Verslag excursie naar Oudenaarde De Waterschans nr. 4 19? door: MEVR. M. GROSFELD-VAN DALEN Op vrijdag 15 juni 1990 vertrokken vier en vijftig enthousiastelingen met een bus, met Bert aan het stuur, vanaf het Plein XIII naar Oudenaarde. Daar stapten ze op de Markt uit. Eerst bekeken we van onze zusterstad het Stadhuis; het kwam ons erg bekend over; later zouden we weten waarom. We gingen naar binnen en al direct viel de zeer ruime entree ons op. Het is de zogenaamde Volkszaal met glas-in-rood ramen met de gilde- wapens. Vier fresco's met belang rijke figuren uit de Oudenaardse geschiedenis en de monumentale schoorsteen met mooie tegelwand trokken ook onmiddellijk de aan dacht. Het stadhuis dateert uit 1526. Ar chitect Hendrik van Pede had in spiratie gezocht bij vele andere stadhuizen; dat van Middelburg maakte de meeste indruk op hem. Via een stenen trap, die door de vele voetstappen al aardig uitgesle ten is, kwamen we in de Schepen zaal. Daar stond reeds de koffie voor ons klaar. Drie Oudenaardse autoriteiten ontvingen ons. Als eer ste nam de Schepen van Cultuur, historicus Jean-Pierre van de Mei- re, het woord. Hij wist ons een paar interessante zaken te vertel len. Oudenaarde telt zo'n 7000 in woners, maar als we de elf deelge meenten meetellen stijgt dat getal tot 27.000. Het is voor Oudenaar de financieel gezien een moeilijke zaak de vele monumenten in een goede staat te houden. Dit klonk ons niet geheel vreemd in de oren! Trouwens, het wapen van onze zusterstad lijkt ook veel op dat van onze stad; het wordt ook door twee wildemannen gesteund! De industrialisatie is in de laatste ja ren wel vooruit gegaan, maar er zijn geen uitbreidingsmogelijkhe den. De landschappelijke mooie omgeving is ook een punt dat telt. Een tweede autoriteit is de heer George de Jager, een gids bij uit stek; de derde persoon is de heer Elie Verhaeghe, archivaris en te vens secretaris van de Geschiedkundige- en Oudheid kundige Kring. Hij deelde ons me de dat hun Kring reeds sinds 1905 bestaat (de naam toen luidde: Cer- cle Historique et Archeologique d'Oudenaarde). Sinds de 'verbroe dering' (de Vlamingen spreken lie ver niet van 'jumelage') wisselen Oudenaarde en Bergen op Zoom alle publicaties uit. Na al de verstrekte informatie dankte de heer Van Gastel onze gastheren en bood als dank een plattegrond van onze stad aan en ook boekwerkjes over Oudenaarde gingen van hand tot hand. Ieder van ons ontving een uitste kende documentatiemap over de monumenten en bezienswaardig heden. Koffie met amandelgebak on derstreepten de gastvrijheid. Dat gebak wordt 'Brouwertje' ge noemd, naar de beroemde Ouden aardse schilder Brouwer (zelf hield deze kunstenaar echter meer van bier!) Onze grote groep werd in tweeën gesplitst; om beurten konden we de diverse zalen bezichtigen. Zowel de groep onder leiding van mevr. Jo van Kerkhoven-Lecomp- te als die van de heer De Jaeger waren in goede handen. Aan alle schilderijen zijn blijkbaar zeer aardi ge verhalen verbonden. In de Schepenzaal hangt een groot por tret van Karei V, die in Oudenaar de een welgevallig oog liet vallen op Janneke van der Gheynst. Ten gevolge daarvan werd in 1522 in het huis de Lalaing Margaretha (van Parma) geboren, de latere landvoogdes der Nederlanden. Van haar hangt er ook een mooi geschilderd portret en ook van haar zoon uit haar tweede huwe lijk: Alexander Farnesse. Laatstge noemde belegerde in 1581 de stad. Er hangt ook een afbeelding van Lodewijk XIV, die driemaal de stad belegerde. Boven een schitterende antieke Spaanse secretaire, met vele ge heime laden, hangt een groot schil derij van de stad met zijn vesting wallen. Maar de kostbaarste stuk ken zijn de schilderijen van Adri- aan Brouwer, zoals het schilderij De Vijf Zintuigen. Prachtig is ook het fraai gebeeldhouwd tochtpor- taal van Pauwel van der Schelden. Daarna bezochten we de beneden zaal, de 'Cafe', waar zich ook de Boter- en Graanweg bevond. Ook de moeite waard is de Laken halle; Romaans van stijl en met een prachtige eikenhouten dak constructie. Eén hoek is van zandsteen en de rest is vervaardigd met Doornikse granietblokken. Huis De Lalaing De Waterschans nr. 4 1 990 G7&i oStac)fm7Sc 7'an ClJiuïenac'rdt LA ALAïSOIN DE. VILLE D OrniE,ET-ARDE V:TI" Meestal zijn er in deze hal beroem de wandtapijten te bezichtigen; dit keer was er een tentoonstelling van een in de mode zijnde Chinese schilder. We vervolgden onze tocht naar de kerk van de patroonheilige van de stad, St. Walburga. In de 11e eeuw was deze kerk een der groot ste van Vlaanderen. Het koor stamt nog uit die tijd; het heeft een uitbouw: de bidplaats voor Jan zonder vrees. In de 15e eeuw wa ren er grootse herbouwplannen; ze werden niet helemaal verwezenlijkt vanwege, zoals zo dikwijls, geldge brek. Het oudste deel van de kerk is donker vanwege de Doornikse steen; het laat-gotische gedeelte van de kerk is veel lichter. De kerk heeft een aantal zijkapellen voor al le gilden, zoals ook voor St. Barba ra, de patrones van de tapijtwe vers. In het lichte gedeelte van de kerk komen de wandtapijten veel beter Sint-Walburgakerk tot hun recht. De 'Distel', de bloem van Oudenaarde, is op die tapijten afgebeeld; in de hoeken van de ge welven van de kerk komt deze bloem ook veelvuldig voor. In het middenschip van de kerk be vindt zich een zeer frisse vierdelige fresco. Ook de kerkramen zijn prachtig. Een van die ramen, die bij de hoofddeur, geeft een kalei- doscopische lichtverdeling; het is het produkt van een moderne gla zenier. De buitenkant van de kerk is ook de moeite waard. Op de monu mentale toren bevindt zich een klokvormige barok-spits op een go tische torenromp. Vervolgens bezochten we het klooster van de Bernardinen. De stemmige kapel, de ontvangkamer met prachtige 'verdures' en het ivo ren kruisbeeld maakten indruk op ons. Vermeldenswaard is nog de specifieke houding van de armen van het corpus van genoemd kruis beeld; het maakt duidelijk dat de maker ervan, Duques, Jansenist was. Interessant waren nog de kloostergang en de voormalige kruidentuin. Na lunchtijd reden we naar het Huis de Lalaing; aan de overzijde van de Schelde tekenden zich de contouren van de kerk van Pamel in een zeldzame Scheldegothiek zich mooi af. In het Huis de Lalaing zagen we ta pijten in diverse stijlen: verdures, mile-fleurs en bijbel-taferelen.

Periodieken

De Waterschans | 1990 | | pagina 11