50
51
De Waterschans nr. 3 1991
de lange zijden 360- en 370 cm.
Ongeveer een meter buiten de
Oostelijke keldermuur liep een
muur, breed 26 cm. Waarschijnlijk
de buitenmuur van het later ge
bouwde pand no.23. Deze muur
ging dwars door een oud mestput-
je, dat daar langer moet hebben
gelegen. Bij het punt, gemerkt:
mk, (zie tek. 7) werd een veertigtal
scherfjes van een margrietkan ge
vonden op een diepte van ca. één
meter beneden het maaiveld. Circa
een halve meter ten zuiden van de
margrietkanscherven (zie tek. 7 de
stippels rechts van de letter H),
vond men op een diepte van ca.
65 cm. beneden het maaiveld een
concentratie van blauwgrijsaarde
werk met kamstreek-ornament.
De margrietkanfragmenten werden
gevonden 5 oktober, 1964.
Dr.Renaud, die de opgraving
nauwlettend volgde, werd per
schrijven van 11 oktober 1964 van
de aardewerkvondsten op de
hoogte gesteld.
Op 18 oktober 1964 ontvingen we
van hem bericht, dat het kam-
streekaardewerk (blauwgrijs) geda
teerd kan worden rondom 1400.
Herkomst.
Margrietkannen werden tot nu toe,
zij het uiterst spaarzaam, gevonden
te Brugge, Gent en Mechelen.
Naar alle waarschijnlijkheid ook te
Antwerpen.14 Het betreft hier vier
steden, waarmee middeleeuws
Bergen op Zoom contacten onder
hield. De twee jaarmarkten van
Bergen op Zoom brachten kooplie
den uit Brabant en Vlaanderen met
een diversiteit aan goederen naar
de Scheldestad. In 1338 waren er
reeds lakenmarkten te Gent, Ant-
Afb. 6. Huizengroepje, geschetst
naar de maquette van Bergen op
Zoom in het Markiezenhof. Situa
tie anno 7 74 7.
werpen en Bergen op Zoom. In
1366 brachten Mechelse kooplie
den 'tapiten' naar de Bergse jaar
markt.15 Bracht een van de Me-
Afb. 7. Situatie zoals aangetroffen
na opgraving, oktober 1964.
A. Kelderruimte van pand no. 22
B. Keldertrap, baksteen, met na
tuurstenen treden.
C. Stortkoker
D. Schuurputje waarin leisteen.
E. Nieuw gemetselde muur, onder
deel reconstructie Thaliatuin.
F. Oude fundering, 11 cm. breed.
G. Restant oude fundering uit
baksteen 1 714x35 cm.
H. Restant verpulverde baksteen
in kalkmortel, waaronder leem.
G.H.I.J. Op zelfde klei-fundering.
K. 26 cm. brede muur van oud
pand.
L. 22 cm. brede muur, lang 2.55
mtr.
M.K. Vindplaats margriet-kan.
H. Met stippels rechts: vindplaats
blauwgrijs aardewerk met
kamstreek versiering.
M. Tegelvloer van haardvuur.
N. Kelder met natuursteeninplant
in midden van gewelf.
O. Bakstenen vloerfragment.
P.O. Putdeksel 20e eeuws.
S. Onder kleilaag liggende verbran
de plavuizen.
TGK. Tuin Gertrudis Kerk.
chelaren soms een margrietkan als
geschenk mee? De Bergse laken
hal stond op een afstand van ca.
80 mtr. van de bewuste vindplaats,
(zie tek. 5) Maar potten van vreem
de herkomst mochten ook worden
verhandeld op de wekelijkse of
halfjaarlijkse marktdagen.
De margrietkan zou ook uit Brugge
kunnen komen. Brugge had reeds
in de 14e eeuw een potmakersam-
bacht met eigen keuren. Sloot-
mans vermoedt, dat de Brugse
keuren model hebben gestaan
voor die van het Bergse potmakers-
ambacht uit 1435. Hij baseert zich
hierbij op het feit dat in 1428 Do-
maer Pieterman, potmaker uit
Brugge, zich vestigde te Bergen op
Zoom.16 De bewuste periode van
het hoogversierd aardewerk met
witte slib is dan echter over het
hoogtepunt heen.
Werden margrietkannen soms te
Bergen op Zoom vervaardigd? Tot
op heden werden geen misbaksels
ervan in Bergse bodem gevonden,
hoewel die kans in de toekomst
niet is uitgesloten. In dit verband is
het wellicht nuttig te attenderen op
de aanstaande plannen tot re
constructie van de Vischmarkt of
St.Catharinaplein. Bij de sloop van
de Oude Lutherse Kerk aan de Ge-
weldigerstraat in verband met
bouwaktiviteiten van Huize St.Ca-
tharina werd, vlakbij de voormalige
Margrietenkapel, een drietal steen
ovens gevonden waarin nog enke
le tassen baksteen lagen.17 Het
voorkomen van steenovens langs
de Grebbe is zo vreemd nog niet.
Steen en pottenbakkerijen ont
stonden langs watertjes waar leem
en brandstoffen aanwezig waren.
Leden van het Bergse potmakers-
ambacht mochten, volgens art.27
van hun Keuren, óók stenen bak
ken.18 Van dat recht hebben zij
gebruik gemaakt. In woningen en
kelders van de Bergse binnenstad
treft men volop baksteen aan met
glazuursporen, doordat van gla
zuur voorziene potten werden
meegebakken. Zo kwam bij de ver
bouwing van het pand van de
Fa.De Valk, Kortemeestraat 9 in
1966 heel wat van dit type
baksteen te voorschijn. De stenen
waren verwerkt in de eestouen
welke daar werd gevonden. Ze
Afb. 8. Kijkje in de eestoven, in
1966 gevonden tijdens de verbou
wing van panden Fa. De Valk in de
Kortemeestraat.
Oudste benaming van de Korte
Meestraat was Brouwersstraat.
Het 'Droghene van moute' was
reeds bij keure van 1314 aan
voorschriften gebonden,
foto: Gerard Brouwers.
De Waterschans nr. 3 1991
vertoonden aanbaksporen van gra-
pen.19(afb. 8)
Wanneer op hun beurt steenbak
kers óók potten zouden mogen
bakken, bestaat de mogelijkheid,
dat in oude steenovens langs de
Grebbe ook misbaksels van potten,
kannen en kruiken kunnen worden
aangetroffen.
Hoogversierd aardewerk en
welstand
Vroeg aardewerk met hoogreliëf-
slibversiering verwijst doorgaans
naar burgers, die 'in goede doen'
verkeerden. Zij konden het zich
veroorloven 'high-decorated-ware'
in huis te hebben. Een veron
derstelling. die in het geval van de
Berse margrietkan wordt be
vestigd. Betaalkrachtige burgers
waren aan de Heer van Bergen op
Zoom, de zogenaamde hofstad
cijns schuldig. Archivaris W.van
Ham verrichtte belangrijk werk
door de percelen van bedoelde
burgers in de oude stadsplatte
grond van Bergen op Zoom in te
tekenen.20 We zien dan, dat het
blokje huizen op de hoek van de
Oude Kerkhofstraat en Huyberse
straat (later Kerkstraat) op de plat
tegrond van de cijnsplichtigen staat
aangegeven.
Ter verdere onderbouwing van het
verband, dat bestaat tussen aarde
werk met reliëf-slibversiering en
welstand, vermelden we een aan
tal plaatsen, waar aardewerk met
slibversiering 'en- reliëf' uit 13e- en
14e eeuw werd gevonden. De
vindplaatsen zijn aangegeven op
tek. 12. Uit de Fortuinstraat, ter
hoogte van Koster-Dey, voorheen
boekhandel Janssen, kwamen de
Afb. 9.
scherfjes: 1 t/m 9 en 12. Uit de
Korte Meestraat: nol4 bij Fa. De
Valk. No 13 uit de Engelse straat,
hoek Kremerstraat. De nrs. 17 t/m
21 allen uit de Fortuinstraat ter
hoogte van Koster Dey. No. 22 uit
de Bosstraat voor het pand van de
voormalige bakkerij van van Me
chelen, hoek Pensstraat.
Hoog-reliëf slibversiering uit
Bergen op Zoom
De beschrijving van de vondst van
de margrietkan vormt een gerede
aanleiding om aardewerkvondsten
met slibversiering in hoogreliëf. af
komstig uit Bergse bodem, aanslui
tend te publiceren.
Fortuinstraat.
Op bepaalde punten was, ter
hoogte van de voormalige boek
handel Janssen, thans Koster-Dey,
muziekhandel, een grote concen
tratie van met witte slib en donker
bruine dijkjes, slangetjes, schubben
versierd aardewerk. Een aanmer
kelijk deel ervan ging mee met
Prof.Renaud en A.Bruijn naar de
Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek (R.O.B.) te
Amersfoort. Scherfjes uit de For
tuinstraat zijn afgebeeld onder no.
1 t/m 9. De nrs. 1 en 2 zijn rood-
bakkend van scherf en versierd
met een opleg van donkerbruine
kleibandjes, overtrokken met een
bruinig loodglazuur. No. 3 is ver
sierd met een vertikale slibopleg en
overtrokken met gelig loodglazuur.
De exemplaren 4. 5, 6 en 7 zijn
oranjerood van kleur met een
opleg van witte slib, dat overtrok
ken is met geel loodglazuur. No.8
is zonder een spoor loodglazuur.
Het heeft twee kleiruggetjes als
opleg, die roodbakend zijn doch in
het geheel behandeld met matte
witte slib. No. 9 heeft twee opge
hoogde versieringen, waarvan het
linker donkerbruin en het rechter in
witte slib werd aangebracht. Enkele
sporen van strooiglazuur zijn waar
neembaar.
Het priegelkleine scherfje no. 12
lijkt mij een fragment van een mar
grietkan. De slibpastille is overtrok
ken met okergeel loodglazuur.
Eveneens leverde de Fortuinstraat
een aantal fragmenten van
braadsledes of vetvangers op, die
met witte slib zijn versierd. Het
mooiste stuk is wel no. 17. De pot-
tebakker draaide eerst een wit slib-
slangetje, legde dat vervolgens op
de rand van de braadslede, drukte
het tussen duim en wijsvinger aan
Afb. 10.
om er tenslotte met een aangepunt
voorwerp wat gleufjes in te druk
ken. Er ligt een bruin loodglazuur
overheen, doch niet op de buiten
kant ervan. De scherf is blauwgrijs.
No. 19 vertoont een slib-slangetje
dat werd uitgesmeerd op de platte
rand van de braadslede. Licht
bruin glazuur op een scherf, waar
van de buitenkant roodbakkend is
doch inwendig blauwgrijs. Aan de
buitenzijde zitten brandsporen van
het haardvuur.
No. 18 vertoont een slib-ornamen-
tatie, met geel loodglazuur over
trokken. Er zijn duidelijke sporen
van het kneden door de potten
bakker. een geheel uit de hand ge
vormd product. Roodbakkende
scherf.
No. 20 is eveneens voorzien van
een witte-slib-toets, vlak bij een
aantal vingerindrukken, als orna
ment bedoeld. Roodbakkende
scherf, overtrokken met gelig
loodglazuur.
No. 21 is de sneb van een
braadslede, voorzien van witte slib
ornamentatie. Sporen groen
doorspikkelen het gelig loodgla
zuur. De scherf is helderrood. Van
alle braadslede-fragmenten kan
worden geconstateerd, dat ze al
leen inwendig zijn geglazuurd en
op de rand.