76
77
De Waterschans nr. 4 1991
de kermis werd inderdaad ge
vormd door een jaarlijks terugke
rende religieuze gebeurtenis van
feestelijke aard, waarvan het be
lang en de omvang door plaatselij
ke factoren werd bepaald. Zulke
godsdienstige festiviteiten brachten
veel volk op de been en geen won
der dat kooplieden van heinde en
verre kwamen toegestroomd om
hun waren aan de man te brengen.
Onder deze handelaren bevonden
zich ook rondtrekkende toneelspe
lers, acrobaten, bedelaars, speel
luiden en wat dies meer zij, die op
hun beurt evenzeer poogden finan
cieel te profiteren van de feestelijke
stemming van de plaatselijke be
volking.
Ongetwijfeld vonden op deze wijze
in een dorp of stad meerdere 'ker
missen' per jaar plaats, maar de
echte term 'kermis' werd gaande
weg alleen nog maar gereserveerd
voor het vertier rond de aller
grootste religieuze festiviteiten, t.w.
de vieringen die vergezeld gingen
van een grote economische markt.
Immers, die evenementen waren
voor het rondreizend volksver
maak voldoende lucratief om elk
jaar weer op een vast tijdstip in een
dorp of stad terug te keren en zijn
tenten te spreiden op het markt
plein. Zodoende ontstaat langza
merhand een bepaald genre ver
maak dat, veelal jaren aaneen uit
geoefend door dezelfde artiesten,
de naam 'kermis' gaat dragen.
reformatie
Door de calvinisering van de Ne
derlanden leek de kermisviering
ernstig te worden bedreigd. De
predikanten stoorden zich in hevi
ge mate aan het wulpse en losban
dige karakter van het volksfeest en
evenzeer was hen de katholieke
oorsprong van de festiviteiten een
doorn in het oog. De reformateurs
poogden dan ook met grote voort
varendheid een einde te maken
aan alles wat naar 'paepsche su-
perstitieën' zweemden.
De hervorming richtte zich natuur
lijk in eerste instantie op de katho
lieke kalender met al zijn feesten en
vieringen. De voor protestantse be
grippen eindeloze rij van naamda
gen gewijd aan de 'santenkraam'
werd afgeschaft en als de kermis
op dat ogenblik nog een overwe
gend religieus feest geweest zou
zijn. dan zou het deze sanering van
de liturgische kalender stellig niet
hebben overleefd. De werkelijk
heid was echter anders. Weliswaar
werden de katholieke feestdagen
(en daarmee alle voorwendselen
voor wereldlijk vermaak) afge
schaft, maar al eerder had de ker
mispret een andere regelmatig te
rugkerende aanleiding gevonden:
de op vaste dagen in het jaar te
houden economische markten.
Reeds in de middeleeuwen had
den de grootste en belangrijkste
markten een speciale status gekre
gen: er gold gedurende de periode
van negotie 'marktvrede' (d.w.z.
dat de handelaren niet vervolgd
konden worden voor eerder ge
pleegde overtredingen) en tevens
werd voor de duur van de markt
het monopolie van de stadsgilden
opgeheven. Dat laatste had grote
gevolgen. Normalerwijs was de
handel binnen een plaats aan
strenge regels onderhevig; vaak
mochten bepaalde produkten al
leen door leden van de plaatselijke
gilden worden verkocht. Tijdens
de grote, zgn. jaarmarkten werd
dat protectionisme opgeheven en
kregen ook de handelslui van bui
tenaf toestemming hun waren te
slijten.
Een voorbeeld ter illustratie: als
een dokter een bezoek bracht aan
een vreemde stad en daar zijn
praktijk uitoefende zonder toe
stemming van het stadsgilde, dan
kon hij erop rekenen om als een
soort Dik Trom avant la lettre om
gekeerd op een ezel te worden ge
zet. Een smadelijke rondgang door
de straten was dan zijn lot alvorens
hij - na betaling van een boete - de
stad werd uitgejaagd. Was het ech
ter jaarmarkt dan kon deze dokter
- ook al was het een charlatan -
met veel bombarie neerstrijken op
het marktplein en daar zijn, al dan
niet duistere, praktijken uitoefe
nen.
In tegenstelling tot wat de naam
suggereert, werden de jaarmarkten
vaak meerdere keren per jaar ge
houden. En het was evenmin uit
zonderlijk dat in een grote stad elke
buurt zijn eigen markt - en dus ook
zijn eigen kermis - had. Die combi
natie van handelsmarkt en ver
maak zou tot ver in de negentiende
eeuw blijven bestaan.
industriële revolutie
De industriële revolutie zorgde niet
alleen voor een omwenteling in de
maatschappelijke orde, maar had
ook grote gevolgen voor de ver
schijningsvorm van de kermis.
Door de verbeterde communicatie
mogelijkheden verloren de mark
ten allengs hun betekenis: niet lan
ger was het dorps- of stadsplein de
plaats waar goederen werden aan
geboden die in de rest van het jaar
niet te krijgen waren; bazaars en de
winkels vervulden voortaan die
functie. De markten liepen in aan
tal en omvang sterk terug, maar
hoe hecht de handel en het reizend
volksvermaak in de eeuwen daar
voor ook met elkaar verbonden
waren geweest, de teloorgang van
het marktwezen betekende aller
minst het einde van de kermis. Dat
fenomeen bleef bestaan; nu als
zelfstandig verschijnsel dat geen re
ligieuze of economische aanleiding
behoefde. Wel veranderde de ker
mis onder invloed van de mechani
satie sterk van karakter: snelheid
en beweging werden voortaan de
belangrijkste bronnen van ver
maak. De bezoeker van de kermis
kon zich, mede door de toepassing
van nieuwe uitvindingen als kunst
licht en mechanisch geluid, even in
een andere wereld wanen en dat
was nodig ook, want meer dan ooit
had het verpauperde proletariaat
behoefte aan brood èn spelen.
Een reactie tegen het in vele ogen
verwilderde volksvermaak bleef
niet uit. Met name de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen maakte
zich sterk voor afschaffing van deze
onbeschaafdheid. Dit burgerlijk be
schavingsoffensief had uiteindelijk
weinig effect, want hoewel rond
1900 in vele steden de kermis
werd verboden, bleek deze vorm
van vermaak enkele decennia later
weer springlevend te zijn. De elek
tronische revolutie na 1945 veran
derde andermaal het karakter van
de kermis en gaf deze eeuwenoude
vorm van volksvertier nieuwe im
pulsen.
Tot zover deze historische schets.
Het is duidelijk dat het fenomeen
'kermis' aanvankelijk een buitenge
woon complex maatschappelijk
verschijnsel was met diverse reli
gieuze, economische en sociaal-
culturele aspecten. Die veelzijdig
heid vermindert in de loop der
eeuwen: de godsdienstige dimen
sie vervaagt en geleidelijk verdwijnt
ook de binding met de economie
van alledag. Anders gezegd: van
de oorspronkelijke combinatie van
'verering', 'verkoop' en 'vermaak'
blijft uiteindelijk in de 'moderne'
kermis alleen het laatste element
over.
vormen van kermisvermaak
wijntje en trijntje
Geen volksvermaak zonder zinne-
De Waterschans nr. 4 1991
lijk genot. Dat geldt ook voor de
kermis. Vanaf de vroegste tijden
vormden het eten, drinken en vrij
en misschien wel de grootste at
tractie van het jaarlijks terugkerend
feest. De kermis ontwikkelt al
vroeg heel specifieke vormen van
genot. Zo waren reeds rond 1600
speciale lekkernijen op de kermis
verkrijgbaar, zoals kermiskoeken
(die de jongens aan hun vriendin
netjes gaven) en oliebollen. In later
eeuwen zou het assortiment nog
worden uitgebreid met wafels, pof
fertjes, kraakamandel, nougat en
andere zoetigheden. Om een in
druk te geven van de omvang van
deze negotie: op de kermis van
1834 in Utrecht waren er niet min
der dan 15 wafelhuizen, 29 pof
fertjeskramen en 23 koekstalletjes.
Naast eten en drinken vormden
vooral de erotische contacten een
bron van plezier. De kermis was
immers de gelegenheid bij uitstek
voor de ontmoeting der sexen.
Voorzien van hun jaarlijkse kermis
geld en gestoken in hun zondagse
goed togen jongens en meisjes
naar de plaats van vertier en als er
al dienstbodes waren die er niet in
slaagden een man aan de haak te
slaan, dan konden zij zich (tegen
betaling) voorzien van een (deugd
zame) 'kermisvrijer'.
Imponeergedrag en trofeeën vor
men essentiële onderdelen van de
rituele toenadering tussen de
sexen. Dat verklaart goeddeels de
populariteit van de behendig
heidsspelen op de kermis. Door uit
te blinken in het katknuppelen, het
ganssabelen, het bekkesnijden, het
palingtrekken of (onschuldiger:)
het varkensblaasslaan, het koek
hakken of het ringsteken kon de
jongen zich onderscheiden van zijn
concurrenten en zijn kermislief ver
blijden met een prijsje. 19e- en
20e-eeuwse voorbeelden van dit
soort rituele spelen vormen de Kop
van Jut en de schiettent.
Ook de volwassenen konden op
de kermis sexueel aan hun trekken
komen. De weelderige schijnwe
reld van de kermis verlokten velen
tot minder eerbare handelingen:
achter de fagade van menig wafel
huis ging een bordeel schuil waar
de bezoekers achter de rode plu
che gordijnen ongezien gewenste
intimiteiten konden verrichten.
de wereld is een schouwtoneel
Toneel, muziek, zang en dans wa
ren in het pre-industriële tijdperk
onmisbare ingrediënten van het
kermisvertier. Zo waren verhalen
vertellers en toneelspelers vanaf
het vroegste begin graag geziene
gasten op de kermis. Rondreizen
de gezelschappen en individuen
van verschillende nationaliteit gin
gen op tournee door de Lage Lan
den en vertoonden in stad en dorp
hun kunsten.
In de middeleeuwen werden er
stichtelijke processiespelen opge
voerd, veelal gevolgd door een
boertige klucht. In de 17e en 18e
eeuw ging de voorkeur uit naar
sensatiestukken of hartverscheu
rende melodrama's. Maar ook de
pantomime werd beoefend, en het
Afb. 2. Een vroeg voorbeeld van een draaimolen.