22
23
gehad met zijn oom, aartsbisschop
Maximiliaan van Bergen. Deze was
bij de herindeling van de Neder
landse bisdommen van 1559 be
trokken en in 1562 aartsbisschop
geworden. Zijn devies was 'Nee ci-
to nee temere', te vertalen als
'Noch snel, noch in het wilde weg'.
Merkwaardig goed past hier het
devies van Jan, Markies van Ber
gen bij: 'Force est trop' wat 'Kracht
(of geweld) is teveel'.
Zijn optreden tegen de ketters ging
uit van een hervorming van de ka
tholieke geestelijkheid. Wat dat be
trof dacht hij als zijn neef de Mar
kies. In 1564 waren ze eendrachtig
opgetreden tegen het kapittel en
de kannuniken, die, naar hun oor
deel, door hun gedrag en instelling
de ketterij bevorderden. Dat con
flict wonnen ze toen ogenschijnlijk,
al waren daarmee de kannuniken
niet bekeerd tot de besluiten van
het Concilie van Trente ter verbe
tering van het geloofsleven12.
Toch zou de beeldenstroom van
1566 minder toeslaan in Kamerijk
dan in Valenciennes.
Kamerijk en het erbij horende ge
bied, de Cambresis, zijn een prach
tige streek. Schitterend landbouw
gebied. Op 12 kilometer ten Zuid-
Oosten van de stad liggen de
restanten van het Cisterciënzer
klooster van Vaucelles, in 1132
gesticht door St. Bernardus zelf.
(Afb. 9) Ook hiermee hadden neef
en oom heel wat te stellen.13 De
Markies kende Vaucelles al van
korte tijd na zijn benoeming tot lid
van de Orde van het Gulden Vlies.
Hij maakte deel uit van een gezel
schap, dat in dat jaar een Frans ge
zantschap ophaalde, dat de be
krachtigde wapenstilstand van
Vaucelles kwam brengen.
Dicht bij Vaucelles ontspringt de
bron van de Schelde. Vreemd
eigenlijk, de idee dat de Heer van
Bergen in Kamerijk te maken had
met dezelfde rivier, die ook in zijn
eigen Markiezaat voor zoveel ellen
de en kosten zorgde. Herhaaldelijk
leed óók Kamerijk van het op
gestuwde Scheldewater en liepen
er de kelders onder.
Uiterst langzaam reisde het gezel
schap verder. Men is nu op Franse
bodem. Frankrijk wordt geplaagd
door de godsdienstoorlogen, on
rust heerst overal. Ondanks hun
diplomatieke status konden reizi
gers op doorreis allerlei problemen
ondervinden.
In het gezelschap van de Markies
bevinden zich zijn hofmeester Pier-
want ook in het Markiezenhof heeft
veel fraais gehangen. Hr. Decoodt
weet nu in ieder geval weer een ta
pijt te vinden.
Van Mons naar Valenciennes
en Kamerijk
Na een verblijf van een dag in
Mons vertrok Jan van Bergen naar
Valenciennes. De 34 kilometer
kostte hem één reisdag. Hij ver
bleef er twee dagen (3 t/m 5 juli
1566) om ook hier de nodige rege
lingen te treffen en zijn bestuur
over te dragen aan Noircarmes, die
zich later zal ontpoppen als een fa
natiek aanhanger van de Spaanse
kroon.
Het spoor volgen was hier wel erg
moeilijk. Van het oude Valencien
nes, waar ik op 28 juli 1990 aan
kwam, hebben de wereldoorlogen
weinig overgelaten. Ben daarom
doorgereden naar Kamerijk of
Cambrai. Het stadspark bewaart er
de herinneringen aan de citadel,
gebouwd in opdracht van Karei V,
en later uitgebreid en verbeterd
door de grote vestingbouwer Vau-
ban. (Afb. 8.)
Het is denkbaar, dat de Markies
hier in de directe omgeving, op zijn
bezit 'Escaudoeuvre', contact heeft
re d'Aquillera, zijn kamerdienaar
Jan en ridder Willem van Crécy.
Ze zullen de meest gebruikte weg
hebben gevolgd, via St. Quentin,
dat in 1557 geplunderd en ver
woest was door de troepen van Fi-
lips II, waartoe de Markies behoor
de. Het Franse leger onder Anne
de Montmorency, maarschalk van
Frankrijk en hoofd van het geslacht
waartoe ook Montigny behoorde,
werd toen verslagen.14 Ongetwij
feld heeft de Markies gehoord van
het voornemen van Montigny om
op reis door dit deel van Frankrijk
een bezoek te brengen aan zijn fa
milie. Die bewoonde toen het
kasteel van Ecouen, een dorp zo'n
tien kilometer boven Parijs, aan de
weg die daar van Senlis naartoe
loopt. Zou Jan van Bergen er ook
langs zijn gegaan?
We weten het niet, al is het aardig
een rekensom te maken. De af
stand van Kamerijk tot Parijs is 195
kilometer. We weten, dat de Mar
kies op 6 juli Kamerijk verliet en op
11 juli in Parijs aankwam. Dat zou
den dan 6 reisdagen van zo'n 32
kilometer per dag zijn. Een wel
heel laag gemiddelde dat kloppen
De Waterschans nr. 2 1991
Afb. 7. Resten ommuring noordzijde kasteel van Walhain.
(Eigen opname.)
De Waterschans nr. 2 1991
Afb. 8. Cambrai.
Afb. 9. Abdij van Vaucelles. (Eigen opname.)