeed door Ant. Pelle ten
behoeve van dezelfde kloosterka
pel. De wapens van Halsteren en
van de Carmel, kunstig verwerkt in
het hekwerk, verwijzen nog naar
de voormalige bestemming. Dhr.
Ph. Verduit, eertijds woonachtig
aan de Halsterse weg, heeft dit hek
en de lantaarn van de sloopcontai-
ner gehaald, toen het Carmelge-
bouw annex de wegkapel werden
gesloopt. Hij bood deze nu aan om
in de Gertrudiskapel te worden
verwerkt.
J. Huesman draaide de eikenhou
ten vlaggenknop om de vlaggestok
met wimpel, welke de kapel op
feestdagen siert, aan te bevestigen.
Mevr. Brigitte Grosveld - Assel-
bergs vervaardigde deze feestwim-
pel en voorzag die van het wapen
van het klooster van Nijvel.
Geinspireerd door gegevens uit het
verre verleden werd de wimpel
voorzien van zilveren belletjes. De
fa. Bruys te Woensdrecht legde de
haag van bukspalm aan.
De inwijding van de kapel vond op
22 september 1989 plaats. Bis
schop H. Ernst van Breda verricht
te deze plechtigheid, waarbij hij
ook een toespraak hield. Voor dit
feest schreef Chr. van der Boom
een lied; H. Stalpers componeerde
een herkenningsmelodie. De zang
werd verzorgd door het koor "For
tissimo"; het Sint Sebastiaansgilde
vormde een erehaag.
Gegevens verstrekt door F. Gie
les, J. v. Giels, N. Grosfeld en M.
Venselaar; tekst W. v. Ham.
K.A.H.W. Leenders, "Verdwenen
venen. Een onderzoek naar de lig
ging en exploitatie van thans ver
dwenen venen in het gebied tussen
Antwerpen, Turnhout. Geertrui-
denberg en Willemstad, 1250-
1750 351 bladzijden, 12 illustra
ties, 42 kaarten, 8 grafieken, 27 ta
bellen, indices en literatuuropgave,
résumé, summary. Uitgegeven bij
PUDOC te Wageningen en door
het Gemeentekrediet van België te
Brussel.
Het verschijnen van dit boek bete
kent voor de plattelandsgeschiede
nis van West-Brabant en de aan
grenzende provincie Antwerpen
een mijlpaal. Reeds jaren hield de
auteur deskundige en geïnteres
seerden in spanning het omvang
rijke werkstuk, dat een levenswerk
mag heten, betreffende een mate
rie, waarin hij zich intensief had
verdiept (zo niet vastgebeten) liet
lang op zich wachten. Men wist on
geveer, wat te verwachten een
werk, dat niet alleen aan de ver
dwenen venen aandacht zou
besteden, maar ook aan de exploi
tatie daarvan. Niet alleen aan de
geografische, maar ook aan de
technische aspecten zou ruime
aandacht worden besteed. Voor
niet-ingewijden diene de volgende
samenvatting
In het gebied tussen Antwerpen,
Geertruidenberg en Willemstad
heeft tot in de middeleeuwen een
uitgestrekt veengebied gelegen. In
de vijf eeuwen tussen 1250 en
1750 werd dit veen opgeruimd en
deels bedekt met klei of zand. Het
veen werd opgeruimd doordat het
afgegraven werd voor grootschali
ge commerciële turf- en zoutpro-
duktie. Aanvankelijk was de
streeks zelfs een soort veenkolonie
van vroeg bloeiende Vlaamse ste
den als Brugge en Gent. Voor een
deel werd het veen tijdens een
overstromingsperiode met klei en
zand bedekt, waarna dat gebied tot
kleipolders bedijkt werd. Zo zijn
thans vrijwel al die venen "verdwe-
De omvang en ligging van de ver
dwenen venen was tot voor kort in
het geheel niet duidelijk. Verschil
lende auteurs spraken elkaar in dit
opzicht tegen. In dit boek wordt ge
tracht een volledig beeld van om
vang en ligging te geven. Tevens is
uitvoerig ingegaan op de wijze,
waarop de venen verdwenen zijn.
In de vijf eeuwen die in het boek
behandeld worden, heeft een
groot deel van de 25.000 hectare