40 47 De Waterschans nr. 3 1990 GROTE MARKT H MAAGD 10M 8. De ligging van de percelen ten oosten van het kerkgebouw van de H. Maagd, met het mogelijk aan te leggen plein. door het aanbrengen van een mo numentaal hek, al stond dit vaak open. Vaak hoort men beweren, dat een overwegend protestante gemeen teraad de 'roomsen' zou hebben gedwongen het kerkgebouw naar achteren te plaatsen. De meerder heid in de gemeenteraad was ech ter rooms-katholiek (9 r.k. tegen 6 hervormden). Zelfs de burge meester (mede lid van de raad) en één wethouder waren r.k. Ook is er in de raadsnotulen geen sprake van enige bemoeienis van de ge meente met de plaats van het kerk gebouw. Wellicht heeft men met dit verhaal de onderlinge tegenstel lingen wat willen bijkleuren. Het krijgt geen bevestiging door contro leerbare gegevens. brek aan documenten over dit on derwerp moeten we het met gissin gen doen. Logisch lijkt een idee van Han Bos, dat men van plan was een onregelmatig gevormd, bijna vierkant, voorplein (25 x 25 x 25 x 21 meter) aan te leggen (afb. 8)Zo zou een vrij uitzicht op de voorgevel mogelijk zijn geweest. De reden, waarom men de kerk van de H. Maagd niet onmiddellijk aan het marktplein plaatste, kan ook wel van verkeerstechnische aard zijn geweest. Omdat de eco nomisch beter gesitueerden zich in die tijd met rijtuigen verplaatsten kon het 'parkeren' van deze ver keersmiddelen hinder voor het doorgaand verkeer opleveren, vooral op zondagen. Het nog gro tere aantal rijtuigen bij begrafe nisstoeten kan de noodzaak van een 'wagenplein' duidelijk hebben gemaakt. Ook het vrij kleine plein, dat uiteindelijk ontstond, gaf toch nog voldoende plaats voor een lijk wagen en enige volgrijtuigen. De reeds aangekochte huizen De Grote Kraanvogel (Grote Markt nr 31 )en De Ghulden Ring (Grote Markt nr 34) zijn in 1828 weer ver kocht. Voor de hand ligt, dat het kerkbestuur zijn financiële proble men hierdoor ten dele heeft ver licht. Aan de Grote Markt werd in verband met de kerkebouw alleen het huis De Grote Voetboog (Gro te Markt 32) afgebroken om een smal pleintje (7,50 meter breed) te kunnen vormen. Hierdoor staat de voormalige kerk inpandig en is de voorgevel slechts ten dele vanaf het marktplein te zien. De beslo tenheid werd daarna nog versterkt De schouwburgkwestie In de jaren zestig vormde de be hoefte aan een schouwburgaccom modatie te Bergen op Zoom een moeilijk op te lossen kwestie. De toneelzalen, verbonden aan een sociëteitsgebouw als Thalia, of aan de café's de Korenbeurs en de Hol- landsche Tuyn voldeden niet of nauwelijks aan de eisen, die mo derne muziek- en toneelgezel schappen stelden. Bovendien werd in 1963 met het verdwijnen van 'Thalia' ook het gebrek aan passende zalen nijpend. Een in de loop van dat jaar ge vormde actiegroep onder de naam 'N.V. Zalencomplex in oprichting' drong erop aan een nieuw gebouw neer te zetten. Het gemeente bestuur stelde, onder voorzitter schap van de toenmalige wethou der van culturele zaken drs. P. van Heijst, een commissie aan die in februari 1964 rapport uitbracht. Er werd gekozen voor nieuwbouw op een lokatie aan de hoek van de Ja cob Obrechtlaan en de Erasmus- laan, dus in de omgeving van Plein 13. Bijna een jaar later wees de ge meenteraad de nieuwbouwplan- nen als 'onnodig' van de hand. Het gemeentebestuur sloot met de toenmalige eigenaars van het Luxor-theater een contract waar door de filmzaal voortaan als voor ziening voor muziek- en toneeluit voeringen zou gaan fungeren. Ook kwam onder auspiciën van de stichting Thalia een verbouwing van een vroegere fabriekshal, ver bonden aan het Provoosthuis tot stand. De laatstgenoemde voorzie ning kon vanaf 1972 niet meer als zaalaccommodatie gebruikt wor den. De gemeenteraad besloot dat jaar de evenementenzaal 'De Stoele- mat' te bouwen, die in 1973 in ge bruik werd genomen. Daarmee was men nog niet van de problemen af, die de toneelvoor ziening en de kleedlokaliteiten in het Luxortheater opleverden. Om dure oplossingen te voorkomen, werd wel gesuggereerd, een 'thea terbus' naar Antwerpen, Breda of Rotterdam te laten rijden. Te Ber gen op Zoom kon alles dan simpel bij 'het oude' blijven. Een gedach te, die men snel weer liet varen. Vervolgens liet men aan 'De Stoe- lemat' zodanige voorzieningen aanbrengen, dat deze voor culture le activiteiten meer bruikbaar werd. Uit deze jaren (1980 en volgende) dateert een serie van plannen, sug gesties en nota's over deze mate rie. Om de kwestie tot een oplos sing te brengen werd onder meer voorgesteld de bioscopen 'de Luxor' en 'Roxy' te verbouwen. De vereniging Binnenstad opperde reeds in 1983 om de kerk van de H. Maagd, die toch gesloten zou worden, in studie te nemen. Sug gesties over nieuwbouw op het Pastoor Joorenplein, aan de Zwar- teweg en elders zijn vervolgens in de brievenbus van het stadhuis ge deponeerd. Aan de oplossing van het vraag stuk werd lange tijd gewanhoopt. Door allerlei verwikkelingen verviel in 1984 de mogelijkheid om de (in middels voormalige) Luxor- bioscoop te verbouwen. Een definitieve wending betekende de in maart 1986 binnengekomen weigering van hogerhand om toe te staan het kerkgebouw van de Heilige Maagd af te mogen breken. De gemeenteraad besloot op 26 ju ni 1986 om het college van burge meester en wethouders te machti gen een onderzoek te doen ver richten naar de mogelijkheden voor het realiseren van een schouwburg in de kerk van de H. Maagd. Daarbij moest het gebouw als zodanig behouden c.q. ge restaureerd worden. Onno Grei- ner/ Martien van Goor Architekten B.V. te Amsterdam kreeg de op dracht om een voorlopig schets ontwerp met kostenbegroting sa men te stellen. Het te sluiten kerkgebouw werd eigendom van de burgerlijke ge meente bij overdracht door de De Waterschans nr. 3 1990 rooms-katholieke parochie op 9 april 1987. Op basis van een ont werp van architect Onno Greiner en na verkregen instemming van hogerhand besloot de gemeente raad op 28 oktober 1987 tot restauratie, verbouw en inrichting van de voormalige kerk tot schouwburg. Een 'steen des aan stoots' was uit de plaatselijke poli tiek verdwenen. Stuwende kracht bij de eindfase in de totstandkoming van het theater was burgemeester drs. P. Zeven bergen. De kwestie werd hiermee geschiedenis een geschiedenis, die rijp lijkt om als onderwerp te dienen voor een studie over cultuur-politiek handelen in een stedelijke gemeenschap. Welke (aspirant-) historicus meldt zich aan? AANTEKENINGEN 1. W.A. van Ham, De Grote of Sint Gertrudiskerk te Bergen op Zoom (Bergen op Zoom, 1988) 14. 2 Dag blad De Stem van 16 november 1984. 3. E.J. Haslinghuis, Bouwkundige ter men, verklarend woordenboek der westerse architectuurgeschiedenis (Utrecht, 196) 96. 4. M. D. Ozinga, 'De architecten van Lodewijk Napole on als koning van Holland', Oudheid kundig jaarboek, vierde serie van het Bulletin N.O.B. 11 (1943) 63-87; C. Boschma, 'Thomas Romein, een clas sicistisch bouwmeester in het Friesland van de negentiende eeuw' in: Opus Musivum aangeboden aan Prof.Dr. M. Ozinga (Assen, 1965) 441. 5. Boschma, Thomas Romein', 440; J. v.d. Voort 'De bouwkunst in België sedert 1800' in Kunstgeschiede nis der Nederlanden IV (Zeist, 1963) 1620. 6. H.P.R. Rosenberg, De 19de eeuwse kerkelijke bouwkunst in Neder land ('s-Gravenhage, 1972) 17. 7. In de literatuur wordt het gebouw slechts aan Huijsers toegeschreven. Bij een summier onderzoek in het archief van de Hervormde Gemeente van Steen bergen, inv. nr. 254-256 (bewaar plaats streekarchiefdienst Nassau- Brabant te Zevenbergen) bleek echter dat Huijsers zowel bij het ontwerp als bij uitvoering ongetwijfeld de architect van dit bouwwerk was. 8 Rosenberg, Kerkelijke bouwkunst, 120 nr.63. De ze beschrijft de zuilen als Toscaans. Han Bos wees mij erop, dat deze eer der als Dorisch beschouwd moeten worden. 9. Rosenberg, Kerkelijke bouwkunst, 152 nr. 20. 10. B.H. Stol- te, 'Kerken', in: 'Plaatsbeschrijving van Roosendaal en Nispen', De Ghulden Roos 25 (1965) 30-34. 11. J.C.M. de Jong, '150 jaar Sint-Janskerk te Roo sendaal', De Ghulden Roos 48 (1988) 17-19. 12 B.H. Stolte, 'De torenspits van de Sint-Janskerk te Roosendaal'. De Ghulden Roos 27 (1967) 90-96. 13. A. Kamer, De St. Antoniuskerk van Breda van 1837 tot 1987 (scriptie, 1987, ex. in gemeentearchief Breda) 18-22. 14 Herkomst van de afbeeldin gen: Prentbriefkaart in particulier bezit, afb. 1. Foto Gemeentelijke archief dienst Breda, afb. 2. Foto Gemeentelij ke archiefdienst Roosendaal, afb. 3. Tekeningen van Han Bos, Bergen op Zoom. afb. 4-8. Ter ere van "De Maagd" De titel van de expositie, die in het trappenhuis van het archiefgebouw wordt gewijd aan de geschiedenis van het kerkgebouw, draagt niet voor niets dezelfde naam als het boek, dat bij de opening van de Stadsschouwburg "De Maagd" aan prinses Margriet werd overhan digd. Deze huistentoonstelling brengt namelijk het illustratiemate riaal van het historische gedeelte van dit boek. Er is echter iets meer te zien. De geschiedkundige gege vens komen meer compact aan de orde; het materiaal is op ware grootte, terwijl het materiaal voor een groot deel in origineel wordt getoond. Om te beginnen wordt de tijd van de schuilkerk gememoriseerd. Vervolgens komt de bouw van de kerk aan de beurt. De moeizame bouwgeschiedenis, die zich van 1824 tot 1829 voortsleepte, ken merkt de financiële problemen van een rooms-katholieke parochie in die tijd. De verdere bouwkundige geschiedenis omvat de voltooiing van de toren in 1857-1858; van een monumentaal afsluitingshek aan de Grote Markt in 1859 en een uitbreiding van de sacristie in 1877, en een nieuwe pastorie in 1879. Opgemerkt wordt, dat al de ze werkzaamheden plaats vonden onder het bewind van pastoor deken Muskens. De inwendige verfraaiingen en voorzieningen van het kerkgebouw krijgen ruime aandacht, onder an dere het schitterende hoogaltaar (1861), het monumentale orgel (1864), de kruisweg en de decora tieve beschildering (1893). Vervol gens zijn de nieuwe decoraties, die nadien het interieur van de kerk gingen bepalen, eveneens in beeld en woord vertegenwoordigd. In het najaar van 1979 werd het 150- jarig bestaan van de kerk van de Heilige Maagd nog feestelijk ge vierd, maar het einde van de reli gieuze bestemming begon zich toen reeds af te tekenen. Op 30 november 1981 kwam een inten tie-verklaring tussen het gemeente bestuur van Bergen op Zoom en het kerkbestuur van de Bin nenstadsparochie tot stand, die in het voorjaar van 1987 werd uitge voerd. De gemeente zou in de toe komst de Grote of Sint Gertrudis kerk om niet aan het kerkbestuur ter beschikking stellen. Laatstge- melde kerk is op 12 april 1987 voor de rooms-katholieke ere dienst ingezegend. De ontruiming van de kerk van de Heilige Maagd was ondertussen begonnen; zij werd voltooid tijdens de verbou wing tot stadsschouwburg. De in gebruikname van de voormalige kerk als schouwburg markeert de afloop van de jarenlange discussies over de kerkvoorzieningen in de Binnenstad. Tevens kwam een einde aan de zo genaamde "Schouwburgkwestie", die vooral sinds 1963 de gemoede ren van cultureel en/of politiek Bergen op Zoom bezig hield. Enige kranteknipsels illustreren het ver loop van de discussies. Ten slotte is het een en ander in beeld gebracht van de werkzaam heden, die aan het voormalige kerkgebouw een nieuwe functie gaven. Enige tekeningen en schet sen van het architectenbureau Greiner zetten als het ware een streep onder het verhaal. De huisexpositie Ter ere van "De Maagd" is te bezichtigen op maan dag t/m donderdag van 9.00- 12.30 en 13.30-17.00 uur en op vrijdag van 9.00-12.30 in het ge bouw van de gemeentelijke ar chiefdienst, Blokstallen 2.

Periodieken

De Waterschans | 1990 | | pagina 4