Religieuze sporen uit Oud- Ossendrecht 12 13 i De Waterschans nr. 1 1991 dewerk uitvoerde, maar ook pottenbakkers-klei. Omdat op deze manier het gras voor de voeten van de Bergse potmakers werd weggemaaid, verbood de stedelij ke overheid in januari 1612 de uit voer van potaarde. Blijkbaar is dit verbod onvoldoende effectief ge weest, want in 1640 blijken potma kers uit Zierikzee hun potgoed nog steeds uit Bergen op Zoomse klei te vervaardigen en het uitvoerver bod wordt herhaald. Maar het was niet alleen Zierikzee of Zeeland dat potaarde uit Bergen op Zoom be trok. Zij werd ook verladen naar Holland, zoals we zagen en zelfs naar Friesland. In 1650 volgt we derom een ordonantie, waarbij zware straffen werden gesteld op de uitvoer van Bergse potaarde. In 1670 werd dit verbod door de Mar kies van Bergen op Zoom uitge breid voor het aangrenzende grondgebied van de gemeente Halsteren.17 Noten 1. G.C. Groeneweg, 'Een vroeg-16e eeuwse afvalput onder het stadhuis van Bergen op Zoom', Brabants Heem XXXIV (1982) 144- 162 en W.J.H. Verwers, Archeologische Kroniek van Noord-Brabant 1981-1982 (Bijdragen tot de studie van het Brabantse Heem - dl. 28)(Waalre, 1986) 78-82. 2. G.C. Groeneweg, 'Bergen op Zoom: een kleine profielschets van de Grote Markt', Brabants Heem XLI (1989) 170-175. 3. Zie voor uitvoerige infor matie over de bouwhistorische aspec ten van het Stadhuis: J.L.C. Weyts, 'Wederwaardigheden van kleine en middelgrote monumenten, in het bij zonder van het Stadhuis en Hotel De Draak aan de Grote Markt', in: Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd (Studies over stad en stadsbeeld uitge geven ter gelegenheid van het zeven tienhonderdjarig bestaan van de heer lijkheid van Stad en Land van Bergen op Zoom (Alphen a/d Rijn, 1987) 105-133. 4. Weyts, 'Wederwaardighe den van kleine en middelgrote monumenten', p. 120. 5. Het vrije ijzer in de klei wordt omgezet van goetiet in haematiet, welk laatste oxyde de scherf rood kleurt: R. van Wageningen, Ce- ramiekimporten in Amsterdam: een mineralogisch herkomstonderzoek (proefschrift Universiteit Amster dam) (Amsterdam 1988) 59. 6. Oor- kondenboek van de abdij Sint- Bernards aan de Schelde, nr. 520. Met dank aan W.A. van Ham, gemeente archivaris van Bergen op Zoom, voor het verstrekken van informatie over de 13e en 14e eeuwse pottenbakkers. 7. W. van Ham, 'De voorsteden; verken ningen in middeleeuws Bergen op Zoom - 7', De Waterschans XVI (1986) 65-75 en C.C.J. van de Wate ring, 'Het oudste potmakerskwartier te Bergen op Zoom en enkele van de be woners in de tweede helft van de vijf tiende eeuw'. Jaarboek van de Oudheidkundige Kring de Ghulden Roos XLI (Roosendaal, 1981) 97- 98. 8. Zie G.C. Dunning, 'The Trade in Medieval Pottery around the North Sea', in: J.G.N. Renaud (Ed.), Rotter dam Papers (Rotterdam, 1968) 35-58, waar een bepaald type dertiende eeuws kannetje, uitsluitend bekend van buiten Nederland, als 'Bergen op Zooms' wordt aangeduid. 9. F. Ver- haeghe, 'La céramique trés décorée du Bas Moyen Age en Flandre'. in: G. Blieck (EdTravaux du Groupe de Recherches et d'études sur la cérami que dans Le Nord/Pas-de-Calais (Ac- tes du colloque de Lille 26-27 Mars 1988) 19-114. Vondsten uit Bergen op Zoom o.a. aan de Fortuinstraat, zie F. Gieles, 'Oude aardewerkfragmen ten, afkomstig uit de Fortuinstraat te Bergen op Zoom (1972 oktober)', De Waterschans III-4 (1970) 258-259, afb. 16 (versierd met margrieten) en Groeneweg, 'Bergen op Zoom: een kleine profielschets van de Grote Markt'. Niet gepubliceerde vondsten zijn mij bekend van de Zuidmolenstraat (met opgelegde kleistrips) en de Noordsingel ('verf'-strepen)Uit de di recte omgeving van Bergen op Zoom zijn fraaie vondsten bekend van het verdronken land in de Oosterschelde: G.C. Groeneweg (Red.), Schatten uit de Schelde (Markiezenhof Bergen op Zoom, 1987), o.a. cat.nrs. 39, 43, 67, 101, 108 en 111. 10. Van Wagenin gen, Ceramiekimporten in Amster dam, voorwoord en p. 61. ll R. van Wageningen, Ceramiekimporten in Amsterdam, 88. 12. Van Wageningen, Ceramiekimporten in Amsterdam, 90- 93. 13 J.A. Trimpe Burger, 'Ceramiek uit de bloeitijd van Aardenburg (13e en 14e eeuw)'. Berichten van de Rijks dienst voor het Oudheidkundig Bode monderzoek XI1-XII1 (1962-'63). 14 Van Wageningen, Ceramiekimporten in Amsterdam, 53. 15. C.J.F. Sloot- mans, 'Economisch-sociale geschiede nis van het potmakersambacht te Ber gen op Zoom 1400-1925', in: C.J.F. Slootmans e.a., Tussen Hete Vuren (2 dln) (Tilburg, 1970), 2-16. 16. In Wa geningen 1988, p. 63. 17. Slootmans 'Economisch-sociale geschiedenis van het potmakersambacht te Bergen op Zoom 1400-1925', 25 en 31. Stichting Pandenbank De Stichting Pandenbank is een nieuw initiatief met als doel beeld bepalende, architectonisch of historisch waardevolle panden in de provincie Noord-Brabant te be houden door er een passende be stemming voor te vinden. Het herbestemmen van leegko mende panden is geen eenvoudige zaak, zeker bij grote objecten als kerken, kloosters, fabrieksgebou wen. De stichting registreert leegstaande of leegkomende pan den, maar ook de personen of in stellingen die op zoek zijn naar een pand. Op die wijze wil zij vraag en aanbod combineren. Er wordt ge werkt in opdracht van (potentiële) eigenaren en gebruikers. De ver goeding hiervoor is een percentage van de gerealiseerde verkoop- of huursom, of een bedrag op offerte basis. Informatie bij de Stichting Panden bank, Porvinciehuis Noord- Brabant, kamer B42, Postbus 90151, 5200 MC 's-Hertogenbosch. Ledenadministratie: Overleden: De Heer J.W. MASTENBROEK te Bergen op Zoom (lid sinds 8 sept. 1990) Mevrouw P.J.Th. SMOUT te Ber gen op Zoom (lid sinds 28 jan. 1972) Te koop aangeboden: Originele prenten van Bergen op Zoom en Tholen. C. van Bekkum. Tel. 01640-59639. De Waterschans nr. 1 1991 Een zeer bijzondere vondst Op een zaterdag in mei 1990 werd er door de heer P. van Oevelen tij dens grondwerkzaamheden in de wijk Peeberg te Ossendrecht een aantal interessante vondsten ge daan. In eerste instantie werden er laat-middeleeuwse scherven aan getroffen. Enthousiast meldde hij dit aan het bestuur van de Heem kundekring het Zuiderkwartier. Re den genoeg om verdere graafwerk zaamheden ter plaatse te gaan ver richten. Bij het verder graven werd er ook een zeer fraai gegoten meta door LOUIS HOPSTAKEN len kruisje aangetroffen (afb. 1). We houden ons eerst bezig met de vraag naar de mogelijke historische betekenis van deze vondst; daarna beschrijven we het kruisje nog na der. Verplaatste kern? Als we af mogen gaan op de ar cheologische vondsten welke de laatste jaren in Ossendrecht zijn ge daan, is het niet denkbeeldig dat de kern van het Middeleeuwse dorp zich geografisch, op een an dere locatie heeft bevonden dan waar deze zich thans bevindt. Soortgelijke verplaatsingen deden zich ook voor bij veel dorpen die zich in de late Middeleeuwen aan de borden van de Ooster- en Westerschelde bevonden. Zo ver ging het ook met de, niet ver van Ossendrecht gelegen, Zeeuwse dorpen Rilland en Bath die na de St. Felixvloed van 1530 werden verlaten, maar op nog geen 1 km afstand landinwaarts onder dezelf de naam weer werden opge bouwd. Zo kan het ook oud-Os- sendrecht zijn vergaan. Eerste bewoning niet op een hoogte? Dat de Middeleeuwse bewonings- sporen die te Ossendrecht werden aangetroffen zich niet op een hoogte bevonden, werd in 1989 duidelijk toen bij grondwerkzaam heden op 'de Aanwas' laat Middel eeuws materiaal werd aangetroffen wat op eventuele bewoning kon duiden. Tot nu toe had men nog geen vermoeden dat op deze zo la ge locatie bewoningssporen aange troffen zouden worden.1 Na deze vondst werd door Heem kundekring 'HET ZUIDERKWAR TIER' besloten een archeologische werkgroep in het leven te roepen die in het bijzonder de taak werd toebedeeld alle grondwerkzaamhe den in dit gebied nauwlettend te volgen. Na enige maanden leidde dit tot interessante resultaten. Afb. 7. Bloemkruis waarbij de los se corpus van Christus op het kruishout is vastgeklonken d.m.v. drie nagels. In de vier passen zijn symbolisch de vier evangelisten weergegeven. Volgens Trempaeus I 202) was het de Logos zelf, die Ezechiël in zijn visioen van de Trematorf, de vier wezens, die la ter de symbolen zouden worden van de evangeliën, c.q. van de evangelisten, aanschouwde. Afm. bloemkruis. Lengte 11.5 cm. Breedte 8.7 cm.

Periodieken

De Waterschans | 1991 | | pagina 8