38
39
tect was Josephus E. Franssen uit
Antwerpen, die niet aan de Wa
terstaat was verbonden.
Samenvattend: het Neoclassicisme
kwam in ons land als bouwstijl
vooral sinds 1806 op en beleefde
onder koning Willem I een laatste
bloeiperiode. De termen 'Wa-
terstaatsstijl' en 'Waterstaatskerk'
komen pas in gebruik na 1824,
toen het ministerie van Waterstaat
bij de bouw van kerken een rol
ging spelen. Het werden scheld
woorden voor de bouwstijl, die
men sinds ca. 1845 ging veraf
schuwen.
De kerk van de Heilige Maagd is
gebouwd in de stijl van het Neo
classicisme, dat de bijnaam 'Wa-
terstaatsstijl' heeft, maar hier ten
onrechte is toegepast. Het kerkge
bouw was in 1824 of kort daarvoor
ontworpen door een architect, die
niets met 'Waterstaat' had te ma
ken. De naam 'Waterstaatskerk'
voor deze kerk is dus onjuist.
'De Maagd' in het tijdsbeeld
Om het voormalige kerkgebouw in
tijd en plaats te situeren lijkt het
nuttig dit te vergelijken met drie an
dere, thans nog bestaande, kerken
te Steenbergen, Roosendaal en
Breda, die in die tijd in onze streek
gerealiseerd werden.
De nederlands-hervormde kerk te
Steenbergen is in 1831-1834 ge
bouwd. Het ontwerp van deze kerk
is van A. Huijsers, die ook de An-
toniuskerk te Breda (zie hierna) op
zijn naam heeft.7 Er zijn sterke
overeenkomsten tussen de gevels
van beide gebouwen. De kerk van
Steenbergen heeft in de voorgevel
vier zuilen, die een lijst met breed
fronton dragen (afb.l). De Sint
Antonius heeft een de benedenzo
ne met dergelijke zuilen, waarbo
ven een zwaar hoofdgestel; hierop
volgt echter een middendeel, be
staande uit een bovenzone met Jo-
nische zuilen, bekroond met een
fronton (afb.2). Dit middendeel
wordt geflankeerd door inzwen-
kende zijstukken met siervazen. De
gevel van Steenbergen is dus stren
ger van opzet.8 De torens van de
hervormde kerk van Steenbergen
en die van de Sint Antonius be
staan beide uit een vierkante
bakstenen klokkenverdieping, ver
sierd met dubbele pilasters en be
kroond door een achtkantig koe
peltje, waarop een obeliskvormige
naald.9
De parochiekerk van de H. Johan
nes de Doper te Roosendaal werd
in 1835-1839 gebouwd op een
perceel, waarop tot 1807 de mid
deleeuwse kerk had gestaan
(afb.3). Hiervan was alleen de to
ren overgebleven. Het terrein
kwam in 1809 weer in handen van
de roomskatholieken.10
Deze gaven in 1828 opdracht aan
J. Franssen te Antwerpen, (archi
tect van de H. Maagdkerk te Ber
gen op Zoom!) een plan te maken
voor een nieuwe kerk. Dit plan
werd in 1830 ingediend en - gewij
zigd door ir. A. de Geus van de
Rijkswaterstaat te Breda - uitge
voerd in 1835-1839.11 De middel
eeuwse toren is in 1837 van een
nieuwe bekroning voorzien naar
een ontwerp van W. van Putte te
Breda, wederom bewerkt door ir.
De Geus.12 De kerk van Roosen
daal mag zeker een Waterstaats
kerk worden genoemd, gezien het
aandeel van een ingenieur van de
Waterstaat in de uiteindelijke
vormgeving.
De parochiekerk van Sint Antonius
van Padua te Breda werd in 1836-
1837 gebouwd. Het ontwerp was
van de architect Pieter Huijsers
Azn. te Breda, onder toezicht van
meergemelde ir. De Geus. De
vloerbetegeling en de bepleistering
van de binnenmuren vonden ove
rigens pas in 1839 plaats, terwijl
nog jaren werd gewerkt aan het
verfraaien van het interieur.13
Het kerkgebouw te Bergen op
Zoom was in die tijd in onze regio
de eerste en wat betreft de omvang
ook de grootste neo-classicistische
kerk. De protestante kerken, die in
de voorafgaande periode (1795-
1820) waren gebouwd waren
kleinschaliger.
Een goed beeld van de onderlinge
verhoudingen levert een onderlin
ge vergelijking van de afmetingen
van de genoemde gebouwen op
De kerk van Bergen op Zoom heeft
een grondvlak van 26,5 x 60 me
ter. De hervormde kerk van Steen
bergen 19 x 35; de Antoniuskerk
te Breda 21,50 x 50 en de Sint Jan
te Roosendaal 20,5 x 56 meter.
Deze vier kerken waren van het ty
pe hallekerken, voor gebouwen in
deze stijl vrij gebruikelijk. Een zeld
zaamheid van de Roosendaalse
kerk is, dat hij in een dwarsbeuk
van 29 meter heeft, waardoor de
plattegrond kruisvormig is.
'De Maagd' in het stadsbeeld
De stedebouwkundige ligging van
de H. Maagdkerk (afb.4) wordt
verhelderd, als men deze vergelijkt
met die van bovenstaande kerken.
Die van Steenbergen en Roosen
daal werden gebouwd op (voor
malige) middeleeuwse kerkhoven.
Ze staan dan ook vrij. De nieuwe
hervormde kerk van Steenbergen
werd bewust in de lengte-as van de
Grote Kerkstraat aldaar gebouwd
(afb.5). De ontwerper hoefde zich
niet te binden aan de anders ge
oriënteerde vroegere kruiskerk. De
kerk van Breda kon in de rooilijn
van de St.Janstraat aldaar worden
gezet, omdat de breedte van het
aangekochte perceel daartoe toe
reikend was (afb. 6). Het aange
kochte pand had een aanzienlijke
omvang. De architect te Roosen
daal diende rekening te houden
met de bestaande middeleeuwse
kerktoren (afb. 7). Hij loste dit op,
door er een zuilenhal met fronton
vóór te plaatsen.
Vergelijken we nu de breedte van
de kerk van Bergen op Zoom met
die van de in 1824 aangekochte
percelen, dan blijkt de gevel daar
precies tussen te passen, maar het
kerkschip door zijn totale breedte
juist niet. Er werden ten behoeve
van de kerkebouw een aantal per
celen aan de Grote Markt en aan
de Potterstraat aangekocht. Daar
bij behoorde niet het huis De Gra
naatappel (Grote Markt 33), dat
ten noorden van het kerkepad
staat. Wellicht was de door de
eigenaar gevraagde prijs te hoog.
Wat zou er gebeurd zijn, als de
aankoop wel was gebeurd Bij ge-
De Waterschans nr. 3 1990
7. De Nederlands Hervormde Kerk
te Steenbergen vanuit het westen,
ca. 1925.
3. De kerk van de H. Johannes de
Doper te Roosendaal vanuit het
westen, 1911.
2. De Sint Antoniuskerk te Breda
vanuit het westen, ca. 1987.
De Waterschans nr. 3 1 990
4-7. Schetskaartjes van de ligging
van de vier in het artikel genoemde
kerkgebouwen naar kadasterkaar-
ten van 1825/1832 (Bergen op
Zoom); ca. 1897 (Steenbergen); ca.
1901 (Breda) en 1839-1880 (Roo
sendaal).