Wel en niet gerealiseerd: ontwerpen
voor de toren van "De Maagd
42
43
door HAN BOS
a
n
a
-
De Waterschans nr. 3 1 990
Het ranke torentje van de vroegere
Heilige Maagdkerk blijft ook na de
inrichting tot schouwburg het ge
bouw sieren. De toren wijkt door
stijl en opzet geheel af van de rest
van het voormalige bedehuis. Dat
verschil is een gevolg van de ont
staansgeschiedenis. In het bestek
voor de bouw van de kerk (1825)
was alleen de bouw van de on
derste geleding (torenverdieping)
opgenomen.1
Toch moet reeds dadelijk sprake
zijn geweest van een mogelijke ver
hoging en/of bekroning. Gezien
de financiële situatie van de paro
chie werd reeds in 1826 besloten,
de bouw uit te stellen.
De hoogte van het gerealiseerde
torenblok bedroeg 25,5 meter.
Hierna worden de niet tot stand
gekomen bekroningen besproken;
tenslotte krijgt de wé! gebouwde
spits de nodige aandacht.
7. Ontwerptekening van torenbe
kroningen voor de kerk van de
H. Maagd, 1850 zie jaartal op de
wijzerplaat.
2. Poging tot reconstructie van de
voorgevel van de H. Maagdkerk,
1829.
Ontwerpen van Soffers?
Het kerkbestuur overwoog in mei
1847 opnieuw de voltooiing van
de toren. Pas twee jaar nadien
werd contact gezocht met de be
kende architect P. Soffers te Gin-
neken.2
Als in 1856 de plannen weer wor
den opgevat, is sprake van reeds
voorhanden tekeningen. Wellicht
is daarvan één blad bewaard
(afb.l), waarop twee ontwerpen
zijn afgebeeld. Uit de stijl en de da
tering zou men kunnen opmaken,
dat deze tekeningen eerder van
Soffers, dan van de architect van
het kerkgebouw, J.-E.Franssen af
komstig zijn.3
De stijl van de ontwerpen past ech
ter goed bij het bestaande kerkge
bouw. De ontwerpen voorzien in
torens van 20 c.q. 16,5 meter,
waardoor het geheel 45 respektie-
velijk 41,50 meter hoog zou gaan
worden.4
In beide ontwerpen blijkt, dat ook
de bestaande geleding lichtelijk ge
wijzigd zou moeten worden. De
klokkezolder zou worden ver
plaatst naar de te realiseren tweede
geleding. Het geluid van de klok
ken zou zo boven het kerkdak uit
verspreid worden.
Gezien de vormgeving van de ont
werpen mogen we ervan uitgaan,
dat de torens geheel als hout
constructies uitgevoerd zouden
worden en - al dan niet geheel - be
kleed met zinkwerk, lood en leien.
De twee ontwerpen verschillen on
derling aanzienlijk. De enige over
eenkomsten liggen in de bouwstijl
en in het feit, dat aan de bestaande
toren één verdieping zou worden
toegevoegd, waarboven de bekro
ning.
2A. De voorgevel van de kerk van
de H. Maagd volgens het eerste
plan van 1850.
De Waterschans nr. 3 1990
n
a
S
2B. De voorgevel van de kerk van
de H. Maagd volgens het tweede
plan van 1850.
In de bekroning volgens het eerste
ontwerp (afb. 2A) zijn elementen
opgenomen, die sterk lijken op de
tails van de bekroning van de te
genover gelegen Sint Gertrudis-
kerk. Deze is sinds 1750 voorzien
van een koepel, waarbovenop een
kleiner koepeltje. Het geheel kreeg
de bijnaam Peperbus.5 De tweede
geleding van het ontwerp heeft als
plattegrond een ongelijkzijdige
achthoek. De zijden, die evenwij
dig met het torenlichaam lopen,
zijn namelijk langer dan de over-
hoeks geplaatste. Bovenin zijn wij
zerplaten aangebracht. In tegen
stelling tot de koepel van de Ger-
trudis is de ontworpen tweede to
rengeleding slanker en mist de ge
drukte koepelvormige bovenkant,
die op de Gertrudis de overgang
vormt naar de lantaarn. Op de
2C. Schetsontwerp voor een hoge
re kerktoren met aanpassing van de
voorgevel van de kerk door E. Cels,
1856.
hoeken van de kroonlijst aan de
basis van deze ontworpen geleding
zijn een soort zuilen, vermoedelijk
bekroond door vazen, geplaatst.
De afsluitende kleinere koepel, een
open lantaarn, heeft zelfs een dia
meter, die overeenkomt met de
lantaarn van de Peperbus.
Het tweede ontwerp (afb. 2B) is la
ger en eenvoudiger. Op een vier
kante geleding plaatst hij een ge
drukte, afgeknotte spits met een
open, achtzijdig lantaarntje. Men
kan deze vergelijken met de acht
tiende eeuwse toren van Etten.
Het project van Cels
In oktober 1856 werd het plan
weer opgevat de toren af te bou
wen. Het project zou het volgende
jaar als geschenk bij het 50-jarig
pastoorsjubileum van pastoor
deken Van Aken gerealiseerd wor
den.6
De Brusselse architect Cels zond
desgevraagd een toren-ontwerp
toe. Emmanuel A.J. Cels (1821-
1894) was een leerling en mede
werker van de bekende architect
T.F. Suys. Cels was vooral bekend
als restauratie-architect van kerke
lijke gebouwen.7
Zijn schetsplan (afb. 2C) voorzag in
de bouw van een hoge, slanke to
ren. Hieraan verbond Cels het ver
fraaien van de bestaande voorge
vel en de bouw van nieuwe zijge
vels. Van het ontwerp is slechts
een schets bewaard, ingesloten bij
een brief van 29 oktober 1856.8