Het Begijnhof buiten Bergen op Zoom 10 11 - algemene gegevens en uiterlijk - Wsl U' De Waterschans nr. 1 1990 Geschiedenis van Breda 1795-1960 III, Hoofdlijnen en accenten door Drs. M.J.M. Duijghuisen, m.m.v. Prof. Dr. P.M.M. Klep Een nieuw boek over de geschie denis van Breda. Deze uitgave be handelt de geschiedenis van Breda van 1795 tot 1960. Vele aspecten van de stadsgeschie denis komen aan bod. Dit prachti ge boek is voorzien van vele nog niet eerder gepubliceerde foto's en illustraties. omvang: 384 pagina's, formaat: 17 x 24 cm. uitvoering: gebonden in linnen band, voorzien van goudopdruk met luxe stofomslag in full colour, foto's, ill.: 128 foto's, waarvan een aantal in kleur. ruim 50 grafieken en tabellen, achterin het boek zijn 4 losse stads plattegronden opgenomen uit de jaren 1830, 1890, 1931 en 1963. Prijs: 59,50. "De ontginning van Nederland, beschrijving van het ontstaan van de argrarische cultuur landschappen in Nederland" luidt de lange titel van een boek van dr. ir. J, Hendrikx uit Den Dungen. Het is een boek gewor den met archeologische, histo- risch-geografische en toponymi sche aspecten. Het is te koop voor slechts 10, U dient genoemd bedrag over te maken op gironummer 268182 t.n.v. Landinrichtings- dienst/BLB te Utrecht o.v.v. de ti tel en het rapportnummer. Het nummer is 11. POLDERMUSEUM lijk gemaakt en onder een laag zand bedekt. Restanten in de vorm van oude foto's, prentbriefkaarten, oude polderkaarten en gebruiks voorwerpen worden in het mu seum tentoongesteld. Tevens zijn er uitstallingen die een beeld geven van de nering van de voormalige polderbewoners. Aan de militaire geschiedenis van het fort wordt echter maar beperkt aandacht besteed; de nadruk ligt meer op het recent verleden. Naast het museum biedt Lillo nog een aantal historische gebouwen; deze zijn echter niet voor bezoek toegankelijk. Een wandeling over de vestingwallen en langs het ha ventje met uitzicht op de Schelde maken duidelijk waarom Lillo be kent staat als de "groene oase" Ik kan U allen de excursie van 12 mei ten zeerste aanbevelen! Ravelijn zuidzijde. opgeheven werd. Een deel van de wallen werd weggegraven of door gestoken; de aanleg van een ha ven slokte ook een deel van de wallen op. Wat momenteel van de vesting rest is echter nog ruim voldoende om zich een voorstelling van het mili taire leven gedurende de afgelo pen eeuwen te kunnen maken. De overgebleven vestingwallen en grachten vormen een fraaie groene zone in de geïndustrialiseerde om geving. Het Poldermuseum van Lillo werd in 1963 geopend, met als doel de geschiedenis en het leven van de polderbevolking vast te leggen. Door de uitbreiding van de Ant werpse haven veranderde de pol der drastisch van aanzien; een aan tal dorpen werd met de grond ge- Vesting Lillo. (Bron: S. Stevin Stichting). De Waterschans nr. 1 1 990 DRS. BEN DAETER Algemene gegevens en uiter lijk Wie thans op het Bolwerk loopt kan zich maar moeilijk voor stellen dat daar eens, ongeveer tussen villa Helena en de Coelge- nestraat, een begijnhof gelegen heeft.1 Slechts de naam Bagijn- hofstraat van de straat die hier vlak bij ligt, herinnert nog iets aan dit verleden. Zo'n begijnhof moet men zich voorstellen als een dichtbevolkte miniatuurstad met een muur er om heen (clausura)een bewaakte toe gangspoort. pleinen en straatjes en afzonderlijke begijnenhuisjes. Karakteristiek was steeds het indi vidueel wonen in een complex dat afsluitbaar was van de buitenwe reld. Vroeger lag het terrein van het voormalige begijnhof nog buiten de stad. Vandaar dat we spreken van het begijnhof buiten Bergen op Zoom. Het was moeilijk om binnen een stadsomheining daarvoor een terrein te vinden, want de steden waren vaak overbevolkt.2 Als instelling was een begijnhof een stichting met een doel, een vermo gen en een bestuur. De bewoonsters waren de begij nen: devote in een gemeenschap verenigde maagden of weduwen; niet helemaal gewone leken te noemen, maar het waren ook geen kloosterlingen. Ze kenden twee ge loftes: gehoorzaamheid en kuis heid, maar die waren alleen maar van toepassing zolang men begijn wilde blijven. Begijnen konden, in verhouding met kloosterlingen, ge makkelijk weer naar de wereld te rugkeren.2 Ze brachten hun dag door met ge bed en werk, waarvan ziekenver zorging en armen- en ouderenzorg wel de belangrijksten waren. Begijnen konden aanvankelijk ook thuis bij hun familie wonen, maar de begijnhoven vormden feitelijk de oplossing van de bezwaren die er bestonden tegen de zo maar rondzwervende begijnen.4 Voor informatie over het Bergse f. Plattegrond begijnhof Igetekend naar die van Hoogenberg en van v. De venter) in juten '31 pg. 12. begijnhof is men op literatuur en archiefstukken5 aangewezen; daarnaast bestaat er een zeer uitge breide literatuur over begijnen in het algemeen. In deze bijdrage trachten we een indruk te krijgen van het uiterlijk van een begijnhof; in het voorne men ligt in verdere bijdragen op de interne geschiedenis van het be gijnhof in te gaan. Soorten begijnhoven Begijnhoven zijn in het algemeen een typisch stedelijk fenomeen, maar ook buiten de steden kwa men individueel of in kleine groep jes levende begijnen voor die in de buurt van bijvoorbeeld, in een niet in de stad liggende kapel, woon den. Vele Vlaamse steden kenden zelfs binnen één stad een groot en een klein begijnhof. Er worden wel twee typen begijn hoven onderscheiden; het stads- begijnhof en het plein-begijnhof. Het stads-begijnhof lijkt op de mid deleeuwse stad: een regelmatig en eenvoudig complex van gelijk- en haaks lopende straten die recht hoekige percelen omschrijven; een zo'n perceel is uitgespaard tot plein, vaak met kerk en kerkhof. Het plein-begijnhof is eigenlijk een groot plein, vaak driehoekig, met middenin de kerk met kerkhof en grasveld. Het Bergse begijnhof had meer de vorm van een vijfhoek met een ge bogen noordmuur. Aan de zijden waren de huizen gebouwd met uit zicht op de kerk en een tuintje aan de achterzijde.6 Uit de kaart door Fr. Hogenberg, naar die van Jacob van Deventer, zou men kunnen afleiden dat het koor van de kerk met een vlakke muur was afgesloten. Door Juten wordt beweerd dat hierin het grote venster zou hebben gestaan, waar voor Jan III in 1519 ene gebrand schilderd "glas" ten geschenke gaf.7 Waarschijnlijk gaat het hier echter om een eigen, onbetrouw bare interpretatie van Hogenberg van de handgetekende kaart door Jacob van Deventer. Details als de vlakke muur in plaats van een koorsluiting op de kaart van Ho-

Periodieken

De Waterschans | 1990 | | pagina 11